Theatermaker Adelheid Roosen

Tuimelen: meebewegen met iemand die Alzheimer heeft

HUMAN

Hoe kun je het beste omgaan met iemand in je omgeving die dement wordt? "Tuimelen," zegt theatermaker en artistiek leider van theatergezelschap Female Economy Adelheid Roosen. En niet focussen op wat iemand verliest, maar op wie iemand wordt. Ze is ervaringsdeskundige: haar moeder kreeg Alzheimer. In Brainwash Zomerradio praat Floortje Smit met haar aan de hand van muziek die ze zelf meebrengt. Dit is een verkorte weergave van dat gesprek.

Redactie Brainwash

Twaalf jaar lang is Roosen mantelzorger voor haar moeder geweest. Dat woord 'tuimelen' koos ze toen haar moeder ziek werd, en dat is ze vanaf dat moment als werkwoord gaan hanteren. Toen haar moeder in het zorghuis zat, dacht Roosen: het is meebewegen, meevallen, meetuimelen. "Tuimelen vind ik beter dan vallen, want bij vallen kan je nog denken dat je hard op de betonnen vloer klapt. Tuimelen is vallen, maar dan flexibel genoeg zodat je door kan rollen. Bij mensen met Alzheimer valt heel veel in hun hoofd om, en ze vallen ook fysiek om. En als je dan in de hoek uitgetuimeld bent, vind je jezelf daar terug," zegt ze tegen Smit. Ze koos opzettelijk een woord dat daar niet voor bedoeld is, en hoopt dan dat het gevoel en de klank van het woord je als vanzelf doet begrijpen wat ze bedoelt. 

In 2010 maakte ze een documentaire over haar moeder, Mam. Daar heeft ze veel mee getourd door theaterzalen, en dat doet ze af en toe nog. "Daar ontdekte ik dat er zoveel vragen waren, vanuit huiver, angst en toch ook vanuit correctie. Toch die vader, moeder, tante terug willen zoals hij of zij was."

Roosen kent zelf wel duizenden voorbeelden van momenten waarop ze met haar moeder tuimelde. Wat mensen één van de meest opmerkelijke vinden, is haar antwoord op de vraag hoe ze met het meest moeilijke moeten omgaan, namelijk als je moeder agressief is? Roosen heeft er veel mensen mee verbaasd en aan het lachen gekregen, terwijl het naar haar idee iets simpels is, wat ze ook tuimelen noemt.

"Mijn moeder stond dan uit het raam in het zorghuis te kijken, en stond daar enorm tegen iets te schreeuwen. Wat ik de eerste keer impulsief deed, was naast haar gaan staan, schouder aan schouder, dezelfde kant uitkijken, en net zo hard met haar meeschreeuwen, niet wetende tegen wat. Dit meebewegen, meetuimelen met haar in het geschreeuw levert zoiets fantastisch op. Want je eerste reactie is vaak, je gaat tegenover mensen staan, waardoor ze jou vervolgens aankijken. Vervolgens begin je alles te kalmeren, maar waarom vitaliseer je het niet? Ik dacht bij het geschreeuw van mijn moeder: dit is zoveel getuimel, dit moet er helemaal uitgetuimeld worden."

Dat werkte. Haar moeder keek Roosen vrij snel aan, en hoewel zij dat natuurlijk wel voelde, dacht ze: "Ik schreeuw nog even door, zodat ze goed kan zien dat ik het helemaal met haar eens ben." En toen ging ze een beetje pruttelen, en daarna zei ze: 'Zo!' En toen was het klaar." 

Dat doet ze niet omdat ze in haar hoofd probeert te komen of haar te begrijpen, want dat kan niet, volgens Roosen. "Wat je wel kan doen is voelen. Ik denk dat er een grote angst is voor voelen, van de mantelzorgers, de familie en de mensen die op bezoek komen, omdat je bang bent dat je zelf breekt. Dus je bent bang voor je eigen gevoel, en denkt: dan ben ik hier straks in tranen of verdriet. Of dadelijk moet ik huilen om de intimiteit. Want ik hou zoveel van haar, en ik ga haar verliezen, en daar moet ik dan om huilen. Al die zachte, intieme gevoelens, daar ben je zelf bang voor om te voelen. Dat gevoel gaan we uit de weg, dus we gaan hulp bieden in de vorm van oplossingen en kalmeren. Dat bedoelen we lief, maar het is ook wel een beetje betuttelend."

Samen met Hugo Borst maakte Roosen drie series voor HUMAN over dementie. Voor de derde in de reeks, Roosen & Borst, die nu te zien op televisie, spreken Hugo Borst en Roosen ook veel met verzorgers. Die vertelden hen hoe moeilijk het kan zijn om het beeld dat kinderen van hun ouder hebben los te laten. "Zorgverleners hebben soms een beter beeld van de ouder nu, die in het zorghuis woont. En dan zeggen de kinderen: 'Mijn moeder wilde dat nooit.' Maar de verzorgers zeggen: 'Als je haar elke dag meemaakt, dan zie je dat ze is veranderd, en nu wil ze dat wel.'"

De kinderen zien eigenlijk nog de oude persoon, en kunnen dat niet loslaten. "Dat is ook moeilijk," zegt Roosen. "Ik heb weleens gedacht dat het voor mij misschien een makkelijkere stap was, doordat ik een enorme vechtrelatie met mijn moeder heb gehad tot aan het moment dat ze Alzheimer kreeg. En eigenlijk was ik meteen met haar omdat haar zeer strenge harnas als het ware brak."

"Vanaf het moment dat zij ons rauwe plakken biefstuk bij de koffie serveerde, dacht ik 'wow'. Met mayonaise of boter erop, daar wil ik vanaf wezen, want dat heb ik niet geproefd. Ik heb het wel in de plantenbak geflikkerd." (lacht) Haar moeder vertelde dat ze een nieuwe bakker had. "En ik wilde haar wel heel graag het verhaal door laten vertellen, dus ik zei: 'Oh mam, wat een heerlijke bakker!' Dan ging zij de koffie halen, en deed ik die lap vlees in de plantenbak. 'Heerlijk, mag ik nog zo’n koek?' 'Natuurlijk, schatje.' En dan kwam ze weer met die schaal." 

In Roosen & Borst ligt de nadruk op dat loslaten, op het afscheid nemen. Want vanaf het moment dat je de diagnose krijgt, is het leven een groot en langgerekt afscheid. Steeds neem je afscheid van wéér iets anders: van je dromen, van wie je was, van je geliefden, en uiteindelijk van het leven zelf. De omstanders, zoals de kinderen, bewegen daar ook in mee.

Door de strijd die Roosen en haar moeder jaren hadden gestreden, vond zij het makkelijker om haar los te laten. "Ik denk dat dat mij heeft geholpen met de directe toenadering naar haar toe. Ik kon gewoon niet geloven wat ik zag. Zij was altijd de oppergeneraal thuis, en nu zag ik het kind in haar. Ik had het idee dat ik een tweelingzus kreeg. Ik zag haar hele masker, haar geweld, haar hardheid en haar tirades wegvallen."

Roosen omschreef haar moeder vaak als een hele grote, porseleinen, voorname vaas op een sokkel. "Er was een heel klein steentje, en dat was de Alzheimer, en toen * pats! * spatte die vaas uit elkaar. En stond daar een heel lief, jong meisje. Dat maakte het heel innig, ik wilde haar meteen omhelzen. Ik dacht: wow, ik heb een moeder!"

Het hele gesprek met Adelheid Roosen luister je bovenaan deze pagina terug. Of als podcast, zoek dan op 'brainwash' in je favoriete podcast-app.