Ik loop met mijn neefje van drie door de plaatselijke supermarkt. Op de groenteafdeling laat ik hem zoeken naar de mandarijnen en de prei. Die staan op ons lijstje, dus die mag hij in het karretje leggen. Dit goedbedoelde spelletje is van korte duur. Een paar meter verderop lonken namelijk zijn vrienden van televisie. SpongeBob, Peppa Pig en Paw Patrol kunnen niet wachten om hem te verleiden om ook toetjes en koekjes in onze winkelwagen te leggen.
Die figuurtjes staan niet voor niets op de verpakking. Deze vorm van kindermarketing is namelijk heel effectief, zo weten de meeste ouders wel uit ervaring. Maar ook wetenschappelijk gezien is er inmiddels voldoende bewijs dat aantoont dat deze specifieke vorm van marketing zowel directe als indirecte effecten heeft op de kennis, voorkeuren en consumptiepatronen van kinderen. De afbeelding van een kinderidool op een pak koekjes vergroot de herkenbaarheid en aantrekkingskracht van het aangeboden waar en zorgt ervoor dat kinderen het willen hebben. En omdat kinderen nog beperkt zijn in hun mogelijkheden om het product ook daadwerkelijk te kopen, zijn degenen met de portemonnee de klos.
Anno 2018 is ongeveer 1 op de 8 kinderen te zwaar. Alarmerende cijfers die vragen om een effectief gezondheidsbeleid, waarin er aandacht is voor de negatieve invloed die marketing heeft op het eet- en aankoopgedrag van kinderen en volwassenen. Het overgrote merendeel van de producten die via kindermarketing aangeboden wordt, bevat namelijk veel calorieën, suiker, vet en zout en zijn daarmee geen basisvoedingsmiddelen die een kind nodig heeft.
Tekst loopt door onder de afbeelding.