Ruim duizend doden, miljoenen ontheemden en ziekenhuizen en scholen die in puin liggen. In Pakistan zetten grote overstromingen deze zomer een derde van het land onder water, met een humanitaire ramp tot gevolg. De oorzaak? Klimaatverandering. Nu de gevolgen van klimaatverandering steeds tastbaarder worden, staat klimaatschade hoog op de agenda van de klimaatconferentie in Sharm-El-Sheikh. En daarmee de vraag wie moet opdraaien voor de enorme kosten van die schade, die het globale zuiden het hardste voelt, maar die het globale noorden voor het grootste deel heeft veroorzaakt. Joyeeta Gupta, hoogleraar milieu en ontwikkeling in het globale zuiden, houdt zich al decennia bezig met dit soort vraagstukken. In de loop der jaren heeft ze de discussie over klimaatrechtvaardigheid zien veranderen.
Hoe gaan we klimaatverandering een halt toeroepen? En wie moet de rekening betalen voor onomkeerbare klimaatschade? Dat vragen regeringsleiders, ngo’s en activisten zich af. Volgens hoogleraar Joyeeta Gupta moet het vooral over klimaatrechtvaardigheid gaan. Want het is de hoogste tijd dat de grote uitstoters hun verantwoordelijkheid nemen.
Betalen voor de schade die je hebt veroorzaakt
“Toen ik in de jaren 90 onderzoek wilde doen naar klimaatrechtvaardigheid, kreeg ik de opmerking dat billijkheidsvraagstukken normatief en niet wetenschappelijk zijn,” vertelt Gupta. “Ik moest een ander frame kiezen. Ik ging bijvoorbeeld onderzoek doen naar het elektriciteitsdilemma in Azië, of naar ‘machtsverhoudingen tussen rijke en arme landen’. Pas afgelopen maand kreeg ik van de NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, red.) voor het eerst financiering voor een klein project over rechtvaardigheid.”
Ook tijdens klimaatconferenties was rechtvaardigheid lang een moeilijk onderwerp. Want wie het over rechtvaardigheid heeft, heeft het over aansprakelijkheid en het nemen van verantwoordelijkheid. “Tijdens de klimaatconferentie van 1990 werd al wel een discussie gevoerd over aansprakelijkheid,” legt Gupta uit, “maar die werd snel van tafel geveegd omdat westerse landen niet aansprakelijk gesteld wilden worden voor het klimaatprobleem. Toen is de focus verschoven naar wat mitigation and adaptation wordt genoemd (het verminderen van de uitstoot en het aanpassen aan de huidige en toekomstige effecten van klimaatverandering, red.). Rijke landen wilden wel minder uitstoten, maar niet betalen voor aanpassing, want, zo redeneerden ze, dat is lokaal, dat is iets van daar. Maar als je vanuit een perspectief van verantwoordelijkheid redeneert, dan zou je natuurlijk wél moeten betalen voor de aanpassingen die nodig zijn vanwege de uitstoot die jij hoofdzakelijk hebt veroorzaakt.”
Schuiven met geld
Tijdens de klimaattop in Egypte staat klimaatschade, ofwel loss and damage, expliciet op de agenda. Daarmee wordt de schade bedoeld die je niet had kunnen voorkomen door mitigation of adaptation, zoals de overstromingen in Pakistan. Ontwikkelingslanden willen graag dat daar een nieuw fonds voor komt. Op zich een goed idee, maar ook symbolisch, volgens Gupta. “Heel cynisch gezegd denk ik dat westerse landen best bereid zijn om de komende dertig jaar over loss and damge te praten, maar vervolgens niks of alleen een symbolisch bedrag willen betalen. Want dat is hoe het de afgelopen dertig jaar ook is gegaan.”
Ook Mark Rutte was in Sharm-E-Sheikh en deed alvast een duit in het zakje: hij kondigde aan dat Nederland 100 miljoen uittrekt voor een speciaal programma dat Afrikaanse landen moet helpen om zich aan te passen aan klimaatverandering. “Ik hoor jullie roep om solidariteit,” zei hij. “Afrika staat aan de frontlinie van een klimaatnoodtoestand die het niet heeft veroorzaakt.” Gupta heeft daar nog maar weinig boodschap aan. Zo is het bijvoorbeeld onduidelijk waar dit geld vandaan komt en of het om een lening of een gift gaat. In het algemeen denkt ze dat landen niet zozeer meer geld zullen gaan geven, maar vooral geld anders zullen gaan labelen. “Heel veel ontwikkelingsgeld zal hernoemd worden als klimaatgeld. Dan zeg je: ik gaf geld voor drinkwater, nu geef ik geld voor water in verband met klimaat.” Toch is het belangrijk dat de klimaattop wordt gehouden, vindt ze. “Een jaarlijkse bijeenkomst van alle landen betekent dat ieder land moet nadenken over welke stappen het gaat zetten. Alle landen moeten rapporten inleveren en meedoen in het onderhandelingsproces.”
In 2015 werd in Parijs afgesproken dat rijke landen vanaf 2020 jaarlijks 100 miljard dollar beschikbaar zouden maken voor mitigation and adaptation, los van ontwikkelingsgeld. Dat doel is nog niet bereikt. Nu wordt dus gepleit voor een nieuw fonds, speciaal voor loss and damage.
Joyeeta Gupta is hoogleraar milieu en ontwikkeling in het globale zuiden aan de Universiteit van Amsterdam en IHE Delft. Ze deed haar opleiding in haar geboorteland India en in de Verenigde Staten en woont ruim dertig jaar in Nederland. Ze was hoofdauteur van het Intergovernmental Panel on Climate Change dat in 2007 samen met Al Gore de Nobelprijs voor de vrede kreeg. Ook was ze co-voorzitter van de Global Environment Outlook 6 (2019), een onderzoek van de Verenigde Naties naar de stand van milieu, klimaat en gezondheid. Gupta heeft verschillende boeken op haar naam staan, waaronder History of Global Climate Governance (2014).
Greenwashing van je kolencentrale
Klimaatactivist Greta Thunberg ziet dat anders, zij noemde de klimaattop eerder deze maand een mooie gelegenheid voor regeringsleiders om aan greenwashing te doen. Om zich groen voor te doen zonder echt groen te zijn. En ja, daar zit wat in, ziet Gupta, juist in dit jaar waarin de prijzen van fossiele brandstoffen zijn gestegen door de oorlog in Oekraïne. “Heel veel landen komen terug op klimaatbeloften die ze eerder hebben gedaan. Iedereen is nu bezig met subsidies voor fossiele brandstoffen en in Europa gaan kolencentrales weer open.” Dat verandert ook de dynamiek tussen het globale noorden en het globale zuiden tijdens deze top. “Het is nu natuurlijk ongeloofwaardig om tegen ontwikkelingslanden te zeggen dat ze minder fossiele brandstoffen uit moeten stoten.”
Zijn de hoge prijzen van fossiele brandstoffen wel een wake-up-call voor Europa? Ja, maar het laat vooral zien dat landen geen plan B hadden, volgens Gupta. “Het is niet zo dat ze dachten: de Russen stoppen met het leveren van gas, dan gaan we van het gas af. Niet de oorlog is het probleem, maar dat onze politiek partijen dit onderwerp steeds naar voren hebben geschoven.”
De roep om rechtvaardigheid
De voor de hand liggende oplossing voor het klimaatprobleem, namelijk stoppen met fossiele brandstoffen, zal ervoor zorgen dat de roep om rechtvaardigheid steeds luider gaat klinken, verwacht Gupta. “Want als de uitstoot elk jaar krimpt, zul je de beschikbare uitstoot steeds meer moeten delen. Dan krijg je de vraag: waarom mag ik minder uitstoten dan een ander?” Die vraag zullen arme landen aan rijke landen gaan stellen, maar ook binnen landen zal rechtvaardigheid een steeds groter thema worden. Bijvoorbeeld als het gaat om het verschil tussen bedrijven en burgers. “Kijk naar de gele hesjes in Frankrijk, die vonden dat de gewone burger te veel moest gaan betalen.”
Om een antwoord te vinden op dit soort rechtvaardigheidsvraagstukken is onderzoek cruciaal, volgens Gupta. Zelf publiceerde ze deze maand samen met collega’s een onderzoek naar de vraag of het mogelijk is om iedereen eerlijke toegang te geven tot water, voedsel, energie en infrastructuur en tegelijk binnen de grenzen van de planeet te blijven. Ja, stellen de onderzoekers, maar dan is herverdeling wel noodzakelijk. “De rijkste 1 tot 4% van de mensen is nu verantwoordelijk voor een groot deel van de uitstoot,” licht Gupta toe. Zij zullen dus moeten gaan inleveren.
En in de tussentijd? Allemaal de auto uit en de trein in, om te beginnen. “We moeten niet te veel tijd besteden aan elektrische auto’s,” vindt Gupta. De delving van zeldzame aardmetalen is schadelijk en het is simpelweg onmogelijk om de hele wereld van een elektrische auto te voorzien. Investeren in toegankelijk openbaar vervoer is daarom de oplossing, ook in ontwikkelingslanden. Minder vlees eten helpt ook, en van het gas af gaan. Maar we kunnen dat niet alleen, benadrukt ze. De staat heeft een grote verantwoordelijkheid en moet beter nadenken over de lange termijn, in plaats van alleen over de komende vier jaar. “Waarom wordt het openbaar vervoer in januari duurder terwijl er minder treinen gaan rijden? Wat is de strategie? Waarom is er nu het advies korter te douchen en de thermostaat op 19 graden te zetten? Dat kon dertig jaar geleden ook al.”