'Als je niet weet wat je moet doen, doe dan niks', was het advies dat ik kreeg tijdens een theaterworkshop De vloer op. Mijn medespelers en ik kregen een lastige situatie voorgeschoteld, waarvan we al improviserend een theaterscène maakten. We liepen vast in gepraat: ieder herhaalde met andere woorden steeds hetzelfde.
Het nietsdoen hielp. 'Ik ga bij je weg', riep mijn partner in de scène me toe. Ik bleef stil. 'Ik ga bij je weg, hoor je me niet?' herhaalde hij. Ik deed niks, keek hem aan. Daarop zette hij een tirade met klachten en verwijten in, eindigend met 'je wil ook nooit iets'. Ik reageerde niet, maar bleef hem zonder veel expressie aankijken. Hij viel stil. Ongemakkelijk keek hij me aan, voor het eerst. 'Wat ik wil? Ik wil heel graag verder met jou', was mijn eerste zin. Je wilt iets zeggen, maar je doet het niet. Je wacht. De ander praat verder en zegt steeds meer, en je wacht. Je luistert beter als je niks zegt. Ik hoorde waar mijn medespeler naar op zoek was.
Je zou kunnen denken: mooie raad om je relatie te redden, maar geen manier om de grote problemen van onze tijd het hoofd te bieden. Toch is het onmisbaar in een wereld waar echt luisteren zeldzaam is. Op sociale media zie ik de felle reacties toenemen. We maken elkaar uit voor klimaatdrammer en klimaatontkenner. Als je je niet gehoord voelt, verhef je je stem. We vergeten dat praten zonder luisteren is als schreeuwen tegen de wind: niemand die het hoort.
Het klimaat verandert, hoe hard wij ook roepen. Het gletsjerijs smelt en trekt zich niks van onze pogingen elkaar te overschreeuwen aan. Klimaatjournalist Jelmer Mommers schrijft dat 'we moeten aanvaarden dat er een enorme spanning zit tussen de onverzoenlijkheid van het klimaat en de modderigheid van democratische en internationale besluitvorming.' Hij pleit voor onverstoorbaar volhouden. Ik denk dat we daarin ook stilte nodig hebben. We zijn verlegen met de situatie van het klimaat; het ontbreekt ons aan een antwoord. De klimaatverandering is zo krachtig, onvoorspelbaar en groot, dat we niet meteen een oplossing hebben. Tegelijkertijd voelen we de druk en urgentie toenemen. Tijd om te luisteren? Hebben we niet. Maar dat is wel nodig. Juist nu.
Stadsmaker Floor Ziegler begint met lopen. Als ze een project start, maakt ze eerst een wandeling door de wijk. Nieuwsgierig gaat ze gesprekken aan. Ze luistert vooral. Daarvoor heeft ze een eenvoudige methode. Ze stelt drie vragen: 'Wat zit je dwars?', 'Wat heb je daar zelf aan gedaan?' en 'Wat is je hobby?' Zo leert ze mensen kennen. Bij de eerste vraag vertellen mensen wat ze belangrijk vinden, de tweede laat hun directe betrokkenheid zien, en bij de laatste vertellen ze waar ze goed in zijn en wat ze graag doen. Zo ontdekt ze wie van koken houdt en wie een handige klusser is. Daar haakt Ziegler in een later stadium op in, als ze mensen vraagt om mee te doen in het samen oppakken van een probleem in de wijk. Zo ontdekt ze wat voor thema's er leven, wie belangrijke initiatiefnemers zijn en waar mensen samenkomen om elkaar te ontmoeten.
In het dorp Kockengen, een plaats die veel last heeft van hoge waterstanden, gingen ambtenaren en experts in gesprek met bewoners. De bewoners hadden door hun ervaring met overstromingen onverwacht specifieke informatie. Daarmee kon een effectieve aanpak per wijk ontwikkeld worden. De problemen die de bewoners aankaartten, zoals het snel verzakken van de straat, hielpen in de materiaalkeuze voor het onderhoud van de straat: lichtere materialen vertragen het proces van grondverzakking. Voor bewoners betekent dit dat er minder vaak overstromingen zijn, essentieel voor hun woongenot. De gemeente heeft door deze keuze lagere onderhoudskosten. Het kostte meer tijd en energie om echt naar de bewoners te luisteren, maar uiteindelijk had dat dus voor iedereen meerwaarde.
'Als je niet weet wat je moet doen, doe dan niks'. Dat advies willen we niet horen als het om klimaatvraagstukken gaat. We willen iets doen, het liefst meteen. Maar laat die onrust maar bestaan. Wees stil. Wees verlegen. Zo kan je beter luisteren naar andere betrokkenen. Klimaatverandering is immers van ons allemaal. Vanuit dat uitgangspunt handelen we nog te weinig. We zetten elkaar weg met snelle oordelen, terwijl we elkaar nodig hebben in deze grote verandering.
'Het is duur om Nederland in 2050 van het aardgas te krijgen, maar de kosten lijken niet eens het grootste probleem, verduurzaming is vooral een sociale operatie', zegt gebiedsregisseur Roland Otto van de Eindhovense woonstichting 'Thuis'. In de Eindhovense volkswijk 't Ven werd daarom een actieve klankbordgroep van bewoners opgericht die bemiddelt tussen bewoners en de woningcorporatie. Dat werkt. Zij houden direct contact met de buurtbewoners, horen klachten en proberen samen problemen op te lossen. Zo'n klankbordgroep is een vorm die alleen werkt bij de gratie van goed luisteren.
Door deze samenwerking kantelde de negatieve beeldvorming over de energietransitie in deze wijk. Het gevoel dat we van de overheid van het gas af moeten, maakte plaats voor de wens van bewoners om van het gas af te willen. Renovatie van vochtige, tochtige en gehorige huizen resulteerde in moderne, goed geïsoleerde en comfortabele woningen met een lage energierekening. Als bijvangst gingen mensen in de wijk elkaar spontaan met allerlei klusjes helpen.
Een ander voorbeeld van het effect van naar elkaar luisteren is het initiatief 'groenblauwe schoolpleinen' dat klimaat centraal zet in het ontwerp van een schoolplein: blauw staat voor water en groen voor beplanting. Zo werd in Maassluis werd samen met onderwijzers, kinderen, ouders en ontwerpers een schoolplein herontworpen. Omdat deze partijen samen het ontwerp maken, komen verschillende belangen samen.
De kinderen kijken natuurlijk hoe ze fijn kunnen spelen: kiezen spannende dingen als hoogteverschillen, boomstammen en een wilgentunnel. De onderwijzers voegen didactische elementen toe: op een daktuin wordt groente verbouwd zodat leerlingen leren hun eigen groente en kruiden te kweken. Ook doet de daktuin dienst als buitenlokaal. De ecologische ontwerpers kijken naar de opvang van regenwater, en kiezen voor veel aarde en houtsnippers op het plein om een betere afwatering te hebben. Tegelijk is dat zachter en veiliger om op te spelen, wat de ouders gerust stelt. En iedereen ervaart dat er een manier is om een klimaatvriendelijk schoolplein te maken.
Dit soort voorbeelden zijn vanuit groot klimaattechnisch oogpunt niet revolutionair. Maar ze zijn wel opmerkelijk door de sterke steun van de gemeenschap. Zeker als je kijkt naar het soms grote verzet tegen klimaatregels is dit een belangrijk en niet te onderschatten aandachtspunt.
Daarnaast zie je in dit soort verhalen dat de veranderingen die het klimaat nu van ons vraagt alleen maar gezamenlijk op te lossen zijn. In je eentje kan je de opwarming van de aarde niet tegengaan. We moeten het samen doen. En dat samen ontstaat als je stil bent en luistert. Dan ontdek je hoe het aan te pakken. Zodat je gericht in actie kan komen. Dat is iets anders dan polderen. Het is vertragen om te versnellen. Wijzen naar de ander helpt niet. Proberen te overtuigen ook niet. Daar hebben we geen tijd voor. We moeten de onmogelijke klus samen fiksen. Als je de tijd maakt om echt te luisteren, win je tijd. Stil zijn is niet passief. Integendeel, het maakt je extra alert zodat je samen betere resultaten boekt.
Geïnspireerd door het Human-televisieprogramma De vloer op.