Miami Beach is voor veel mensen nog altijd een droombestemming. Het is een oud stukje Miami, met huizen uit de jaren 20, wat ongebruikelijk is voor de Verenigde Staten. Maar het is ook een vreemd strand, want het is eigenlijk helemaal geen strand. Elk jaar worden er miljoenen kubieke meters zand uit de Cariben gehaald om het strand mee op te spuiten. Het is een grote toeristenbestemming. Miami drijft – bijna letterlijk – op vastgoed. Er is nog steeds een building boom: elke keer als ik er kom staan er weer nieuwe wolkenkrabbers die voor veel geld verkocht worden. Daarbij wordt niet verteld dat Miami Beach waarschijnlijk volledig verdwenen is over dertig jaar.
Miami is een unieke plek, want het kan simpelweg niet beschermd worden. Het is gebouwd op kalksteen, en dat is poreus. Het is eigenlijk gebouwd op een rif. Daar kun je wel een dijk voorleggen, maar het water stroomt er gewoon onderdoor. Dus het is een count-down. Het voelt als dansen op de vulkaan. Appartementen worden nu nog voor grote bedragen verkocht, maar dat zal ophouden omdat verzekeringsmaatschappijen niet meer zullen willen verzekeren. Het was standaard dat in grote delen van Miami Beach de straten volstroomden. Er is een grote actie geweest, waarna er zeshonderd pompen zijn geïnstalleerd, waardoor het lijkt alsof het probleem opgelost is. Maar het opborrelende water dat je ziet in de straten is zeewater, dat via het riool omhoogkomt.