Het was voor gedragswetenschapper Reint Jan Renes bijna een surreële ervaring, om tijdens de coronacrisis te zien dat we wél in staat zijn om mensen massaal ander gedrag te laten vertonen. Maar waarom lukt dat niet met de klimaatcrisis? 'We moeten de klimaatcrisis radicaal collectief maken, net als de coronacrisis.'


Stel dat je de kraan van een bad aan hebt laten staan met de stop van het bad er nog in, en het bad overstroomt. Wat doe je dan? Je doet de kraan dicht, haalt de stop eruit en gaat dweilen. Het is een voorbeeld dat Reint Jan Renes regelmatig aanhaalt om te laten zien hoe ons handelen verschilt als het op de klimaatcrisis aankomt.

Reint Jan Renes zet zich in voor een duurzame transitie als lector Psychologie voor een Duurzame Stad aan de Hogeschool van Amsterdam en als onderzoeker. Tijdens de coronacrisis was hij lid van de Corona Gedragsunit van het RIVM, waar hij advies gaf bij overheidscampagnes. We spreken hem over de lessen die hij uit de coronacrisis trekt en waarom we niet radicaal kunnen of willen veranderen wanneer het op de klimaatcrisis aankomt.

En, waarom maken we niet radicaal duurzamere keuzes?

'Het voorbeeld van de badkuip die overstroomt gebruik ik om 'morele vervreemding' uit te leggen. Zo'n badkuip is heel concreet. Het is jouw badkuip die overstroomt, niet die van een ander. Je kan niet zeggen: ik zie het probleem, maar ik heb niet het gevoel dat ik er iets aan moet doen. Nee, je moet iets doen en wat je moet doen is heel concreet. De consequentie van niets doen is ook heel duidelijk, dan stroomt het water vanzelf vanuit je plafond naar beneden.

In het klimaatvraagstuk weten we dat het door mensen komt dat de aarde opwarmt, maar diezelfde mensen nemen daar toch afstand van en denken: het is niet aan mij om hier nu iets aan te doen. Het is ook veel moeilijker om op te lossen, want als ik duurzame keuzes maak, zie ik niet meteen dat weersextremen zoals de overstroming in Limburg afnemen.

Aan de ene kant is de morele vervreemding een soort zwakte in onszelf, een excuus om niks te doen. Maar het is ook heel complex. Daarom zou je bijna op OMT-niveau hele duidelijke stappen willen zetten waarmee je een verschil kan maken.'

We weten dat het door mensen komt dat de aarde opwarmt, maar diezelfde mensen nemen daar toch afstand van en denken: het is niet aan mij om hier nu iets aan te doen.

Stoort het je, de houding van morele vervreemding?

'Ik vind het vooral zorgwekkend, omdat de copingstrategieën, (wat we doen om met problemen om te gaan, red.) die we toepassen op ons eigen handelen ervoor zorgen dat we zo weinig doen. Dat we het elke keer weer uitstellen naar morgen en ondertussen een soort naïviteit hebben dat het vanzelf wel goed komt.

Drie strategieën kunnen ons tegenhouden om te veranderen. Een is dat je de schade van je eigen handelen verkleint; zo erg is het toch niet wat ik doe. De tweede dat je een vergelijking maakt met een ander die nog niks doet en dat positief naar jezelf toe vertaalt; wat ik doe is vergeleken met een ander nog best wel goed. En de derde is dat je de verantwoordelijkheid bij iemand anders neerlegt. Dat je de klimaatcrisis erg vindt, maar ook dat het aan de overheid ligt om daar iets aan te doen.

De verantwoordelijkheid ligt bij zowel burgers, bij de overheid als bij bedrijven. Ik vind wel dat onze rollen anders zijn. De overheid is degene die de regie moet voeren, maar de verantwoordelijkheid ligt bij ons alle drie.

Ik vind het interessant dat de druk op bedrijven toeneemt om maatschappelijke verantwoordelijkheid voor dit type vraagstukken te dragen, maar de overheid is ervoor opgericht om voorbij het individu te kijken en te zeggen wat goed is voor een collectief.'

Reint Jan Renes is gedragswetenschapper

Schuift de overheid die taak op het gebied van klimaat van zich af?

'Op klimaattoppen wordt steeds door wereldleiders de urgentie van het probleem besproken en worden er afspraken gemaakt. Maar ondertussen gaat de opwarming van de aarde gewoon door en lukt het ons maar niet om te handelen. Dit zie je in de grafiek van Climate in Action Stripes, de kleur van de grafiek geeft aan hoe de aarde sinds de jaren zeventig opwarmt, van blauw naar donkerrood. Tegelijkertijd zijn alle klimaattoppen weergegeven in de grafiek.

Het laat zien dat we weten en uitspreken dat we iets moeten doen, maar dat we moeten vaststellen dat we steeds maar niet in actie zijn gekomen. Het bad stroomt nog steeds over. En meer dan ooit.'

Wat zou onze reactie moeten zijn?

'Ik denk dat we niet meer vanuit een false consensus over dit soort dingen mogen praten. Dat we het niet meer in generieke termen over dit vraagstuk hebben zonder dat we aanwijzen wie iets gaat doen. En zonder dat we heel duidelijk vaststellen hoe we dat gaan monitoren, om te controleren of we ons wel aan de afspraken houden.

Voor mij als gedragswetenschapper is het belangrijk om te zoeken hoe we die motivational gap kunnen dichten, zodat we de intenties die we hebben ook daadwerkelijk gaan implementeren. En dat we met elkaar daar een soort van psychologisch contract over opstellen.'

Je was vanaf het begin van de coronacrisis betrokken bij een team dat advies gaf bij overheidscampagnes, vanuit je functie als gedragswetenschapper. Wat heeft de coronacrisis je geleerd?

'Lang werd gezegd: je kan mensen niet massaal ander gedrag laten vertonen. Dat is onzin gebleken. We gingen in maart 2020 massaal ander gedrag vertonen, door onder andere anderhalve meter afstand van elkaar te houden. Dat het moeilijk is om dat lang vol te houden is wat anders. Maar als je kijkt naar wat we twee, drie jaar lang gedaan hebben; dat was voor mij als gedragswetenschappers bijna een surreële ervaring.

De coronacrisis is een collectief vraagstuk, dat we samen moeten oppakken. En het was vooral een gedragsvraagstuk, want via het gedrag van mensen moest de pandemie worden gecontroleerd. Een van de dingen die ik heb geleerd is dat het heel belangrijk is dat er iets tastbaars is om naar te kijken. Dat je ziet dat je gedrag invloed heeft op de crisissituatie. Het tweede is dat het heel erg helpt als een overheid zegt dát het heel urgent is en uitlegt wat we eraan gaan doen. Dat de overheid die regiefunctie ook daadwerkelijk pakt. Een derde les is het belang van kennis. Ik doe wel eens een spel met studenten. Ze moeten dan gaan staan en blijven staan als ze het OMT kennen. Dan blijven ze allemaal staan. Maar als ik vraag wie het IPCC kent, gaan ze allemaal zitten.'

Op welke manier kunnen leiders die lessen uit de coronacrisis vertalen naar de klimaatcrisis?

'Het is grappig dat jij expliciet leiders noemt. Als overheid moet je juist niet de eigenaar worden van het vraagstuk, niet zeggen dat je het namens iedereen gaat oplossen. Nee, we moeten de klimaatcrisis radicaal collectief maken. Net als bij de coronacrisis; alleen samen krijgen we het onder controle.

Dat betekent dat leiders niet vanuit hun eigen kamertje werken, maar het daadwerkelijk met de samenleving oppakken. En dan moeten zij ook iets loslaten van de eigen controle daarop en mensen laten meewerken vanuit burgerberaden. Want mensen willen niet zozeer onderdeel van het probleem zijn, maar veel liever onderdeel van de oplossing.

De slogan van de coronacrisis was 'alleen samen krijgen we corona onder controle'. Ik vind dat een interessante, want 'alleen samen' staat ook voor een overheid die zegt: doe wat wij zeggen. Maar het staat er omgekeerd ook voor dat je aan de overheid mag vragen om op een andere manier te gaan werken. Dat samen moet op een gelijkwaardig niveau zijn. Geef als leider de ruimte aan alle collectieven die bestaan om bij te dragen.'

Ik denk ook aan organisaties als Extinction Rebellion, collectieven van een nieuwe generatie die in protest komt tegen het beleid.

'In het boek The Wall van Joris Lanchester wordt dat intergenerationele conflict heel mooi weergegeven. Het boek beschrijft – als een soort van 1984 van George Orwell – een situatie in de toekomst. We zijn jaren verder, de zeespiegel is gestegen en Groot-Brittannië heeft zich met dijken afgezonderd van de rest van de wereld. Het is ijskoud geworden en je ziet het conflict tussen de jongeren die bijna niet meer met hun ouders en grootouders kunnen praten, omdat ze vinden dat zij de wereld hebben verraden met hun gedrag.

Het is iets waar ik benieuwd naar ben en ook zorgen over heb, hoe dat intergenerationele conflict zich zal ontwikkelen. In het verhaal is het ijskoud, maar je krijgt het ook ijskoud als je het leest. Je voelt de kou optreden.'

Dat is wel heel apocalyptisch. Wat kunnen we doen om het tij te keren?

'Met mijn onderzoeksgroep kijken we naar vier gebieden waar je keuzes in kan maken: het gaat om wonen, reizen, eten en consumeren. Ik zou iedereen willen aanraden om naar die vier gebieden te kijken en een keuze te maken waar je het meeste mee kan. Bedenk voor jezelf wat dat stapje is, benoem het en laat het ook weten aan iemand die je goed kent. Door het aan een ander te benoemen wordt het een soort van publieke verbintenis aan dat stapje.

Zo'n eerste stap is belangrijk. Zoek uit waar je die het makkelijkste in kan zetten. Wanneer die stap helemaal geïntegreerd is in je dagelijkse leven, kan je uitvogelen wat de volgende stap kan zijn. Vorig jaar is er een mooie analyse verschenen, waarin is aangetoond dat dit soort klimaatvriendelijk handelen je echt gelukkiger maakt. Het is dus een eerste stap voor een beter klimaat, maar ook een eerste stap naar nog meer geluk.'

Heb je zelf ook zo'n stap gezet?

'Sinds een maand ben ik eindelijk overgestapt naar een duurzame bankrekening. Dat was iets wat ik heel lang wilde. Maar elke keer was er iets anders dat ik nog moest regelen. De Oekraïne-crisis was voor mij het laatste duwtje, omdat ik naast een beter klimaat ook een bank wilde die met zijn investeringen geen oorlogen stimuleerde.'

'Het boek van Jelmer Mommers was een enorme eye-opener voor me. Het is best een pijnlijk boek, maar er staan ook best wat concrete oplossingen in. Wat ik heel sterk vond aan wat hij zegt is dat je iedere dag keuzes maakt met je portemonnee. Je geeft je geld uit aan een winkel, een dienst of een bank. Elke keer dat je geld uitgeeft, kan je stemmen op wat voor soort wereld je eigenlijk wil. Geef je het uit aan een organisatie die totaal niet duurzaam is of aan een die denkt aan het maatschappelijk belang?

Het kan een gebeurtenis, een inzicht, een film of een boek zijn dat je de duwtjes heeft en helpt die keuzes te maken. Mijn onderzoeksgroep houdt me ook scherp. Ze vroegen me laatst: 'Reint, ben je nu al overgestapt van bank?' Omdat ze weten dat ik dat wil. Dus het is ook goed om dit soort gesprekken collectief te maken, zonder dat het met een soort morele superioriteit gepaard gaat. Of met schuld of schaamte. Maar gewoon in de onderliggende intrinsieke betrokkenheid met elkaar.'