Emine Uğur is sociaal dienstverlener en columnist bij Trouw. Ze is alleenstaande moeder, studeerde Nederlands Recht in Leiden en maakt zich hard voor kwetsbare groepen in de samenleving. Ze schrijft over armoede en discriminatie met voorbeelden uit haar eigen leven, zoals over de zeven jaar dat ze op de armoedegrens leefde, en over haar zus en haar gezin die slachtoffer werden van het Toeslagenschandaal.
Brainwash Podcast
Op Twitter (@overlistener) ben je een opvallende aanwezigheid. Je besteedt daar veel aandacht aan armoede. Wanneer en waarom begon je met Twitter?
“Ik ben in vergelijking met andere mensen vrij laat begonnen met Twitter. In 2016 heb ik mijn account gemaakt, omdat ik de Amerikaanse verkiezingen wilde kunnen volgen via social media. Toen las ik alleen, maar in 2019, toen de FvD de Provinciale Statenverkiezingen had gewonnen, dacht ik, oké, ik moet me gaan mengen in het maatschappelijk debat. Gaandeweg ben ik gaan schrijven over verschillende onderwerpen.”
Je draadjes daarover gingen viral. Waarom, denk je?
“Ik denk omdat ik schreef over onderwerpen die heel actueel waren, maar waar mensen weinig van weten, met name armoede en wat het betekent om in armoede te leven voor mensen met een uitkering of chronisch zieken. Ik kon inzicht geven vanuit de praktijk en deze onderwerpen een gezicht geven. Dat probeer ik ook in mijn columns te doen: het niet te abstract te maken, maar juist dichtbij de mensen te blijven.”
“Op een gegeven moment ben ik ook over mijn eigen ervaring met armoede gaan schrijven. In het begin deed ik dat niet, maar het gebeurde naar aanleiding van een nieuwsbericht over ouders die hun kind zonder ontbijt naar school stuurden. Er was een of andere columniste die daarop aansloeg en zei: ‘Daar kan ik me niks bij voorstellen. Als je in Nederland je kinderen zonder ontbijt naar school stuurt, heb je iets fout gedaan.’ Iets van die strekking. Ik las dat en dacht, je hebt gewoon echt geen idee. Want ik heb dat zelf meegemaakt. Ik moest ’s ochtends het aantal sneetjes brood tellen, zodat ik wist hoeveel dagen ik mijn kind nog met lunch naar school kon sturen tot mijn volgende loonbetaling. Als ik er zelf over schrijf wordt het voor anderen misschien ook wel makkelijker om erover te praten, om het stigma op te heffen.”
Er hangt natuurlijk ook schaamte omheen als mensen zeggen dat je iets verkeerd hebt gedaan als je sneetjes brood moet tellen.
“Absoluut. Ik denk dat mensen onderschatten hoe groot die schaamte is. In zo’n situatie ben je best wel hard voor jezelf en dan krijg je de oordelen van andere mensen er ook nog bij. Met name in Nederland, want we gelden natuurlijk als welvarend land. Als je onder die omstandigheden arm bent, is het moeilijk om dat toe te geven. Ik vond het zelfs lastig om het aan mijn eigen familie te vertellen.”
Dan geloofde je dus zelf ook in het verhaal dat je het in Nederland zelf moet kunnen redden? Terwijl de praktijk uitwijst dat heel veel mensen het niet redden.
“Ja. Achteraf gezien had ik veel milder naar mezelf mogen zijn. Het had er ook mee te maken dat ik zelf sociaal dienstverlener was. Overdag voerde ik gesprekken met mensen over hun schulden en tijdens de pauze belde ik een van mijn eigen schuldeisers. Het was moeilijk om toe te geven dat ik in die situatie zat. Het heeft een aantal jaar geduurd voordat ik hulp durfde te vragen.”
Je bent in de schulden gekomen vanwege je scheiding, je stond er opeens alleen voor. Wanneer realiseerde je je dat je hetzelfde was als de mensen met wie je werkte, die in de schuldhulpverlening zaten?
“Het gekke is dat ik pas kon zeggen dat ik in armoede leefde, toen het voorbij was. Daarvoor had ik het niet op die manier kunnen kwalificeren. Ik zei alleen ‘ik heb financiële problemen’. Pas later durfde ik te accepteren dat het armoede was en dat ik een aantal maanden onder de armoedegrens had geleefd. Maar toen ik er middenin zat, kon ik het niet op die manier zien.”
Eerder hadden we Tim ’S Jongers in de uitzending, die ook vertelde dat hij een drempel over moest om over zijn eigen ervaringen met armoede te vertellen. Wat bij hem ook meespeelde, was dat het een lekker verhaal wordt voor mensen, dat ze graag even willen horen. Herken je dat?
“Voor een deel wel. Armoede is nu een trendy onderwerp geworden en ik word vaak gevraagd om erover te praten. Ik zeg regelmatig nee, juist omdat ik niet wil dat het als trendy onderwerp wordt behandeld. Want dat is het niet, het is voor mensen een realiteit.”
“Een voorbeeld is energiearmoede, die pas actueel werd toen die de hogere middenklasse begon te raken. Terwijl energiearmoede er altijd is geweest. Ik weet nog dat ik, toen ik in 2006 als sociaal dienstverlener begon, regelmatig aanvragen voor bijzondere bijstand kreeg van mensen die hun energierekening niet konden betalen. Als je een uitkering hebt of chronisch ziek bent, zit je de hele dag thuis, terwijl wij op ons werk of op school in een verwarmde omgeving zitten waar we niet voor hoeven te betalen. Als je thuis zit, dan betaal je er wel zelf voor en heb je automatisch bijna een twee keer zo hoge energierekening. Bij die ongelijkheid had ik nog nooit stilgestaan.”
“Ik probeer ervoor te waken dat dit een sappig en trendy onderwerp wordt waar we nu allemaal over schrijven en dat we over een aantal jaar vergeten zijn. Voor mij duurde de armoede zeven jaar, maar als je chronisch ziek bent en van een uitkering leeft, dan is dat de rest van je leven zo.”
Een van de nummers die je hebt gekozen is Eşkiya Dünyaya Hükümdar Olmaz van Zülfü Livaneli. Waarom?
“Zülfü Livaneli is een artiest die in de jaren zeventig en tachtig veel in de gevangenis heeft gezeten vanwege zijn muziek en zijn ideeën. Turkije heeft in die jaren een bloedige strijd gekend tussen links en rechts en hij was daar een belangrijke stem in. Mijn vader was ontzettend links – hij zat in Turkije al bij de vakbond – en hij en mijn broers luisterden heel veel naar deze muziek. Het is de muziek van mijn jeugd, ook omdat die gaat over die strijd tussen links en rechts, het opkomen voor de underdog en over repressie.”
“Ik weet nog goed dat we daar als gezin over spraken en naar zijn muziek luisterden, in ons busje onderweg naar Turkije. Als we bij de grens met Turkije kwamen verstopten we de casettebandjes, want je kon ervoor opgepakt worden.”
Op die reis naar Turkije stopte je vader heel vaak.
“Ja, hij was automonteur, dus elke keer als er mensen aan de kant stonden met autopech, dan stopte mijn vader. Dan wisten we al, dit gaat een paar uur duren, in de hitte. Wij waren het op een gegeven moment wel zat, maar hij bleef het doen. ‘Ik kan mijn gezicht niet afwenden,’ zei hij dan, ‘die mensen hebben ook een bestemming, net als wij.’ Dus dan moesten we weer stoppen.”
Is dat het belangrijkste wat je van hem hebt geleerd?
“Ja, in letterlijke en figuurlijke zin. Dat je mensen op weg helpt naar hun bestemming.”
Luister het hele gesprek terug in de player bovenaan deze pagina, of zoek 'Brainwash' in je favoriete podcastapp.