Foto: Thought Catalog.
De algemene tendens was ook sneu. Lubach werd voor van alles uitgemaakt, en mede aan de hand van bovenstaande ondeugdelijke statistiek werd het succes van zijn actie in twijfel getrokken. Mensen die Facebook niet wilden verlaten, meenden dat ze aan de andere kant van een conflict stonden: het Brabants Dagblad trok zelfs een dichter tevoorschijn die meende 'de strijd' aan te moeten binden met Lubach, waar Lubach zelf via Twitter (daar zit hij nog wel) verrast op reageerde. Blijkbaar voelen veel mensen zich persoonlijk aangevallen als iemand Facebook aanvalt, zoals vleeseters het soms als een persoonlijk affront ervaren dat iemand anders vegetariër is, zelfs als de herbivoor in kwestie géén preek afsteekt. Dat clubgevoel onder de achterblijvers maakte mijn verlangen om weg te gaan alleen nog maar sterker.
Het zou dan de Aafke Romeijnfactor zijn, dat ik me als schrijver een vertrek moeilijk kan veroorloven, die me (nog) op Facebook houdt. Maar hoe sterk ben ik daar eigenlijk van afhankelijk? Ik deel nooit aankondigingen van optredens op Facebook, omdat ik niet wil dat mijn pagina een reclamezuil voor mezelf wordt. Ik heb veel schrijvende vrienden, en het zijn toch echt de flauwe grappen, interessante artikelen of sterk geformuleerde meningen die mijn likes krijgen, en niet de aankondigingen van lezingen en festivals. De luistercijfers van mijn podcast schieten omhoog vanaf het moment dat ik de nieuwe aflevering deel op Facebook. Maar dat is meestal hetzelfde moment waarop ook de organisaties waar ik die podcast mee maak, Vrij Nederland en de SLAA, de aflevering delen. Ik kan me veel beter voorstellen dat zij webverkeer genereren dan ik, met hun 60.000 likes tegenover mijn 2.000 vrienden.
Blijft er dan echt geen enkele reden over om op Facebook te blijven? In mijn vorige stuk over het verlaten van Facebook sloot ik af met de angst voor de leegte, en die blijft. Toen een van Facebook vertrokken vriend onlangs terugkeerde, schreef ik op zijn tijdlijn: 'Ik ben blij dat je er weer bent', en dat meende ik. Maar ben ik nog wel blij dat ík er ben? Moet je ergens blijven, alleen omdat je er niet zo goed meer weg durft? Een goede volgende stap in dit zelfonderzoek lijkt me een Facebooksabbatical. Zodra ik de moed bijeen heb geschraapt ben je de eerste die het hoort.