Gary Ferguson schreef meer dan twintig boeken over ecologie en over zijn jarenlange ervaringen in de wildernis. Samen met zijn vrouw, psycholoog Mary Clare, roept hij mensen op onszelf niet langer als middelpunt van de aarde te zien: 'We staan in constante interactie met onze omgeving.'

Hoe zag het landschap van uw jeugd eruit?
Ferguson
: 'Ik groeide op tussen de zware industrie van Midwest Amerika. Soms stonden de rivieren in brand omdat er zoveel olie op lag. Toen besefte ik: als we niet snel veranderen zullen we van deze aarde verdwijnen.'

Wat vindt u zo aantrekkelijk aan de wildernis?
Ferguson: 'Het is de schoonheid, de gemeenschap van mensen die in de natuur leven en het mysterie. Allemaal aspecten die zo makkelijk vergeten worden in ons drukke dagelijks leven. Ik groeide op in een stressvolle gezinssituatie. Naar buiten gaan was voor mij een redding. Zelfs in de kleine stukjes natuur tussen de fabrieken voelde ik me verbazingwekkend thuis. Dat eerste thuisgevoel in de natuur als 11-jarige, nam alleen maar toe naarmate ik me meer landschappen eigen maakte.'

Clare: 'Als ik therapeuten opleid vraag ik hen altijd naar de landschappen van hun leven, omdat het bepalend is voor wie we zijn. Dat kunnen ook cityscapes zijn, als je in de stad opgroeide. We zijn altijd verbonden met onze omgeving, maar op de een of andere manier zijn mensen gaan denken dat er een scheiding is tussen ons en het landschap om ons heen.'

Waar is dat misgegaan?
Clare: 'Al onze voorouders leefden in volledig verbonden werelden. Met de komst van de landbouw zijn we begonnen het landschap te domineren en verloren we uiteindelijk de connectie.'

Ferguson: 'De scheiding tussen onszelf en de natuur is ook te danken aan het subject-object denken dat zo diepgeworteld is in onze cultuur. Dat begon met de Grieken en werd voortgezet door Descartes. Hij geloofde dat je de essentie van de dingen alleen kunt kennen als je jezelf los ziet van welke relatie dan ook. Jij bent altijd de toeschouwer en dat wat je onderzoekt is het object. Het is een bruikbare manier van denken waar we nog altijd de vruchten van plukken, maar het is ook een soort religie geworden die weinig ruimte laat voor de relationele wereld waarin we leven.'

Clare: 'Om je te kunnen ontwikkelen moet je als kind leren dat je onderscheiden bent van andere objecten. Het probleem is dat we daar zijn blijven hangen. We hebben economische en politieke systemen opgezet allemaal gebaseerd op het idee dat we alles om ons heen kunnen controleren.'

Al onze voorouders leefden in volledig verbonden werelden. Met de komst van de landbouw zijn we begonnen het landschap te domineren en verloren we uiteindelijk de connectie.

Ferguson: 'We hebben niet eens meer door dat we zo denken, maar de klimaatverandering zou daar wel eens verandering in kunnen brengen.'

Clare: 'Het gaat erom het verhaal te herschrijven waarin we onszelf wijsmaken wat het betekent om mens te zijn. We moeten ons realiseren dat we echt afhankelijk van onze omgeving zijn en andersom. En dat voelt best eng voor sommige mensen, omdat het ook betekent dat we ons leven minder makkelijk kunnen voorspellen en controleren dan we dachten. Maar wie niet meedoet zal de dansvloer gauw moeten verlaten.'

Wat kunnen we leren van de natuur?
Ferguson
: 'We kunnen bijvoorbeeld veel leren over hoe we onze angsten voor het vreemde kunnen overwinnen. Ik heb vaak in mijn eentje 's nachts geslapen op plekken waar grizzlyberen waren. Dat waren echte oefeningen in angst, maar ik heb in al die jaren ontdekt dat de natuur ons gunstig gezind is. Ze geeft heel veel waarschuwingen als er gevaar dreigt. Als ik aan het hiken ben in de bergen en er komt een onweersbui aan, dan zie ik dat aan de wolken en daal ik af naar een veilige plek. Natuur vraagt en eist dat je je intelligent gedraagt. Als dat lukt heb je echt het gevoel hebt dan je aan het dansen bent met de wereld. Je moet daarbij een zekere vorm van nederigheid tonen, je bent niet in control.'

Kunnen we dat allemaal leren? Ik zie mezelf nog niet slapen tussen de Grizzlyberen…
Ferguson: 'Ik heb een boek geschreven over wildernis-therapie voor jongeren. Jongeren – vaak met een drugsverleden – kwamen uit het stadse Los Angeles acht weken naar de wildernis. Bij aankomst stonden ze doodsangsten uit, maar na twee weken waren ze samen echt in staat om angsten te beheersen en zagen ze de schoonheid en de vriendelijkheid van de natuur.'

Toch doen veel mensen het tegenovergestelde: we sluiten ons op in onze huizen, het liefst met een groot hek eromheen.
Clare: 'Alles wat op afstand is maken we groot en eng. Zo raken we ver verwijderd van wat er werkelijk in de wereld gebeurt. Ga naar buiten en onderken: dit is best wel eng voor mij, maar wat zie ik eigenlijk echt en hoe reageer ik er op?'

Ferguson: 'We proberen ons veilig te voelen door de controle over alles te behouden, maar dat is een illusie. Als je je eenmaal thuis voelt in de wildernis vind je een diepgaander veiligheidsgevoel. Namelijk: het maakt niet uit wat er gebeurt en in welke omstandigheden ik terecht kom, want ik weet dat ik in staat ben om in elke situatie goed te reageren.'