'Haast? Voor wat?' reageer ik. Want ja, er is geen werk of afspraak om naar toe te gaan, geen metro of trein die moet worden gehaald. Ik ben een thuiswerker geworden, net als velen anderen. Tot voor kort was ons park doordeweeks vooral het domein van honden en hun baasjes, tegenwoordig is het een stuk drukker. Hardlopers, spelende kinderen en ook opvallend veel wandelaars; veelal eenlingen die mijmerend over de paden van het park lopen.
In België hebben ze er al een woord voor: de coronawandelaar. Mensen die de bossen, parken of andere natuurgebieden in gaan om te ontsnappen aan hun verstikkende sociale quarantaine. Afgelopen weekeind liep het zo storm, dat Natuurmonumenten zich genoodzaakt voelde om er een noodoproep uit te gooien. 'GA NIET DE NATUUR IN VANDAAG' was in kapitalen de boodschap op Twitter.
De natuur is een toevluchtsoord geworden, aantrekkelijker dan ooit. Laten we er even bij stilstaan hoe bijzonder dat is (ook al is het nu niet handig om er heen te gaan).