Toen Rianne van Hassel in 2015 in het ziekenhuis beviel van een dochter, gebeurde er iets vreemds. “Degene die mij begeleidde stond bij het voeteneind van het bed te bellen en zei: ‘Je voelt straks een klein prikje en dan is jullie dochter er’,” vertelt Van Hassel. “Dat was inderdaad zo, mijn dochter lag lekker bij me. Maar toen gingen ze mij opeens hechten.” Zonder dat Van Hassel het wist, was er een knip bij haar gezet.
Aanvankelijk was ze vooral opgelucht dat haar dochter gezond ter wereld was gekomen en stond ze er niet zo erg bij stil. Toch begon het te knagen. In haar geboorteplan stond namelijk dat ze graag toestemming had willen geven voor een knip. “Waarom hebben ze niet geluisterd naar wat ik op papier had gezet? En waarom hebben ze gedacht dat ik iemand was die daar niets over kon zeggen, of niets over te zeggen had?” Toen ze hoorde dat er zoiets bestaat als obstetrisch geweld, ofwel geweld in verloskundige zorg, realiseerde ze zich dat ze precies dat had meegemaakt, en dat ze niet de enige is.