Hij staat bekend als liefdesfilosoof. Met reden: drie van de vier boeken die hij eerder schreef gaan over de liefde: Het romantisch misverstand (2011), Als de liefde voorbij is (2017) en Waarom is het dat de liefde zo is (2021). Toch is het onderwerp van zijn onlangs verschenen vijfde boek geen vreemde eend in de bijt, zegt filosoof Jan Drost aan de telefoon. In Dit is niet het einde vraagt hij zich af hoe te leven tegen de achtergrond van de klimaatcrisis. "In Als de liefde voorbij is, kom ik met een afhankelijkheidsverklaring, waarin ik mezelf afhankelijk verklaar van mijn medemensen, omdat we elkaar nodig hebben. In een voetnoot schrijf ik dat we, zoals we elkaar nodig hebben, ook afhankelijk zijn van de lucht die we inademen, van de bomen, de zee, de aarde. Daarmee liet ik al zien dat dat leven in afhankelijkheidsrelaties typisch is voor de mens."
Zoals in eerder werk schroomt Drost niet om een inkijkje te geven in zijn persoonlijke leven. In dit geval in de klimaatdepressie die hij doormaakte. "Het is een beetje het idee dat je voortstrompelt, iemand je vraagt hoe het gaat en je spontaan in huilen uitbarst. In mijn geval was dat mijn vrouw. We zaten te eten en ik kon geen hap door mijn keel krijgen. Ik hoorde mezelf weer zo’n machteloze tirade geven over de afwachtende houding van onze regeringsleiders. Dat was de eerste keer dat ik dat woord gebruikte: klimaatdepressie. Al denk ik wel dat het een langere opbouwtijd heeft gehad. Het werd steeds erger, tot het er echt inhakte. Wat heeft het allemaal nog voor zin, vroeg ik me af."