In Brainwash Talks van Human buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer schrijver en theatermaker Mirthe Frese over de moederschapsmythe.


Toen de coronacrisis net twee dagen in volle gang was, circuleerde er een vrij hilarisch filmpje online, van een man die door een onzichtbare stem voor de volgende keuze wordt gesteld: 'A. je gaat in quarantaine met je vrouw en kinderen, of B.' Maar optie B hebben we nooit te horen gekregen, want zonder enige aarzeling kiest de man voor optie B. Conclusie: alles is beter dan thuis opgesloten zitten met je eigen gezin. Ik had er hartelijk om gelachen, mijn vriend had er heel hartelijk om gelachen, maar één gedachte bleef aan mij knagen. Was het toeval dat dit filmpje een mannelijke hoofdrolspeler had? Hadden we het net zo hilarisch gevonden, als een vrouw zonder blikken of blozen voor optie B had gekozen?

Door de coronacrisis was ik binnen 24 uur al mijn werk als zzp'er verloren. En nu zat ik full time thuis, met drie jonge kinderen en een man die opeens de enige kostwinnaar was. Na een paar dagen sloeg de paniek toe – echte paniek. Hoe ga ik dit dag in dag uit volhouden? Een einddatum was toen nog niet in zicht. Ik voelde me langzaam vervreemden van mijzelf. Maar ik was terughoudend me hierover uit te spreken. Echt uit te spreken. Want straks vond men mij nog een slechte moeder!

Nu ik een kleine acht jaar moeder ben, heb ik vaak bewondering geoogst voor het feit dat ik naast het hebben van drie kinderen nog zo veel en zo hard werk. Keer op keer beantwoord ik die twijfelachtige lof met het antwoord dat ik alleen maar redelijk als moeder functioneer, juist omdat ik werk. En dan niet alleen omdat werk een onderbreking vormt van de niet aflatende vraag om aandacht, zorg en huishoudelijke taken, die inherent met het ouderschap zijn verbonden, maar vooral omdat mijn werk me voor een groot deel bevestigt in wie ik ben of wie ik wil zijn.

Ik worstel als moeder niet met de enorme liefde en genegenheid die ik voor mijn kinderen voel, of met de bijzondere taak om deze kleine wezens te begeleiden naar zelfstandigheid. Maar ik worstel wel met het moederschap, of liever gezegd met de hardnekkige beeldvorming rondom het moederschap. Waarom? Omdat ik me er slecht in herken. Maar vooral omdat ik het een eenzijdig en misleidend beeld vind, dat anno 2020 de kansengelijkheid voor vrouwen nog steeds in de weg zit.

Uit de Emancipatiemonitor 2018 van het CBS en SCP blijkt dat bij slechts 1 op de 8 stellen de zorg voor de kinderen gelijk verdeeld is. Een andere onthutsende statistiek uit diezelfde Emancipatiemonitor: nul procent van de ondervraagden vindt het een te wensen uitkomst dat de vrouw meer werkt en de man meer zorgt. Nul procent! Dat iedere vrouw uiteindelijk de vrijheid moet hebben om haar moederschap naar eigen inzicht in te vullen lijkt me evident, dus dit is geen pleidooi tegen de niet-werkende of de deeltijdmoeder. Waar ik voor pleit is dat we het instituut 'moederschap' ontmantelen of grondig herzien. En dat moederschap weer een speerpunt wordt op de agenda van de huidige generatie feministen.

In de beeldvorming over moederschap komen we een paar hardnekkige stereotypen tegen. Bijvoorbeeld, dat moederschap de natuurlijke lotsbestemming is van de vrouw. Dat is een kwalijke aanname. Helemaal voor vrouwen die geen kinderen willen of vrouwen die geen kinderen kunnen krijgen. Bovendien worden dit soort ideeën, over de natuurlijke lotsbestemming van de vrouw, momenteel weer hevig gepropageerd door rechts-conservatieve politieke partijen, die vrouwen het liefst weer achter het aanrecht zien.

Ander hardnekkig idee: dat moederschap instinctief is. Het idee dat je als moeder door je biologie een speciale gave hebt om te weten wat je kind nodig heeft. Dat de moeder vaak de behoeftes van het kind het best kan lezen, komt simpelweg door het feit dat de moeder vaak de meeste tijd met het kind doorbrengt. Dat heet oefening en ervaring, geen instinct.

De hardnekkige beeldvorming rondom het moederschap is eenzijdig en misleidend, en staat anno 2020 de kansengelijkheid voor vrouwen nog steeds in de weg.

Ook opvallend: alleen in onze cultuur is ouderschap, maar dus in de regel vaak moederschap, een particuliere en individuele zaak. Wanneer we gaan kijken naar moederschap in andere culturen, dan valt één ding direct op, namelijk dat de zorg voor het kind een gedeelde taak, van de familie en de gemeenschap is. Hierdoor ligt er dus vanzelfsprekend ook minder druk op de biologische moeder.

En tot slot, de mythe van het genieten, of liever gezegd het 'moeten' genieten van het moederschap. In onze cultuur is kinderen krijgen een bewuste keuze en daarom moet je ervan genieten. Anders had je ze maar niet moeten nemen. In bijna alle berichten die ik tijdens mijn kraamtijd ontving, stonden deze twee woorden: 'Geniet ervan'. Wanhopig schreeuwde ik op een avond naar mijn vriend, afgepeigerd van de gebroken nachten en murw van het vele voeden: 'Ik ben verdomme helemaal niet aan het genieten.' Wat volgde waren tranen, niet van woede maar van schaamte.

De dichter en feminist Adrien Rich schreef in 1970 het baanbrekende boek Uit vrouwen geboren. Waarin ze moederschap onder andere beschrijft als 'constante innerlijke verdeeldheid, het gruwelijk heen en weer getrokken worden tussen moe getergde zenuwen en gelukzalige voldoening en tederheid.' Toen ik deze woorden voor het eerst las, voelde ik een soort van troostende opluchting. Ik voelde me minder schuldig over de ambivalente gevoelens die ik zelf soms over mijn moederschap heb. Schuldgevoel en moederschap lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn.

Dit schuldgevoel wordt vaak toegeschreven aan de biologie van de vrouw. Ik durf te stellen dat schuldgevoel een volledig cultureel en maatschappelijk aangeprate emotie is, die alleen heel goed bodem vat bij de ongelofelijke onzekerheid en verantwoordelijkheid die je als ouder ervaart. Waarom voelen vaders zich dan niet de hele tijd schuldig? Zij ervaren toch diezelfde verantwoordelijkheid en onzekerheid? Het antwoord is denk ik simpel, omdat hen dus ook geen schuldgevoel wordt aangepraat. Omdat vaders niet hebben geïnternaliseerd dat ze hun kinderen te kort doen als ze de zorg voor het kind gedeeltelijk aan een ander overlaten, of hun eigen behoeftes voor die van het kind plaatsen.

Wie of wat praat ons dan deze moederschapsmythe en het bijbehorende schuldgevoel aan? Het is bizar, maar het lijkt erop dat Britse en Amerikaanse kinderartsen uit de jaren 50 − een tijd waarin de meeste vrouwen, in het Westen, zich financieel konden veroorloven om thuis te zitten met koekjes en thee − nog steeds grote invloed hebben op ons denken over moederschap. In de boeken van Dr. Spock en consorten wordt een natuurlijk, intuïtief en exclusief moederschap gepropageerd. Waarin een goede hechting van het kind voornamelijk gemeten wordt in de fysieke aanwezigheid van de moeder. Deze ideologie is dus direct gekoppeld aan het 'niet werken' van de vrouw en vormt nog steeds de basis voor het problematiseren van het combineren van werk en gezin.

Commercie speelt natuurlijk ook een grote rol in onze beeldvorming over moederschap. Decennia lang is ons het beeld van een lelieblanke moeder, die met een grote glimlach een lasagne uit de oven tovert voor haar gezin, terwijl de vader binnen komt rennen van zijn werk, door de strot gedouwd. Tegenwoordig spelen sociale media misschien nog wel een belangrijkere rol als het om onze beeldvorming rondom moederschap gaat. Op Instagram is werkelijk opnieuw een cultus rondom het perfecte of natuurlijke moederschap ontstaan. Moeder zijn op Instagram is een nieuw verdienmodel geworden. Deze Insta-moms verkopen een ideaalbeeld, met een vleugje echtheid, en koppelen dit aan producten en merken door wie ze worden gesponsord. En zo komt het idee in ons hoofd, dat onze baby pas echt goed hecht, wanneer we hem of haar dragen in een vegan draagdoek van 370 euro.

Maar hoe zit het dan met de beeldvorming rondom moederschap in de kunsten en in de literatuur? Wat hebben vrouwelijke intellectuelen over het onderwerp te zeggen? Bar weinig zo lijkt het, als ik mijn uitpuilende feministische boekenkast bestudeer. De meeste rolmodellen die ik heb, Simonde de Beauvoir, Hannah Arendt en Marina Abramović, zijn überhaupt allemaal kinderloos. Maar ook de nieuwe generatie schrijfsters en feministen lijken zowel persoonlijk als in hun werk weinig met het thema op te hebben.

Vandaag de dag komt het onderwerp moederschap in minder dan drie procent van de onderzoeken en papers binnen Genderstudies voor. Voor mij onbegrijpelijk. Waarom is er geen hoogleraar eigentijds moederschap? Het lijkt wel alsof feministen zich zo slecht in de beeldvorming rondom moederschap herkennen, dat ze meteen maar het hele onderwerp terzijde hebben geschoven. En daarom wil ik moederschap terugclaimen. Het weer een speerpunt maken op de feministische agenda. Laten we veel meer over moederschap schrijven, onderzoeken en discussiëren.

Tijdens mijn research voor deze talk kwam ik trouwens wel een aantal fantastische boeken over moederschap tegen, maar deze zijn duidelijk niet doorgedrongen tot de mainstream. Waarom lezen we wel tig boeken over de ontwikkeling van het kind, maar niet over moederschap?

Laten we vooral ook op een inclusieve manier naar moederschap kijken. Het moederschapsideaal, zoals ik dat tot nu toe heb besproken, is in essentie, een Westers cultureel ideaal. Er bestaat veel interessante literatuur van vrouwen van kleur over moederschap. Vrouwen die werk en zorg altijd al hebben gecombineerd.

Laten we ook de werkvloer minder anti-kind maken. Dus dat de domeinen van het werkende leven en het zorgende leven niet zo strikt gescheiden zijn. Op de meeste werkvloeren heerst de onuitgesproken wet dat de zorg voor het kind niet tot nauwelijks mag interfereren met het werk en dat je vooral niet te veel over je kinderen moet praten. Helemaal niet als vrouw.

Een geweldig voorbeeld van iemand die korte metten maakt met dat idee is Jacinda Ardern, de minister-president van Nieuw-Zeeland, die tijdens haar premierschap haar eerste kind kreeg. Sindsdien speelt haar moederschap ook een rol in haar werk, ze moffelt het niet weg. Het is juist voor onze kinderen ook zo belangrijk dat onze identiteit uit meer bestaat dan alleen moeder zijn. Dat we ze kunnen inspireren, door een voorbeeld te zijn. We hoeven uiteraard niet allemaal minister-president te worden, maar wel graag in veel grotere getalen. Want als je de New York Times moet geloven, zijn het bij uitstek de landen geleid door vrouwen die het beste uit de coronacrisis komen.