Voor de duidelijkheid: dit betekent niet meteen het einde van de wereld of de mensheid, maar wel dat, als je werkelijk luistert naar wat de klimaatwetenschap ons zegt, we op een punt van no return zijn gekomen. Het is 'te laat' om ingrijpende klimaatverandering deze eeuw tegen te gaan, daarvoor hadden we eerder in actie moeten komen. Hoe erg het wordt en hoe we ons daarop voorbereiden, dat hebben we als planetaire soort nog wél in de hand. Naast het terugdringen van uitstoot zullen we ons volgens een recent wetenschappelijk artikel in Nature in ieder geval ook meer moeten gaan voorbereiden op de negatieve gevolgen van klimaatverandering.
Op de achterflap geeft de Amerikaanse econoom Tim Jackson een aanbeveling van Hamilton's boek:
'Listen tot his Requiem and weep, if it helps. False hope is as dangerous as despair. But don't get mired in helplessness. Above all, Requiem is a call to arms; to the urgent task of overhauling democracy in pursuit of survival. At stake, the biggest prize of all: our own humanity.'
Welke levenshouding neem je aan in deze donkere tijd? Dat is de hamvraag. Hamilton wilde met zijn boek vooral laten zien wat ons te wachten staat, zodat we ons er beter op kunnen voorbereiden. Hij gelooft niet in valse hoop of onberedeneerd optimisme als beste strategie om weerstand te bieden aan de gruwelijke realiteit. Hem wegzetten als een 'doemdenker' is dan ook onterecht. Hamilton is eerder het type van 'leven in waarheid'.
'Optimisme is een morele plicht', zei filosoof Karl Popper ooit. Het lijkt in onze moderne wereld het levensmotto te zijn geworden. Dat geldt niet alleen voor Amerikanen die 'optimistic by nature' zijn. Ook wij Europeanen hebben veelal de neiging 'to always look on the bright side'. Een optimistische levenshouding heeft, ondanks alle zwartgalligheid in de wereld, de voorkeur boven een pessimistische. Sterker nog: in veel kringen is het taboe om te zeggen dat we op een klimatologische catastrofe afstevenen. Voor je het weet wordt je weggezet als 'fatalist' of 'paniekzaaier'.
Maar is optimisme werkelijk de beste houding die we kunnen bedenken? Ontslaat de plicht om 'altijd optimistisch te zijn' ons niet juist ook van een andere plicht: om werkelijk in actie te komen, om onze manier van leven fundamenteel te veranderen, onszelf opnieuw te definiëren? In Hope without Optimism schrijft literatuurcriticus Terry Eagleton dat de optimistische levenshouding in essentie conservatief van aard is: ze is geworteld in een vertrouwen in de degelijkheid van het heden. Met andere woorden: een optimist ('ach, het komt allemaal wel goed') wil het heden niet écht opgeven, want dat betekent dat hij werkelijk moet veranderen. En dat doet pijn. Veel pijn. Eagleton: 'Optimisme is daarmee ook een typisch ideologische exponent van de heersende klasse.' Deze heeft belang bij het behouden van de status quo. Optimisme als opium voor het volk.
Wie zegt dat we in het licht van klimaatverandering onze hoop en vertrouwen nooit moeten opgeven, is wellicht bang dat men de toekomst opgeeft en vervalt in apathie en nihilisme. Eerlijk gezegd: dat zou best even het geval kunnen zijn. In tijden van rouw, na bijvoorbeeld het verlies van een dierbare, verliezen mensen ook hun hoop, dromen en verwachtingen van de toekomst. Maar – en dit is heel belangrijk om te realiseren – veruit de meeste mensen hervinden zich na het onder ogen zien van de realiteit. Om een nieuwe toekomst voor je te kunnen zien, moet je nu eenmaal eerst afscheid nemen van de oude. Alleen als je de situatie waarin je je bevindt als kritiek beschouwt, sta je open voor werkelijke verandering.
Onze diepe emotionele ontkenning van hoe slecht het werkelijk is gesteld met onze planeet, is vergelijkbaar met het niet onder ogen willen komen van een liefdesrelatie die op zijn eind is gekomen: we willen het niet echt aangaan, want wat daarna komt is angstaanjagend en niet te overzien. Toch weten we die diep van binnen: het moment gaat komen. En we weten ook dat het ons uiteindelijk veel kan brengen als we de waarheid werkelijk onder ogen durven zien. Dingen die we van tevoren niet hadden kunnen voorzien. Als we door gevoelens van wanhoop, boosheid, verdriet, schuld en schaamte gaan, kunnen we er vervolgens aan de andere kant uitkomen met hernieuwde hoop en energie voor het leven.
Met het zwaard van klimaatverandering dat ons boven het hoofd hangt, zullen we onze droom van eeuwige (materiële) voorspoed en vooruitgang moeten opgeven, en vervangen voor een droom van voortgang (van het leven). Een van strijdvaardigheid en aanpassingsvermogen, van creativiteit en solidariteit. Hoop is daarbij geen synoniem voor leeg en oppervlakkig optimisme, maar een emancipatoire kracht die voortkomt uit een diep onvrede over het heden.
Wanhoop, accepteer en handel, dat is wat Clive Hamilton aan het eind van zijn pessimistische boek schrijft.
Er rest ons niets anders.