Het is de zomer van 2018. Op weg terug van vakantie uit Frankrijk rijden wij rond het middaguur Nederland binnen. Het is broeierig warm (onze Daihatsu uit 2002 heeft geen airco) en op de achterbank zit onze hond met haar tong uit de bek zwaar te hijgen. De achterruiten zijn bedekt met witte stofdoeken om de zon te weren. Veel helpt het niet. 'Het lijkt hier wel Noord-Afrika', verzucht mijn vriendin vanaf de passagiersstoel. In plaats van de groene vochtige oase die Nederland altijd rond deze tijd van het jaar is, zien wij een dor, bruin en uitgeput landschap om ons heen. Het is een vreemde gewaarwording; dat je bij thuiskomst van zomervakantie het gevoel krijgt verder van huis te zijn dan ooit.
Wie het nieuws volgt weet: dit is geen lokaal fenomeen. Over het gehele noordelijk halfrond wordt men geconfronteerd met extreme hitte en droogte. Bosbranden in Zweden, Griekenland, Noord-Amerika en zelfs de Noordpool. De hittegolf eist levens in Japan, Algerije en Canada. 'Dit is nie normaal. Dat ding doet echt raar', schampert mijn ras-Amsterdamse buurvrouw vanuit haar scootmobiel, terwijl we bij thuiskomst voor de deur babbelen over het weer hier in Nederland. Met dat 'ding' doelt ze natuurlijk op de aarde.
Is een extreme zomer als deze een uitzondering, of het gevolg van klimaatverandering?
Het wetenschappelijke antwoord is héél simpel: door de opwarming van de aarde neemt de kans op extreem weer exponentieel toe (50% meer kans volgens een onderzoek van het World Weather Attribution consortium). De extreme hittegolf die Europa al weken teistert is dus zonder meer mede het gevolg van klimaatopwarming. Iets wat wetenschappers overigens al lang en breed zagen aankomen.
Toch dringt deze link – tot op heden dan – tussen klimaatverandering en het extreme weer nog maar mondjesmaat door tot het grote publiek. Of misschien willen we het gewoon liever niet weten of horen. Om onszelf gerust te stellen refereren we, onder het mom van 'zie je wel, het is wel eens vaker zo warm geweest', naar de zomer van 1976. Maar dit is misleidend. Recente NASA-satellietbeelden laten duidelijk en helder zien: wat in 1976 lokaal was (Noord-West Europa), is nu globaal. Mijn buurvrouw begrijpt het dus heel goed: er is veel meer aan de hand.
Tekst loopt door onder de afbeelding.