In Brainwash Talks van Human buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer historicus Philipp Blom over een baanbrekende uitvinding.


Toen twee eeuwen geleden de stoommachine werd uitgevonden, zette dat de samenleving op z'n kop. Het laat zien hoe transformatie werkt, hoe dingen echt anders kunnen worden. De grote vraag is wat de stoommachine van dit moment is. We leven in een tijd waar alles lijkt uit elkaar te lopen. Socioloog Zygmunt Bauman noemt dat liquid modernity. Je hebt het gevoel dat er niets meer zeker is, niets meer vaststaat. Dat mensen, goederen en het klimaat zich bewegen in stromen. Het is moeilijk om daar een beetje houvast in het denken op te krijgen.

Ten eerste is de orde alfabetisch, dus alles is toevallig: 'Priester' staat naast 'Prostituee'. Ten tweede ligt de nadruk op ambacht, op nuttige dingen, op dat wat gewone mensen doen die geen aristocraten zijn. In deze encyclopedie heb je een prachtig artikel over een pomp. Geen onderwerp dat meteen met glitter en glamour van de pagina spat, en toch is het revolutionair. Deze pomp heet de pompe a feu, de vuurpomp dus. De pomp is zeer nuttig omdat hij water uit een kolenmijn kan pompen. Destijds werd de pomp door twee kolenmijnen in Oost-Frankrijk gebruikt. Hij wordt ook door water aangedreven en heeft een grote arm die op en neergaat, dat weten we dankzij een prachtige illustratie. De tekst beschrijft nauwkeurig wat de pomp doet, en er zijn kleine cijfertjes in de illustratie. Zo zie je precies welke buis en welk deel wat doet. De beschrijving is nauwkeurig genoeg om het na te bouwen, als je zou willen.

Wat Diderot, die heeft meegeschreven aan de encyclopedie, fascineert aan de pomp komt voort uit een filosofische interesse. Diderot reageert op de grote filosoof René Descartes, die zei dat geest en materie gescheiden zijn, en alleen in de mens samenkomen. Dieren zijn voor hem zuiver materie. Ze hebben wel warmte en beweging, maar ze hebben geen ziel en er is niets immaterieels aan. Eigenlijk zijn het gewoon machines. En dus zegt Diderot: 'Hee, te gek. Nu heb ik deze machine, die warm is en beweegt. Is dat dus een dier?' Diderot heeft er pret mee. Maar er is ook iets wat hij niet ziet. En dat vind ik nou bijzonder spannend. Wat hij niet ziet en wat de mensen van zijn tijd niet zien, heeft mij doen inzien waarom alle utopia's van de Verlichting eigenlijk moesten falen. Waarom de Verlichting geen maatschappij van de toekomst kon denken. Wat hij niet kon zien, was dat wat hij voor zich had niet zomaar een pomp was, maar in feite een stoommachine was.

Dat ding wat hij daar beschrijft, was eigenlijk een vroege stoommachine. En de stoommachine zou binnen dertig jaar de hele wereld veranderen. Het was het begin van de industriële revolutie. Het was het begin van de vervanging van spierkracht door machinekracht, ofwel met de kracht van fossiele brandstoffen in de vorm van steenkool. Het was het begin van een compleet andere maatschappij. Een maatschappij die niet meer uit boeren bestond, maar een maatschappij met arbeiders, die een arbeidersklasse kreeg en een bourgeoisie had. Een maatschappij die kapitalisme ontwikkelde, en daardoor fundamenteel anders zou worden.

Toen twee eeuwen geleden de stoommachine werd uitgevonden, zette dat de samenleving op z'n kop. Het laat zien hoe transformatie werkt, hoe dingen echt anders kunnen worden.

Het falen van de verlichte utopieën was dat deze niet in termen van een andere maatschappij konden denken, en slechts een lineaire ontwikkeling van de eigen maatschappij konden zien. En dacht: als we van dit een beetje meer doen en van dat een beetje minder, dan wordt het vast beter en gaat deze maatschappij, zoals ze nu is zich ontwikkeling naar een deugdelijke republiek. Want dat was het doel. Dat bleek onmogelijk, omdat er honderd jaar later een industriële maatschappij ontstond, en er een wezen uitgevonden werd, die de consument heette.

Wat mij interesseert is dat Diderot iemand was die technisch heel geleerd was en naar iets kijkt zonder te zien welk potentieel het heeft. Dat brengt mij bij onze tijd, en de uitdagingen waar wij vandaag voor staan. Wat is eigenlijk onze stoommachine? Waar kijken wij tegenaan zonder te zien wat het zou kunnen doen? Wij hebben transformatieve technologieën. We hebben genetica. We hebben CRISPR en we kunnen dus nu het genoom editen. We hebben het internet. We hebben kunstmatige intelligentie. Daar zal vast een heleboel van komen.

Maar ik vraag me af of het even ingrijpend gaat zijn als de stoommachine toen. We weten al dat het om transformatieve technologie gaat en zijn daarom in staat om te sturen. Wij vragen in wezen om meer of minder te doen van dat wat wij al doen. Dus dat is eigenlijk een verandering, maar geen transformatie. Het is geen andere maatschappij die daardoor ontstaat, maar het is een verandering van het bestaande. Met de klimaatramp voldoet het niet voor onze maatschappij om een beetje meer en minder toe doen, en te denken: technologie zal ons wel redden. Misschien moeten wij een beetje verder kijken.

Een andere reden waarom de verlichte utopieën hebben moeten falen, is omdat ze in een traditie stonden die ze zelf heel fel hebben bevochten: de Bijbelse traditie. Dat geldt met name voor Diderot, die bekend was als de prins van de atheisten van zijn tijd. In de Bijbelse traditie zit een klein woord, een vertaling die gek genoeg eigenlijk een foute vertaling is. In Genesis staat dat God tegen Adam en Eva zegt: 'Onderwerp de aarde. Maar volgens linguisten klopt dat in werkelijkheid niet. Daar staat eigenlijk: 'Wees een goede herder tegenover de aarde.' Toch is dat niet wat er in de Latijnse Bijbel te lezen valt. Daar staat dan inderdaad: 'Onderwerp de aarde.'

Deze opdracht om de aarde aan je onderdanig te maken wijkt af van andere verhalen over de aarde, omdat de aarde in alle mythologieën die wij kennen heel actief is. Dat geldt voor Zuid-Amerikaanse mythes, en voor de Maori in Nieuw-Zeeland. Maar laten we de oude Grieken nemen, omdat we hun mythes zo goed kennen. De aarde is Gaia, een godin. En dan heb je Neptunes, de god van de zee en de golven, en Okeanos, de god van de oceaan. Je hebt de nimfen in het woud, en je hebt demonen. De natuur is overal, en de natuur handelt en reageert. De natuur doet iets met de mensen en de goden met wie ze interacties heeft, en daardoor ontstaat een verbinding.

En dan komt het Bijbelse verhaal. Daar zijn het niet de goden die seks hebben om de wereld te creëren, maar is het God (een mannelijke God duidelijk) die de aarde schept. En dat is een passief territorium. De aarde is dood, maar is ook vrouwelijk omdat je haar mag bevruchten. Je mag haar ploegen en graven. Zij is de onderdaan. Het is dat wat de man beheerst, waarmee de mannelijke kracht mag omgaan. Dat is een grote verandering, en die heeft de Verlichting overgenomen door te zeggen: 'Wij zijn de rationalisten die met mechanische uitvindingen zoals de stoommachine alles kunnen veranderen, en de wereld naar ons ideale beeld scheppen.'

Hoe zou het zijn als wij met de klimaatramp tot het inzicht zouden komen dat de aarde toch tegen ons spreekt. En deze aarde, dat zijn geen goden en godinnen meer, maar bestaat uit andere samenhangen. Filosoof Bruno Latour vraagt zich af hoe het zou zijn als wij niet zouden denken: 'Wij leven op aarde. Die is beneden, ik sta daarboven, ik ben boven haar verheven.' Hoe zou het zijn als wij denken: 'Wij leven in de kritische zone, die alles omvat wat er is, tussen de dode rots onder onze voeten en de eeuwige leegte boven onze hoofden. Daar is een klein laagje die wij de atmosfeer noemen, en van die atmosfeer kunnen we leven. Daarbinnen handelen en reageren wij, temidden van miljoenen van andere mensen die dat ook doen. Net als de microben die in ons leven, en buiten ons leven. Net als de jetstream-wind die het weer maakt. De hele wereld handelt en reageert. En wij horen daarbij.

Want als wij lineair doordenken op wat we nu hebben, dan hebben we hetzelfde probleem als de utopieën uit de Verlichting. Dat gaat niet werken. We kunnen niet meer van dit en een beetje minder van dat doen in de hoop een andere uitkomst te krijgen. Wij moeten beginnen met op een andere manier over onszelf na te denken. Zodat wij de stoommachine herkennen die al voor onze ogen staat, maar die we nog niet konden zien.