Journalist en schrijver Mounir Samuel houdt van alles wat met de zee te maken heeft. Van zwemmen, snorkelen en vissen. Al doet hij dat laatste niet meer. Want de zee staat er slecht voor, ziet hij: oceanen verzuren, koralen verbleken, het water warmt op en megaschepen vangen enorme hoeveelheden vis. Ondertussen stijgt de zeespiegel. Het zijn allemaal tekenen van de klimaatramp waar hij zich zorgen over maakt. 'Ik gebruik bewust het woord ramp, want klimaatverandering klinkt wenselijk en is bedacht door de fossiele industrie.'
In zijn boek Jona zonder walvis brengt Samuel inzichten uit onderzoek naar het klimaat samen, deelt hij reisverhalen en presenteert hij een uitgebreid actieplan. Hij wil niet langer zijn als Jona, de profeet die de inwoners van Nineve moest waarschuwen voor de vernietiging van de stad, maar daar weinig zin in had en de zee op vluchtte. 'Ik weet wat ik moet doen, maar laat het na. Liever reis ik eindeloos om', schrijft Samuel, 'en breng ik geen dagen, maar zelfs jaren in die walvis door, dan simpelweg de ongemakkelijke waarheid aan te gaan.' Nu doet hij dat wel, want er zijn steeds minder walvissen om zich in te verschuilen.