Op 8 oktober heeft het Intergovernmental Panel on Climate Change een rapport uitgebracht waaruit blijkt dat er een groot en snel groeiend internationaal probleem is. Regeringen weten zich geen raad met dat probleem. Daardoor zullen de gevolgen waarschijnlijk gigantisch zijn in termen van menselijk leed. De dag erna, op 9 oktober bracht The Lancet een internationaal rapport uit over geestelijke gezondheid. De conclusie was dat er een snel groeiend probleem is. Regeringen weten niet wat ze ermee aan moeten, dus de gevolgen zullen waarschijnlijk enorm zijn in termen van menselijk leed. Op het eerste gezicht lijken dit twee heel verschillende problemen: ineenstorting van het klimaat en geestelijke ineenstorting. Wat hebben die nou met elkaar te maken? Maar naar mijn mening zijn er een aantal belangrijke overeenkomsten.
In Brainwash Talks van Human delen invloedrijke denkers, schrijvers, kunstenaars en wetenschappers verrassende ideëen voor persoonlijke en maatschappelijke problemen. Deze keer schrijver George Monbiot over neoliberaal gedachtegoed.
De dominante ideologie van onze tijd is het neoliberalisme. Dat is een filosofie ontwikkeld door denkers als Friedrich Hayek en Ludwich von Mises. Deze filosofie verspreidde zich snel en effectief met de hulp van een aantal rijken der aarde. Zij sponsorden faculteiten, denktanks en kranten en hielpen mensen in de regering om er zulke vertrouwde ideeën van te maken dat het bijna onmogelijk was de wereld nog door een andere bril te bekijken. Zij stelden dat het enige legitieme wat burgers kunnen doen, individueel en economisch is.
De onzichtbare hand van de markt, geholpen door onszelf omdat we op eigenbelang uit zijn, lost de maatschappelijke problemen op. Zo worden we rijk en ontstaat er een natuurlijke hiërarchie van winnaars en verliezers. Van rijken en armen. Alles wat die natuurlijke hiërarchie in de weg zit zoals regelgeving, belastingheffing, politieke actie of pogingen tot sociale hervorming, is uit den boze en verstoort de winst die de onzichtbare hand oplevert. Zelfs politiek wordt bij deze filosofie ongerechtvaardigd.
Centraal aan dit waardesysteem is het idee dat er geen structurele, maatschappelijke problemen bestaan. Ons enige echte probleem is de verstoring van het functioneren van de vrije markt. Gelieerd daaraan is het idee van een van de grootste exponenten van het neoliberalisme, de Britse oud-premier Margaret Thatcher, die zei: 'Er bestaat niet zoiets als een maatschappij. Alleen individuele mannen en vrouwen met hun gezinnen.'
Als je het bestaan van structurele problemen ontkent en als politieke actie om die − niet-bestaande − structurele problemen aan te kaarten geen kans krijgt, dan verschuift de schuldvraag van machtige structuren naar individuen. Heb je geen baan? Dat komt niet door structurele werkloosheid, die is er niet. Dan ben je vast lui en niet ondernemend. Geen geld meer op je rekening? Dat komt niet door de hoge woonkosten. Je bent vast lamlendig en kunt niet met geld omgaan. Ben je te dik? Niet omdat de voedingsmiddelenindustrie investeert in technologie en psychologen en neurowetenschappers die kijken hoe ze je weerstand kunnen breken. Nee, je hebt gewoon geen wilskracht. Gek genoeg heeft de laatste 40 jaar 66 procent van de mensen geen wilskracht meer. Heb je een psychische aandoening? Dat kan geen maatschappelijke oorzaak hebben, dat moet wel aan jezelf liggen.
Die ideologie is steeds dieper in onze levens doorgedrongen. We beginnen de schuld te internaliseren en geloven wat ons verteld wordt. Ook al lijden miljoenen andere mensen aan dezelfde problemen als jij, we zien dat als allemaal individuele problemen. In plaats van deze problemen gezamenlijk aan te pakken, proberen we ze in ons eentje op te lossen. Als dat niet lukt, en dat lukt natuurlijk niet, geven we onszelf ook daarvan weer de schuld. Uiteindelijk blijven we in cirkeltjes ronddraaien en komen we in een neerwaartse spiraal terecht. Dan krijg je een systeem waarbij artsen met pillen strooien, zonder de structurele problemen aan te pakken die aan de basis staan van veel problemen waarvoor die pillen zijn.
Iets dergelijks is er aan de hand met de klimaatvernietiging. Die is niet het gevolg van sociale en politieke problemen, want die zijn er niet. Het moet wel komen omdat je de verkeerde spullen koopt. Je moet een groene consument worden. Betere spullen kopen. Maar groen consumeren is als schone steenkool. Een contradictio in terminis. Het gaat er niet om dat we de verkeerde dingen kopen. We kopen gewoon te veel van alles.
Die massale consumptie wordt aangedreven door economische groei; één van de grootste veroorzaker van klimaatverandering. Er is grootschalig politiek ingrijpen nodig, door regeringen die fossiele brandstoffen in de grond laten zitten, voor minder vee op het land zorgen, vliegvelden sluiten en investeren in schone technologie. Maar dat mag niet, waardoor we het laatste middel kwijt zijn om deze existentiële crisis aan te pakken.
Het probleem bij het feit dat we die twee grote crisissen niet oplossen, is dat we het niet structureel aanpakken. Maar kunnen de twee dingen niet ook een gemeenschappelijke oorsprong hebben? Of deels? Kunnen ze niet veroorzaakt worden door dezelfde dingen? Een van de dingen waar het onderzoek van The Lancet op wijst, is de sociale kaalslag en versplintering, leidend tot eenzaamheid en angst. Dat zouden sterke aanjagers zijn van geestelijke stoornissen. Wat we ook weten, is dat eenzaamheid tot consumptiedrang leidt. Je koopt allerlei onnodige zaken om de leegte in je leven te vullen, maar de leegte blijft. Het is een soort vicieuze cirkel. Een discussie in de Duitse psychologie toont dat mensen die zichzelf eerder zien als consument dan als burger, zich vrijwel meteen egoïstischer en asocialer gaan gedragen. Dan is de cirkel weer rond. Maar het ontneemt ons ook de interesse in de problemen die we mede veroorzaken. We vervuilen de planeet meer en het boeit ons minder dat we haar vervuilen. Consumptiedrang lijkt ons op veel verschillende gebieden te beïnvloeden. Het beschadigt niet alleen het weefsel van de wereld, maar ook onze betrokkenheid erbij.
Je kunt niet goed begrijpen waarom het consumentisme zo sterk groeit zonder daar de rol van beroemdheden bij betrekken. Ik zie de hele cultuur van bekende personen niet als iets marginaals en niet als een toevallige eigenschap van het kapitalisme, maar als de kern van het huidige kapitalistische project. Bedrijven hebben mensen nodig die hun klanten aanspreken. Als multinational, eigendom van een private equity-fonds met als adres een postbus in Panama-stad, moet je manieren zoeken om jezelf aantrekkelijk te maken voor potentiële klanten. De machine heeft een gezicht nodig. Dat moet iemand zijn die net zo vertrouwd is voor je als de buren. De rol van bijvoorbeeld een Kim Kardashian, is in ons hoofd zitten en onze virtuele buurvrouw spelen, namens het merk dat ze nu weer vertegenwoordigt. Hallo, ik gebruik dit fantastische nieuwe oorborsteltje. Wist u dat u dat nodig had? Deze is zo goed dat je het in je ene oor doet, erdoorheen duwt en het andere oor ook schoon is.
Het is een rampzalig systeem. Voor klimaat en voor geestelijke gezondheid. Een ander interessant onderzoek gepubliceerd in het International Journal of Cultural Studies laat zien dat mensen die zich het meest vereenzelvigen met beroemdheden twee keer zo weinig in actie komen als vrijwilliger als gemiddeld in de bevolking. Dat zij zich drie keer minder bij groepen aansluiten en veel minder vaak zullen stemmen of protesteren. Door beroemdheden stompen wij af en raken we van elkaar vervreemd. Ook blijken mensen die het meest geobsedeerd zijn met beroemdheden − en ook hier zien we een vicieuze cirkel − het minste hun echte buren te kennen.
Wat doen we aan die twee rampzalige problemen? Klimaatvernietiging en geestelijke instorting. Blijven we pillen slikken, kopen we geen plastic tassen meer, maar van hennep om de bergen onnodige troep mee naar huis te slepen? Of komen we samen en erkennen we dat onze problemen structureel zijn? Praten we erover en laten we ons niet langer bepalen door schaamte? Laten we samenkomen samen die gemeenschappelijk kwesties aangaan. Gemeenschappelijkheid gaat sociaal isolement tegen. Door politieke gemeenschappelijkheid rond klimaatverandering, door te kijken wat er mogelijk is, hoe we het tegen kunnen gaan, mobiliseer je niet alleen mensen om de regering onder druk te zetten, maar creëer je ook een gevoel van saamhorigheid, dat zo vaak ontbreekt in ons leven. We staan samen sterk of we vallen uiteen.