Dertig jaar ongebreideld vertrouwen in de 'vrije' markt en wantrouwen in de 'controlerende' staat heeft het individualistische duurzaamheidsmotto 'een beter milieu begint bij jezelf' als moreel eco-kompas in ons geworteld. Dit kompas legt de verantwoordelijkheid primair bij het zogenaamd autonome individu, terwijl de overheid en bedrijfsleven slechts een faciliterende bijrol vervullen. Dat klinkt misschien nobel, maar is levensgevaarlijk. In een satirische toespeling op de klimaatspijbelaars liet De Speld onlangs het failliet zien van dit adagium. 'Hoezo heeft Esmee, de twaalfjarige klimaatspijbelaar, het recht op demonstreren? Kijk maar: ze heeft schoenen aan, ze heeft een telefoon, ze gebruikt karton voor haar slogan, en… ja, ze leeft ook nog. Ontzettend vervuilend allemaal; hoe hypocriet.'
In de zoektocht naar een zondebok en behoefte aan controle zijn we de rode draad van verhoudingen kwijtgeraakt. Ik stel ter heroriëntatie een gedachte-experiment voor. Stel je een miljoen mensen voor (ongeveer alle miljoen GroenLinks-stemmers), die dit jaar een hypothetische vliegvakantie naar Curaçao inleveren, tien kilo minder vlees eten, hun daken met zonnepanelen beleggen, omschakelen naar elektrisch rijden en hun douchetijd halveren. Zeg eerlijk, dat klinkt groots.