De laatste tijd moet ik vaak aan de Efteling denken. Niet alleen door het feit dat het park er nu helemaal verlaten bij ligt en dit een ideaal moment zou zijn om lekker in je eentje tien keer in de Python te gaan, maar ook in symbolische zin: veel verhalen en beelden in de Efteling lenen zich goed voor metaforen.


We kennen natuurlijk alle klassieke allegorische verhalen uit het sprookjesbos, zoals Roodkapje en Klein Duimpje. Ook is bekend dat Geert Wilders in de Droomvlucht zijn ideaal terugziet van een folklore Anton Piek-achtig Nederland. Minder bekend is de Oude Tufferbaan.

De Oude Tufferbaan is een rijbaan voor kinderen waar je in nagemaakte Ford oldtimers in een slakkentempo (6,5 km per uur) over een tramrail-achtige parcours door een gethematiseerd landschap met heuveltjes, bruggen en vijvers kan rijden. Voor kinderen is dat geweldig, want zij wanen zich even een volwassene achter het stuur, terwijl ze de auto aan beide kanten hooguit 30 cm kunnen bijsturen.

De hamvraag is: gebruiken we deze gedwongen pauzetijd alleen voor snel herstel, of juist ook voor noodzakelijke duurzame hervormingen?

Net als onze economie ligt de Oude Tufferbaan op z'n gat: de attractie is gesloten, de karretjes staan netjes achter elkaar geparkeerd. De karretjes volgen een bepaalde logica, want zij zitten in een vaste baan: onze consumptie- en productie-infrastructuur, onze voedselvoorziening, mobiliteit en huisvestiging. Het gedrag van de wagentjes – wij consumenten – wordt tot op grote hoogte bepaald door de dwingende route van de vaste baan.

Nu heb je in dat Ford-karretje natuurlijk wel enige bewegingsvrijheid: je kunt een beetje naar links en rechts sturen. Maar uiteindelijk ben je zeer beperkt in het beïnvloeden van de algehele koers van de baan. 'Consumenten zijn geen absolute heer en meester over de keuzes die ze maken', aldus socioloog Hans Dagevos. 'Deze worden beïnvloed door socioculturele (wat normaal, aantrekkelijk of goed wordt gevonden), fysieke (wat beschik-, bereik- en betaalbaar is) en situationele omstandigheden. Die consumptieve context bevordert bepaalde keuzes en belemmert andere.'

Nu weten we inmiddels wel dat de baan – ons op fossiele brandstof en groei gebaseerde economische systeem – onhoudbaar is geworden. Met wereldwijd ongewijzigd beleid koersen we nu af op meer dan drie graden opwarming tegen het einde van deze eeuw, terwijl de internationale wetenschappelijke gemeenschap duidelijk heeft aangegeven dat meer dan anderhalve graad (de doelstelling van Parijs) onverantwoord is.

Om de route van de Oude Tufferbaan te veranderen is dus meer nodig. Stevig (internationaal) beleid is onmisbaar. Denk aan ambitieuze regelgeving, een investerings- en belastingbeleid, duurzame lange post-groei termijnstrategie, een Green Deal. Ook de Efteling heeft de ambitie om in 2030 klimaatneutraal te zijn.

Nu wordt het echt interessant. Want er doet zich op dit moment een unieke situatie voor: het park is gesloten. Hét moment om geplande onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, werk dat onder normale omstandigheden, als het park open is, alleen op gezette tijden kan plaatsvinden. Maar naast het noodzakelijk onderhoud biedt deze abrupte stillegging ook de kans om dingen te veranderen, te vernieuwen. Zo zou je de attracties kunnen aanpassen, om slijtage te voorkomen, of de ervaring nog beter te maken.

De hamvraag is dus: gebruiken we deze gedwongen pauzetijd alleen voor snel herstel en onderhoud, of juist ook voor fundamentele veranderingen, voor noodzakelijke duurzame hervormingen? Laten we alleen de loodgieters aan het werk, of ook de architecten?

Het antwoord hebben we nog niet. Wel is duidelijk dat de verbouwing van een attractie niet zomaar vanzelf zal gaan en dat er genoeg behoudende krachten zijn die de attractie weer zo snel mogelijk willen open gooien. Daarom is het juist nu belangrijk om naast een exitstrategie, ook over een toekomst- of hervormingsstrategie na te denken.

Als je even uitzoomt en de geschiedenisboeken erbij pakt, zul je al snel zien dat dit helemaal niet zo uitzonderlijk is. Economische paradigmaveranderingen zijn historisch gezien vrij normaal. 'Na de Grote Depressie werd in de jaren 40 laissez faire ingeruild voor Keynesiaans economisch beleid. Tijdens de stagflatie van de jaren 70 werden Keynes' ideeën vervolgens ingeruild voor het neoliberale beleid van Friedman en Hayek. Nu is het opnieuw tijd voor een paradigmawissel', aldus de Nederlandse econoom Martijn van der Linden

Afgelopen weken hebben we als samenleving laten zien dat we, als we geconfronteerd worden met een acute bedreiging, serieus luisteren naar wat de (medische) wetenschap ons vertelt. Nu de roep in de samenleving harder wordt om meer experts te laten meedenken over een exit-strategie, is het hoog tijd om ook serieus te luisteren naar wat die andere (klimaat)wetenschappers ons al decennia vertellen: dat we onze economie rap moeten ombouwen.

In feite betekent dit deels dat we versneld doen wat we met z'n allen in Parijs hebben afgesproken en dus sowieso al van plan waren. En terwijl we dat doen kunnen we hopelijk snel afscheid nemen van het 'tijdelijk abnormaal', van anderhalvemetersamenleving, en vervolgens doorleven in een nieuw normaal: de anderhalvegraadsamenleving. De Efteling kan dan ook gewoon weer open.