Terwijl de coronapandemie ons leven beheerst, woedt de klimaatcrisis onverminderd door. De extreme bosbranden in Californië, de hittegolven en aanhoudende droogte in het noorden van Europa, de wereldwijd ernstig slinkende populatie wilde dieren: ze voltrekken zich simultaan en ze zijn met elkaar verbonden. Covid-19 staat daar niet los van, maar komt voort uit dezelfde bron: de snelle en massale inbreuk van de mens op natuurlijke systemen en habitats.
Iedereen wacht met smart op het vaccin. We zijn 'coronamoe' en willen weer terug naar het 'normaal' van daarvoor. Dat geldt ook voor mij, maar tegelijk weet ik: het normaal van daarvoor was misschien dan wel comfortabel, het was ook totaal onhoudbaar. Daarbij doel ik natuurlijk niet op het essentiële fysiek contact tussen mensen. We bevinden ons in wat de Britse historicus Adam Tooze recent als de 'eerste crisis van het Antropoceen' betitelde: het nieuwe geologische tijdperk waarin de menselijke impact op de natuur als een boemerang bij ons terugkomt. Er is geen weg meer terug, alleen vooruit. En daar is moed voor nodig.
Toch wordt deze link nog veel te weinig gelegd in het populaire discours. Het dominante overkoepelende verhaal van Covid-19 ging van begin af aan over een passieve bevolking die plotseling werd aangevallen door een vreemd wezen, iets van buiten. Een 'onzichtbare vijand', een 'buitenaardse invasie'. 'Wij zijn in een gezondheidsoorlog en de vijand is hier', sprak president Macron de Fransen toe. In Nederland stonden verpleegkundigen en artsen 'in de frontlinie'. Militaire metaforen alom.
We houden onszelf voor de gek met dit soort verhalen. Het merendeel van de virussen die ontstaan, zo'n 60 procent, komen voort uit lichamen van dieren en zijn op de mens overgegaan. Niet omdat ze ons binnenvielen, maar omdat wij hun leefgebied waren binnengevallen (en ze verhandelen (wetmarkets) of grootschalig fokken voor consumptie (vee-industrie). Covid-19 is dus geen toeval, maar heeft dezelfde oorsprong als klimaatverandering en de algehele verschraling van onze natuur.
De Amerikaanse econoom Kenneth Boulding beschreef in de jaren zestig onze moderne groei-economie eens treffend als een 'cowboy-economie': een systeem dat gebaseerd is op constante uitbuiting en extractie, ervan uitgaande dat er oneindig veel natuurlijke hulpbronnen op aarde beschikbaar zijn en dat het al het afval dat dit systeem produceert kan absorberen. Als een ware cowboy − roekeloos, romantisch en gewelddadig − verplaatst de productie en consumptie van de aarde zich steeds naar nieuwe frontiers. Dit werkte prima toen de wereldbevolking nog relatief klein was, maar met inmiddels 7,5 miljard is dit geen houdbare logica meer.
Boulding ontwikkelde als alternatief hierop het idee van de 'ruimtevaartschip-economie': een economie die uitgaat van de aarde als een gesloten systeem oftewel ruimteschip, met een beperkte hoeveelheid natuurlijke hulpbronnen, voor zowel extractie als vervuiling. Boulding: 'Man must find his place in a cyclical ecological system which is capable of continuous reproduction of material form even though it cannot escape having inputs of energy.'
De hedendaagse omarming van de 'circulaire economie' is een goede stap in die richting, maar er zit wel een addertje onder het gras. Want zolang de onderliggende systeemdynamiek van oneindige groei niet wordt aangepakt, zal ook de circulaire economie uiteindelijk in ons gezicht opblazen. Een gesloten systeem impliceert nu eenmaal ook echte grenzen. 'Iedereen die denkt dat exponentiële groei oneindig kan doorgaan in een eindige wereld, is ofwel een gek, ofwel een econoom', luidt een beroemde uitspraak van Boulding.
Niet alleen experts, maar ook steeds meer gewone burgers snappen dit. Uit representatief onderzoek onder ruim 1.100 Nederlanders dat Triodos Bank recent liet uitvoeren, blijkt dat meer dan 80 procent van de Nederlanders vindt dat het herstel van de economie niet alleen moet gaan over economische groei, maar vooral over het welzijn van de bevolking. Economische groei, als de mantra van onze naoorlogse welvaartsstaat, begint steeds meer van zijn glans te verliezen. De geesten lijken langzaam rijp te worden voor iets anders.
Terug naar Covid-19. Want er is serieuze kans dat er voorlopig helemaal nog geen vaccin komt. Of dat het vaccin maar zeer beperkte werking heeft. Of nog erger: dat er een nieuw virus van dier op mens overgaat. Dit zijn geen onrealistische scenario's. Sterker nog: veel experts waarschuwen ervoor dat dit, gezien onze recente geschiedenis met eerdere virusuitbraken, reële opties zijn. We zullen moeten leren leven met dit virus, is hun boodschap.
[banner id="11"]
Dat is geen fijne boodschap. De achterliggende wetenschap dat we ons in een planeetcrisis begeven evenmin. Liever negeren we het dan ook zoveel mogelijk, om zodoende met onze gewone leventjes te kunnen doorgaan. Dat is heel menselijk en begrijpelijk, maar daarmee verdwijnen de problemen niet. Beter kunnen we accepteren dat we een zeer turbulente tijd tegemoet gaan en dat er van ons meer zal worden gevraagd dan van generaties voor ons. Deze tijd vraag om groots denken en doen. Net als Bilbo Baggins in The Lord of the Rings met tegenzin zijn fijne leventje in de Shire moest verlaten om met tovenaar Gandalf en de dwergen op avontuur te gaan, moeten ook wij, als samenleving, moed tonen om het grote avontuur aan te gaan. Het alternatief is vele malen slechter.