In Brainwash Talks van Human buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer schrijver Marian Donner over maakbaarheid en zelfhulpboeken.


Ik ben een roker. Echt, daar wil ik niemand mee lastig vallen. Tegenwoordig mag ik zelfs niet meer roken in een afgesloten hok waar ik alleen nog met soortgenoten zit. In Amerika mag ik in sommige staten niet eens meer roken in mijn eigen auto. Of in mijn eigen huis. Ik mag ook niet meer drinken. Nul glazen per dag is het advies van de Gezondheidsraad. Alcohol is vloeibaar gif, kopte HP/De Tijd onlangs. Ik dacht: echt waar? Voor mij is alcohol vooral vloeibare vrolijkheid.

Ik houd van de roes. Ik neem de woorden van Charles Baudelaire ter harte. 'Wees altijd dronken', dichtte hij 200 jaar geleden. 'Wees altijd dronken, want alleen zo voel je niet de helse last van de tijd, die je schouders breekt en je naar de aarde trekt. Alleen in dronkenschap ben je geen gemartelde slaaf van de tijd.' Volgens Baudelaire kon die dronkenschap ook op andere manieren. Bijvoorbeeld door het lezen van gedichten. Maar dat doen mensen nu nóg minder dan drinken.

Een gemartelde slaaf van de tijd. Dat vind ik zo mooi gezegd. Als we íets tegenwoordig zijn, is dat het wel. Gemartelde slaven van de tijd. Alsmaar doorrennend en ploeterend als muizen in een rad. Altijd haast en altijd druk. Maar met wat? En waarvoor?

Als je het gevoel hebt dat er in deze wereld geen plek voor je is, dan moet je je niet afvragen wat er mis is met jou, maar wat mis is met de wereld.

Ik mag geen vet meer eten. Suiker? Weet ik niet precies. Ik moet in ieder geval avocado's eten, quinoa eten en groene smoothies drinken. Ik moet sporten. Ik moet yoga doen en mindfulness. Ik moet gezond zijn, vandaar. Strak en fit moet ik zijn, en ook mijn geest moet strak en fit zijn. Want ik moet gelukkig zijn en succesvol. Hoe? Daar zijn duizenden artikelen, zelfhulpboeken en cursussen voor. Het advies komt meestal op hetzelfde neer.

Ik moet positief zijn. Ik moet mijn comfortzone verlaten, rechtop lopen, mijn huis en ziel Marie Kondo'en, niet uitstellen wat ik vandaag nog kan doen en ik moet leren dat al mijn falen tot nu toe, eigenlijk een les is om het de volgende keer beter te doen. Ik moet lachen, maar dan wel een echte lach, waarbij ook mijn ogen meedoen. Dan vinden mensen me aardig en gunnen ze me dingen. Bovendien reduceert het mijn stress. Ik moet de beste en vrolijkste versie van mezelf worden. Ik moet me door niets en niemand tegen laten houden. Ik moet gaan, gaan, gaan... Mijn dromen achterna. En vooral: ik moet nooit, maar dan ook nooit opgeven. Ook al val ik erbij neer. Ik moet, ik moet... Je wordt gek gemaakt.

Want waarom moet ik dat allemaal? Oke, om gezond, succesvol en gelukkig te zijn. Maar als ik al die zelfhulpboeken en -artikelen bekijk, gaat er iets anders onder schuil. Waar die adviezen toe dienen, is me nog meer een gemartelde slaaf van de tijd te maken. En om me nog harder mee te laten draaien in dat rad. Dit is hoe het tegenwoordig werkt. Eén op de zeven werknemers heeft een burn-out. Net als één op de zeven studenten. Driekwart van de Nederlandse bevolking heeft last van stress, of van andere vormen van uitputting. Misschien is dat ook geen wonder.

Onlangs werd bekend dat zelfs een deel van de middenklasse moeite heeft om rond te komen. Dat is een teken. Als zó veel mensen zich zorgen maken of ze het redden, dan is er iets mis in de wereld waarin we leven. Dan is de werkdruk kennelijk te hoog. De studiedruk en de levensdruk. Dan is er te weinig zekerheid. Lonen zijn kennelijk te laag, huren te hoog en dagen te lang. En heel veel werk is ook echt helemaal niet leuk. Veertig procent van de mensen vindt zelf dat ze een bullshit-baan hebben: een baan die op geen enkele manier iets toevoegt. Daar word je echt niet gelukkig van.

Waar voortdurend op wordt gehamerd, is dat het aan die mensen zelf ligt. Wie een burn-out krijgt, heeft zijn grenzen niet goed aangegeven, en zelf de lat te hoog gelegd. Wie zich zorgen maakt of hij de huur wel kan betalen, die moet gewoon leren relaxen. 'Weet je wat je moet doen?', klinkt het dan. 'Yoga.' Zet je telefoon eens uit, zit wat minder op sociale media, ga eens op een bankje in het park zitten, en luister naar de ruis in de bomen.

Oke, maar dan? Als ik dat dan allemaal heb gedaan, moet ik weer terug een wereld in die precies hetzelfde is gebleven. Een wereld waarin teveel van me wordt gevraagd en waarin ik te hard moet rennen. Waar al die adviezen uiteindelijk toe dienen – al die yoga, waardoor ik mijn problemen op een lelieblad aan me voorbij zie trekken – is om me het spel mee te laten blijven spelen en om me nog harder te laten kunnen rennen.

Als kinderen nu niet stil kunnen zitten in de klas, of niet goed luisteren, dan ligt dat niet aan overvolle klassen, niet aan veel teveel toetsen, of aan te weinig tijd buiten, maar aan hun hersenen. We geven ze Ritalin, een middel dat ik persoonlijk vooral ken van mensen die dat als vervanging van coke gebruiken. Dat geven we kinderen om ze te laten functioneren in het schoolsysteem. Gek genoeg hebben de meeste kinderen die medicatie niet nodig in het weekend of tijdens de vakanties.

Marian Donner in Brainwash Talks

Dit is hoe het tegenwoordig werkt. De oorzaak van al onze problemen en zorgen wordt bij onszelf gelegd, bij het individu. Alsof het aan onze hersenen ligt. Een gebrek aan daadkracht, wilskracht en positiviteit, dat we uitgeput zijn. Alsof we geen gemartelde slaven zijn.

Ik hou van roken. Ik hou van drinken. Ik weet dat het mijn leven waarschijnlijk verkort. Belangrijker dan zo lang mogelijk te leven, vind ik de vraag hoe je moet leven. En wat een goed leven is. Ik vind dat iedereen dat voor zichzelf zou mogen uitmaken. Niet als slaaf, maar als meester. Ik hou van schaduw, duisternis en rafelranden. Ik hou van lelijkheid. Ik hou van mensen die falen en honderd keer tegen dezelfde steen lopen. Ik hou van mensen die niet meedraaien in het rad. De buitenstaanders, de vrijbuiters, de mensen die zich niet conformeren aan de heersende norm. Voor mij vertegenwoordigen dat soort mensen vrijheid. Een vrijheid die vroeger veel groter was. In films of literatuur, bijvoorbeeld, zien we de easy riders op hun motoren, of de tramps van Charlie Chaplin. Of de dronkenlappen in de verhalen van Charles Bukowski. Het was fictie, maar dat soort mensen bestaan echt. Alleen noemen we dat soort mensen tegenwoordig losers.

Tegenwoordig is het leven veel te duur geworden om nog maanden op je motor rond te rijden. Je krijgt een boete als je op straat een biertje drinkt. Die vrijheid van vroeger om buiten het systeem te leven bestaat bijna niet meer. De enige manier waarop je tegenwoordig nog vrij lijkt te zijn, is binnen het systeem. Als je zo rijk bent geworden dat je alles kunt kopen wat je hartje begeert. Er zijn mensen die dat lukt. Ze eten vast héél gezond. Ze werken altijd hun to do-lijst af. En ze yoga-en zich suf, maar dat is niet de vrijheid waar ik van droom.

Waar ik van droom, is van ontsnapping. Ik kan de wereld niet veranderen. Ik kan wel een idee meegeven. Dus vanavond, bij deze, een idee, met dank aan Virginia Woolf. Ze verwoordde het bijna honderd jaar geleden. In haar tijd was het voor een vrouw nog verboden om zonder mannelijke begeleiding naar een bibliotheek te gaan. Woolf had met andere woorden een man nodig om de boeken die ze zelf geschreven had, in te mogen kijken. Wat doe je in zo'n geval?

Woolf had zich een weg naar binnen kunnen vechten. À la Lean In van Sheryl Sandberg. Ze had kunnen leren denken en handelen als een man, zoals Sandberg aanraadt. Ze had zich aan kunnen passen aan het systeem. Ze had zelfhulpboeken kunnen schrijven over hoe je dat doet. Hoe je een plekje aan tafel of in de bieb bemachtigd, waar je dan vervolgens de uitzondering mag zijn. Godzijdank deed ze dat niet.

In plaats daarvan draaide ze het om. Ze zei: Als je het gevoel hebt dat er in deze wereld geen plek voor je is, dan moet je je niet afvragen wat er mis is met jou, maar wat mis is met de wereld. Als je denkt dat het beter kan, dat er meer moet zijn in dit leven, maar dat de wereld jou geen ruimte biedt en jou je vrijheid ontneemt. Oftewel: de volgende keer dat je je te lui, lelijk, ongezond of een loser voelt, of dat iemand je zo noemt, denk dan aan Virginia Woolf. Denk aan Woolf als je, zoals ik, stug door blijft roken, stug door blijft drinken en in geen honderd jaar naar een sportschool zal gaan. Want er is echt niets mis met mij. Er is ook niks mis met de zogenaamde losers. Er is iets mis met de wereld om ons heen.