"Ik denk dat we mindfulness kunnen zien als het opruimen van ons hoofd. Mijn boek begint met een essay over Marie Kondo en andere opruimgoeroes. Volgens hen moet je je huis zodanig opruimen dat je zo weinig spullen overhoudt dat je jezelf continu opnieuw kunt uitvinden. Zo word je niet opgezadeld met het verleden waar je spullen je aan herinneren., Je moet oude liefdesbrieven weggooien bijvoorbeeld, of de kleren van je overleden echtgenoot.
Mindfulness is daar een mentale variant van. Sommige mindfulnessboeken hebben dat zelfs in de titel staan, zoals Decluttering the Mind, en veel boeken gebruiken de opruim-metafoor. In die zin zie ik mindfulness als onderdeel van de minimalisme-trend. Je probeert als het ware van je persoonlijkheid af te komen door je gedachten de deur uit te doen.
Veel opruimgoeroes identificeren zich expliciet als minimalist en hun onderliggende filosofische ideaal vind ik veelzeggend. Ze vinden dat je alleen moet bewaren wat je nodig hebt, niet wat je verlangt. Keep what you need, not what you want. Dat is een soort utilitaire logica: dat je niet mag genieten van luxe, dat niks overbodig mag zijn en alleen het hoogstnoodzakelijke belangrijk is. Dat vind ik geen goede manier om te leven. Het is dodelijk saai. "