Hoe kijk je terug op je tijd als Denker des Vaderlands?
Schaterlachend: 'Ja, ik vond het wel leuk hoor! Het is een hele drukke periode geweest, met veel hectiek en heel, heel veel lezingen. Ik heb op bijna alles 'ja' gezegd. In twee jaar tijd heb ik meer dan 420 lezingen gegeven, en dat is nog buiten de colleges aan de universiteit om. Dat betekent dat ik totaal zo'n 32.000 mensen in dit land heb toegesproken. Je komt in dorpjes met namen als Vilsteren, Woudrichem en Wilp, waar altijd wel een kerk of dorpskroeg is die stampvol zit met mensen die aandachtig naar je luisteren. De behoefte aan filosofie is enorm groot in dit land. Dat is ontzettend mooi om te zien.'
Als je zo vaak gevraagd wordt, is het lastig je aan je regel te houden om je eigen mening niet te veel op de voorgrond te plaatsen?
'Nee hoor. Ik probeer overal een beetje verwarring te zaaien en tegen meningen in te denken. Dat moet een filosoof doen. Mensen vinden dat wel leuk. Vooral over thema's als optimisme en pessimisme heb ik de boel een beetje door de war geschud, zodat we daar ook eens anders naar kijken, in plaats van dat we dat alleen maar slecht of weemoedig vinden. En ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om wat contraire meningen over duurzaamheid naar voren te brengen. In mijn periode als Denker des Vaderlands zijn drie boeken verschenen, Dwalen in het Antropoceen, Het volk in de grot, en Extinctie.'
Je boek Extinctie is net uit, je afscheidsessay als Denker des Vaderlands.
'Ja, ik wilde er met een klaroenstoot uitgaan, zoals journalist Henk Steenhuis van Trouw dat formuleerde. Zo kon ik in stijl afscheid nemen van mijn tijd als Denker des Vaderlands, met het uitsterven van soorten, wat harder gaat dan ooit, en uiteindelijk ook ons eigen voortbestaan op het spel zet. Want ik vind het toch een mooi onderwerp!' Weer die aanstekelijke schaterlach.
En een onvoorstelbaar onderwerp. Want het einde van de mens en het einde van de wereld kunnen we ons simpelweg niet voorstellen.
'Ik knoop aan bij een stilistisch juweel van een essay van de Duitse filosoof Immanuel Kant, Het einde van alle dingen. Het einde van de dingen is niet iets waar de meeste mensen vrolijk van worden. Het is een lelijk onderwerp, omdat het ons in een kwaad daglicht plaatst vanwege onze medeplichtigheid eraan. Kant zegt dat we ons het einde van de dingen helemaal niet kunnen voorstellen, omdat dat niet in de menselijke ervaring gegeven is. Maar tegelijkertijd kunnen we ons ook niet voorstellen dat het eindeloos doorgaat. En omdat we ons de eeuwigheid niet kunnen voorstellen, proberen we ons het einde voor te stellen. Dat lukt ook niet. Dus we zijn altijd in de aap gelogeerd!'
Gaan we het onderwerp uit de weg omdat we het ons niet kunnen voorstellen?
'Mensen stoppen het weg. Het is ook zo dat extinctie iets speculatiefs heeft, omdat je het niet ziet gebeuren. Zelfs als het laatste exemplaar van een soort verdwijnt, moet je net weten dat dat het laatste exemplaar is. Een individu doet nooit aan uitsterven - die sterft gewoon. Alleen een soort sterft uit. Dus je moet net het overzicht hebben dat het stervende dier een uitstervende soort is. Dat hebben we niet. Slechts een klein deel van de soorten hebben we omschreven, de meeste soorten kennen we nog niet eens.'
Daar komt bij dat we ons het uitsterven van de tijger meer aantrekken dan van de mestkever.
'We maken ons veel drukker over het uitsterven van fotogenieke soorten. Parasieten zijn beesten waarvan we denken: die mogen best verdwijnen. De schroefwormvlieg en de malaria-mug noemen we plagen, en bestrijden we met technieken.'
We voeren campagne om de neushoorn en de panda te redden, maar eigenlijk is het onderliggende probleem veel groter?
'Als het gaat om ecologie, moet je kijken naar keystone species, die een unieke sleutelrol spelen in hun omgeving. Een Siberische tijger heeft niet zo'n grote rol te spelen in de biotoop, omdat hij vrijwel uitgestorven is. Met veel moeite worden ze nog een beetje in leven gehouden, en de meeste bevinden zich inmiddels in dierentuinen. Ze zijn misschien charismatisch, maar vormen geen cruciale schakel in de voedselketen. Het leven van microben is misschien wel veel belangrijker en nuttiger. Toeristische nuttigheid is dus iets anders dan ecologische nuttigheid.'