Vaak praten we daaromheen. Vaak praten we over klimaatverandering. Alsof we op de tribune zitten, we kijken naar de spelers op het veld, we zien hoe ze ploeteren – hoe ze er niet uitkomen. Maar als dit een wedstrijd is, dan staan wij allemaal opgesteld. En het veld waarop we staan is de aarde, en ook de mensen die zich afzijdig houden doen mee. Zelfs als je denkt 'ik doe niet mee', dan doe je mee. Dan laat je de dingen zoals ze zijn. Dan accepteer je dat dit is zoals het is, dat het hopeloos is.
Dat is misschien wel het grootste gevaar bij klimaatverandering. Dat we merken dat het niet weggaat, dat het steeds warmer wordt, dat de uitstoot nog steeds stijgt. En daarom concluderen dat het geen zin heeft. Want er is toch geen 'oplossing'. En het 'gevecht' tegen die opwarming gaan we niet winnen, dus waarom zouden we er dan nog iets aan doen? Als alles al verloren is, waarom zou jij dan nog zonnepanelen gaan kopen?
En ik begrijp die redenering, ik begrijp hem, echt. Maar hij klopt niet. Dus als je één ding meeneemt, laat het dan dit zijn: het is niet alles of niets. Het is niet óf de klimaatdoelen halen óf verzuipen. Er is geen scheidsrechter die gaat affluiten, geen dag des oordeels waarna we of genoeg, of te weinig hebben gedaan. Weet je waar het klimaatdebat om draait? De schade beperken en ons aanpassen. Daar komt het op neer. Een wereld die 1,5 graad opwarmt is veel leefbaarder dan eentje die 2 graden opwarmt. 2 graden is beter dan 2,5. En 2,5 graad is beter dan 3, enzovoort.
Die schijnbaar kleine verschillen betekenen voor honderden miljoenen mensen het verschil tussen ondraaglijke hitte, en hete maar leefbare zomers. Het verschil tussen je kunnen aanpassen en weggedreven worden door een stijgende zeespiegel. Dáárom moeten we ons best doen. Echt ons best doen. Daarom moeten wij ons deel doen, ook als anderen het nalaten.
Elke stap heeft zin. Elke ton CO2 die we niet uitstoten, is er één. Elk stuk bos dat niet wordt gekapt, of wel wordt aangeplant, doet ertoe. Elk natuurgebied dat behouden blijft, is winst. En laat niemand je vertellen dat hij al weet hoe slecht het gaat aflopen. Want dat kunnen we nog helemaal niet weten. Dat is voor mij uiteindelijk altijd de grootste bron van hoop: het gedrag van CO2-deeltjes is voorspelbaar, dat van mensen niet.