De grootste nachtmerrie van de mens is ook zijn oudste: te worden opgegeten. Ooit, toen we ons eten nog uit de natuur haalden, was het eten of gegeten worden. Daar hoeven we ons tegenwoordig geen grote zorgen meer over te maken. De mens eet. De mens wordt niet gegeten.
Maar gegeten worden... De angst ervoor zit zo diep ingebakken in ons DNA dat ze tot de levendigste verbeeldingen spreekt. Vraag kleine kinderen maar wat de monsters onder hun bed doen als ze niet met een aanloop hun bed induiken. Of kijk naar de grote mensenvariant: de monsterfilm. Haaien, slangen, wolven, maar ook fantasierijker monsters als aliens en dinosaurussen; allemaal spelen ze de rol van het roofdier dat ons zonder mededogen te grazen neemt.
Maar het meest angstaanjagende roofdier blijft ook in films de mens. Geen groter horror dan een kannibaal. Kevin Toma schreef een tijd geleden een interessant stuk in de Volkskrant over de vraag waarom de (film)kannibaal ons zo fascineert. 'De kannibaal is misschien wel de menselijkste van alle monsters', want 'het eten van mensenvlees is het enige wat de beschaafde mens van de kannibaal onderscheidt', stelt hij.
Er is inderdaad weinig angstaanjagender dan de plotselinge transformatie die Hannibal Lecter (gespeeld door Anthony Hopkins) ondergaat als FBI-agente Starling (Jodie Foster) hem onder druk zet. Hij is gekooid en ja, misschien wel gestoord. Maar hij is een mens. En plotseling verandert hij in een gulzig roofdier (toegegeven, met een goede smaak. De favabonen en chianti klinken als een uitstekende combinatie met mensenlever). Zowel Starling als het publiek van Silence of the Lambs blijven ontzet achter.
De tekst loopt door onder de video.