De nieuwe Denker des Vaderlands, gefeliciteerd!
'Dankjewel. Het is heel spannend.'
Was het een uitgemaakte zaak dat je de filosofie inging?
'Ik wist amper wat filosofie was toen ik 18 jaar oud was. Ik ben geneeskunde gaan studeren, omdat ik geïnteresseerd was in mensen en hulpverlener wilde worden. Ik vond het saai, tot ik in mijn derde jaar een bijvak filosofie kreeg. Dat beviel zo goed, dat ik dat naast mijn studie medicijnen ben gaan doen. Want filosofie is geen vak, maar een hobby, dacht ik. Geen werk. Ik heb het thuis ook wel even moeten uitleggen, toen ik bij Filosofie Magazine stage ging lopen. Toen ik daar vele jaren later in 2015 wegging, was ik inmiddels hoofdredacteur.'
Je hebt bij Filosofie Magazine aan de wieg gestaan van de functie Denker des Vaderlands, hoe is het om nu zelf in die schoenen te stappen?
'Heel gek. Acht jaar geleden was er de eerste Denker des Vaderlands, toen filosoof Hans Achterhuis. We bedachten de functie vanuit het niets, het was blanco terrein. We hadden geen verwachtingen, de titel moest groeien. Na twee jaar volgende René Gude Achterhuis op. René, die aan kanker leed en stervende was, was heel populair bij de media. Met hem kreeg de titel meer impact. Sindsdien is het een instituut geworden. Dat hadden we van tevoren niet kunnen bedenken.'
De Denker des Vaderlands is een filosofisch zwaargewicht die duiding geeft bij de actualiteit.
'Iemand die de filosofie relevant weet te maken voor het maatschappelijk debat. Dat zie ik ook als mijn opdracht. Ik ben dagelijks met filosofie bezig en wil filosofische kennis en expertise voor een veel breder publiek beschikbaar maken. Ik wil er op een zinvolle manier mee interveniëren in het publieke debat. Dat hebben mijn vier voorgangers ook op een zeer eigen manier gedaan.'
Je voorgangers hadden het over tegendenken, constructief meedenken, tussendenken en tegen meningen indenken. Wat ga jij doen?
'Ik heb nagedacht wat mijn stijl van filosoferen is en ik ben uitgekomen op publiek denken. Dat is hardop denken, interactief, met anderen en dan met het oog op onze gezamenlijkheid. Immanuel Kant had over het publiek gebruik van de rede. Hij zette dat af tegen privaat denken, dat is denken vanuit een bepaalde positie: als werknemer bijvoorbeeld, of als student. Denken vanuit bepaalde belangen. Het publieke denken ziet de mens niet als middel maar als doel. Denken vanuit de mensheid, dus. Dat vind ik een hele mooie opdracht voor deze tijd, zowel dat hardop denken, dus denken met anderen (niet voor of namens anderen), als dat gezamenlijke en het interactieve. Ik ben niet iemand die sterk haar eigen opinies op de voorgrond zet.'
Lijkt me zinvol in deze tijd van polarisatie.
'Gedachteloosheid is hetgeen dat onze massamaatschappij, onze moderne samenleving, het meest bedreigt, zei Hannah Arendt in de jaren zestig. Zij zag een samenleving opkomen die getekend werd door werk, door productie, door consumptie, door vertier en amusement. Streven naar gezondheid en rijkdom kwam centraal te staan, politiek kreeg een bescheidenere rol. Ze zag de opkomst van de gedachteloze, consumerende en producerende mens. Die analyse is dus al bijna zestig jaar oud, maar nog altijd actueel. Gedachteloosheid, zo stelde Arendt, is een vorm van ontmenselijking: het maakt van de mens een kuddedier. Filosofie onttrekt zich daaraan, door het denken centraal te stellen.'