Anne van Leeuwen was 'echt zo’n nerdkind' vertelt ze aan de telefoon, terwijl ze over de velden rond haar boerderij in de omgeving van Nijmegen loopt. Altijd in de weer met veren verzamelen, geïntrigeerd door dinosaurussen en altijd buiten in de polder. Ze is geen boerendochter en volgde geen agrarische opleiding, maar dat ze nu samen met haar partner Ricardo Cano Mateo een boerderij runt, verbaast niemand.
Onze eindeloze weilanden zien er groen uit, maar toch leeft er niet veel. En dat terwijl Nederland zo veel potentie heeft voor biodiversiteit, weet Anne van Leeuwen. Ze is zo’n weiland gaan pachten en brengt het leven er terug met haar regeneratieve boerderij Bodemzicht. Haar einddoel? De relatie tussen mens en natuur herstellen. Daar kan iedereen aan bijdragen, ook als je geen boer bent.
Het liefst had ze biologie gecombineerd met kunstgeschiedenis, maar dat vond de examencommissie niet zo’n goed idee. Raar eigenlijk, volgens Van Leeuwen. Waarom worden mens en natuur zo radicaal losgekoppeld? Precies die splitsing werd haar fascinatie. “Ik zag hoe diep die in onze cultuur geworteld is, van Aristoteles en de Verlichting tot nu, en hoe veel van de fundamentele problemen die we nu hebben eruit voortkomen.” Zoals de stikstofcrisis en de klimaatcrisis, die op zijn beurt een vluchtelingencrisis zal veroorzaken (en nu al veroorzaakt). Hoe meer ze ermee bezig was, hoe meer ze zelf in actie wilde komen. Maar hoe? “Het hoogst haalbare perspectief dat we hebben is duurzaamheid. Dat gaat over minder doen: minder douchen, minder ploegen. Daar kleeft een zelfbeeld aan van een mens die altijd schadelijk is: je kunt wel proberen om minder schadelijk te zijn, maar je blijft schadelijk. Dat is een killing perspectief en echt een cultureel probleem. Mijn urgentiegevoel ging door het dak, maar ik liep hartstikke vast. Net zoals veel jonge mensen nu.”
De meer-leven-optie
Een omslagpunt was voor haar de film Green Gold van John D. Liu, waarin een verwoestijnd gebied in China, ter grootte van Nederland, in twintig jaar tijd weer tot leven wordt gebracht. “Dat vond ik fantastisch! Er opende zich een heel ander perspectief: dat je als mens wel degelijk een positieve impact kunt hebben, dat je een ecosysteem kunt herstellen. Inheemse mensen weten dat natuurlijk allang, maar daar was ik na negen jaar studie nog niet mee in aanraking gekomen, wat absurd is.” Na zich meer te verdiepen in de principes van deze ‘regeneratie’ en na te denken over wat ze écht belangrijk vinden, kwamen Van Leeuwen en Cano Mateo tot de conclusie dat ze boer moesten worden. Nu is er Bodemzicht, een boerderij die fruit, kruiden, groenten, eieren en straks ook noten verbouwt en een stichting die gaat over de vraag hoe we een regeneratieve samenleving kunnen bouwen. Cano Mateo is een 'echte bushman' en houdt zich bezig met de boerderij, Van Leeuwen werkt deels op het land en coördineert de stichting. Die organiseert bijvoorbeeld cursussen voor mensen – van financial controllers tot vormgevers en topsporters – die erachter willen komen of regeneratief boeren ook iets voor hen is.
“Waar duurzaamheid gaat over het verminderen van je negatieve impact, gaat regeneratie over het maximaliseren van je positieve impact,” legt Van Leeuwen uit. “Als je het terugbrengt tot de essentie, dan betekent regeneratie dat je je bij elke beslissing afvraagt: leidt deze beslissing tot meer of minder leven. De meer-leven-optie is de regeneratieve optie.” Regeneratie gaat niet alleen over ecologie, maar heeft juist ook een economisch en een sociaal aspect. Wie regeneratief bezig is, streeft naar een win-win-win-situatie, waarin op geen van deze vlakken uitbuiting plaatsvindt.
Schimmels zijn betere boeren dan mensen
Van Leeuwen en Cano Mateo startten in 2020 met het regenereren van een veld van 5 hectare in de omgeving van Nijmegen. Het was 'een kaal stukje grond', dat heel intensief was bewerkt, veel was bespoten en waar was geploegd, wat funest is voor het leven boven én onder de grond. “Er was weinig leven meer te bekennen, het gras groeide tot maximaal scheenhoogte.” Van Leeuwen en Cano Mateo plaatsten kipmobielen, mobiele kippenstallen, die helpen om het land nieuw leven in te blazen. De kippen brengen het kudderitme terug in het landschap en stimuleren grasgroei. “Ze worden continu verplaatst en keren pas terug naar start als het gras er beter uit ziet dan dat het eruit zag,” legt Van Leeuwen uit. “Zo wordt er snel CO2 afgevangen en teruggestopt in de bodem. “Nu hebben we grassen van anderhalve meter, veel meer organische stof in de bodem en zijn de eerste bomen geplant. Door het hogere koolstofgehalte in de bodem kunnen we meer water vasthouden, wat er weer voor zorgt dat er meer leven mogelijk is. Het is een zelfversterkend proces. Nu bouwen we vooral levende bodem en straks wordt het een eetbaar landschap, met onder andere tamme kastanjes, perenbomen, kweeperen en bessenstruiken.”
Anne van Leeuwen (1987) studeerde kunstgeschiedenis, cultural analysis en een jaar biologie. Bij Artis werkte ze mee aan het Groote Museum en ze was betrokken als medeoprichter bij de Ambassade van de Noordzee. Samen met haar partner Ricardo Cano Mateo opende ze in 2020 Bodemzicht, in de buurt van Nijmegen. De boerderij levert nu groenten en eieren aan honderd huishoudens en zeven restaurants. Van Leeuwen coördineert Stichting Bodemzicht (rechts op de foto: Anne van Leeuwen, links: Ricardo Cano Mateo).
Ook legden ze een no dig-tuin aan, een tuin waarin niet gespit wordt, zodat het schimmelnetwerk zich door de tuin kan verspreiden. “Schimmels zijn betere boeren dan mensen,” vertelt Van Leeuwen. “Planten vragen om voedingsstoffen bij de schimmels. Een plant kan zeggen ‘ik heb kalium nodig’ en over tien minuten ‘ik heb fosfaat nodig’. Als mens kan ik dat nooit weten, maar die schimmel weet dat wel. Als mensen hoeven we het proces alleen maar te faciliteren.”
Het regeneratief boeren gaat voorspoedig, maar niet zonder slag of stoot. De wet- en regelgeving is namelijk afgestemd op monoculturele en veelal intensieve landbouw. Dat er op Bodemzicht veel verschillende gewassen door elkaar staan, zorgt er bijvoorbeeld voor dat de boerderij te maken krijgt met een hele zwik aan regelgeving. “Zo belde de RVO me op om te vragen wat de x- en y-coördinaten van mijn kippenstallen zijn. Maar ja, ik heb kipmobielen, die niet op één plek staan.”
“We hebben een cultuuromslag nodig”
“Niet iedereen hoeft boer te worden,” zegt Van Leeuwen als ik vraag of iedereen een bijdrage kan leveren aan regeneratie. “En, let’s be honest, de mensen die hier in augustus langskomen, komen niet terug in november, als het ijzelt. Maar dat maakt niet uit, want iedereen kan regenereren! Je kunt ook bijdragen aan regeneratieve economie, politiek, architectuur, noem maar op. Hoe kunnen we bijvoorbeeld bouwen op een manier die niet leidt tot uitbuiting, maar die iets brengt, die koolstofpositief is, méér leven brengt en bouwt aan waardevolle gemeenschappen? Hoe ziet een gebouw er dan uit? Van welke materialen is het gemaakt? Met hogescholen ontwikkelen we een cursus over regeneratieve economie, die niet alleen binnen planetaire grenzen blijft, maar meer leven opbrengt. Het is echt tijd om grootschalig ecosystemen te herstellen. Dat gaat niet alleen over bomen en planten, maar ook over het veranderen van onze cultuur. Dat kunnen we allemaal doen. Wat zijn jouw kwaliteiten en waar krijg je energie van?”
Terwijl we praten strijken er drie roodborsttapuiten neer. “Die zijn hier dit jaar uitgebroed, daar word ik heel blij van. Het leven keert zo veel sneller terug dan ik had durven dromen! Dat vind ik heel hoopvol, maar aan de andere kant is het ook beschamend. Zo makkelijk is het dus. Zoveel moeite hebben we hier ook weer niet voor gedaan. Dus laten we die uitdaging oppakken. We hoeven niet alles van ecologie te weten om te regenereren, we moeten het gewoon doen.”