Niets ligt echter vast. De inzet van samenwerkende individuen kan een gemeenschap – en een land – heel snel van koers doen veranderen. Daarvan zijn we zowel in binnen- als buitenland getuige geweest. In 1972 werd Richard Nixon met een enorme meerderheid herkozen als president. Hij won in alle staten behalve Massachusetts. Twee jaar later had een klein aantal vasthoudende journalisten en onderzoekers zijn misdrijven aan het licht gebracht, en had hij met schande overladen zijn ontslag genomen. In het najaar van 2014 voorspelde de Amerikaanse overheid dat er begin 2015 meer dan een miljoen mensen geïnfecteerd zouden zijn geraakt met ebola, maar dankzij de vastberaden inspanningen van de mensen in de regio en de wijze waarop de internationale gemeenschap onder leiding van de Verenigde Staten op dit nieuws reageerde, werd een grote ebola-uitbraak voorkomen.
De Amerikaanse democratie en de burgers waaruit die is opgebouwd, zijn nog steeds onze grootste troeven. Onze beste kans om er weer 'bovenop te komen' hebben we als burgers die bij bepaalde politieke beslissingen iets te verliezen of te winnen hebben, ervoor kiezen om zich te organiseren en naar de stembus te gaan. Onder jonge mensen zie ik een hernieuwde belangstelling voor de publieke zaak, die voortkomt uit het besef dat ieder van ons de verantwoordelijkheid – en een kans – heeft om de veranderingen te bewerkstelligen die we graag verwezenlijkt zouden zien.
President Trump mag onze instituties dan gedestabiliseerd en verzwakt hebben, maar tot dusverre heeft zijn optreden ze niet gebroken. De allerbelangrijkste taak die Amerika de komende jaren wacht, is natuur- lijk het versterken van onze democratische instellingen en het vergroten van de effectiviteit van ons bestuur. Om dat te bereiken dient eerst iets gedaan te worden om een aantal ongewenste ontwikkelingen terug te dringen – zoals de intense ongelijkheid, de invloed van het grote geld op de politiek, het om opportunistische redenen herindelen van kiesdistricten, de inperkingen van het stemrecht, corruptie, polarisering, racisme en uitsluiting – en bij elk van deze onderwerpen op zich zou dat al een hele prestatie zijn.
Onze actieve betrokkenheid bij de rest van wereld kan echter niet wachten tot we in eigen land een democratische vernieuwing hebben doorgevoerd. Wat de diplomatie betreft: dat is een terrein waarop de Verenigde Staten tegen uiterst geringe kosten wel degelijk significante successen hebben geboekt, en onze activiteiten daar dienen dan ook opgevoerd te worden. Zeker nu de Amerikaanse invloed op de rest van de wereld steeds verder afneemt, zal het belang van de diplomatie juist groter worden – en niet kleiner.