'Het lijkt tegenintuïtief dat we hulp nodig hebben om autonoom te zijn, dat past niet bij ons beeld van het individu dat zelf oordeelt en bepaalt. De zelfhulpgids is ironisch begonnen, wat het filosofische thema van autonomie een beetje licht maakt, maar werd gaandeweg serieuzer. Waarom wil je autonomie? Omdat je iets moois en leuks wil met je leven, en iets wat bij je past. Hoe je daar komt is niet vanzelfsprekend, dus daar kunnen we wel hulp bij gebruiken. Tegelijkertijd kan je iemand niet van bovenaf vertellen wat autonomie is, want dan neem je zijn autonomie direct af.'
Zijn we hackbare dieren die worden beïnvloed en gemanipuleerd door technologie? Of hebben we keuzevrijheid ten opzichte van die levensbepalende techniek? Volgens filosoof Miriam Rasch zijn er beperkingen aan onze vrijheid, maar betekent dat niet dat we slechts weerloze speelballen zijn. In haar nieuwe boek Autonomie. Een zelfhulpgids onderzoekt ze hoe je autonoom kunt handelen, als slimme systemen, wetenschap en techniek alles sneller, beter en eerder weten dan jij.
Je hebt een zelfhulpgids geschreven voor autonomie. Kunnen we wel een beetje hulp gebruiken om autonoom te worden?
Je komt meteen terecht in een paradox?
'Zo voelde het voor mij wel. Er zijn talloze essays geschreven die je vertellen hoe je autonoom moet zijn. Ik dacht: welke vorm kun je kiezen om dat te vermijden, en hoe kan je de bal direct bij de lezer leggen? Zo van: jij wil autonoom zijn, dus doe het maar. Maar je hoeft het niet meteen in je eentje te kunnen.'
Het zijn vragen waar we allemaal mee te maken hebben?
'Ja. Ik denk dat iedereen de ervaring kent van geen autonomie hebben. Daardoor weet je ook waarom je het wel zou willen hebben, wat het zou kunnen betekenen en wat de kracht ervan is als je dat weet te mobiliseren. Dat hoeven we niet alleen aan filosofen of radicalen over te laten.'
Als kind vond je het verschrikkelijk dat ouderen van alles voor jou bepaalden.
'Ja, dat zegt veel over mij als persoon. En het is ook een beetje een grapje, want iedereen herkent dat denk ik. Tegelijk weten we dat het niet gaat om de autonomie van kinderen die moeten kunnen doen wat ze willen. Dat helpt de wereld niet verder. Ik heb steeds geprobeerd bij dit soort voorbeelden te bedenken waar de grens ligt, en hoe het naar mij terugspreekt.'
'Mijn these is dat autonomie bestaat in de dans met de beperkingen ervan. Het kind is misschien autonoom, maar heeft de dans met de beperkingen van het leven nog niet onder de knie. Daarmee doel ik op het simpele feit dat we in de wereld zijn en er geen absolute vrije wil is, alleen al vanwege het feit dat we geboren worden op een specifieke plaats, binnen een familie, en in een lijf met bepaalde kenmerken. Maar dat betekent niet dat je meteen moet ontkennen dat je autonoom kan zijn. De vraag is dan: hoe kun je binnen je gesitueerdheid nadenken over wat autonomie is?'
We zijn snel geneigd te denken dat autonomie gaat over het eigengereide individu dat volledig op zichzelf staat.
'Ja, dat is de Kantiaanse erfenis.'
Dat is het idee van de Duitse filosoof Immanuel Kant dat een autonoom mens zichzelf de wet stelt, oftewel regeert op eigen gronden.
'Precies, en het is heel waardevol geweest om op die manier na te denken over mensen. Bijvoorbeeld voor gelijkheid: dat iedereen het vermogen bezit om zelf na te denken en voor zichzelf te beslissen. Dat iedereen dat in zich draagt, los van rang, klasse of afkomst. Ik voel me nog altijd aangesproken door de oproep van Kant: je hebt het in je, dus gebruik het ook. Laat je niet binden door wat anderen vinden dat je moet doen, zeggen, vinden of geloven. Vind de innerlijke kracht die iedereen heeft.'
'Maar in de loop der eeuwen is dat uit de hand gelopen. Het is verworden tot: 'ik ben de meest belangrijke persoon ter wereld en ik hoef me van niemand anders iets aan te trekken.' Ik denk niet dat Kant dat zo gezegd of bedoeld heeft. Maar het is wel duidelijk dat die kracht bij hem voor een groot gedeelte in het hoofd wordt gesitueerd. In de hedendaagse filosofie is er gelukkig veel aandacht voor de vraag hoe we buiten de ratio na kunnen denken over wat een mens is en wat hij zou moeten of kunnen doen.'
Je schrijft in je boek dat het Kantiaanse idee van autonomie in onze tijd 'leugenachtig' en 'achterhaald' wordt gevonden. Waarom is dat?
'Het idee van zo'n puur formele of rationele autonomie lijkt te impliceren dat het mogelijk is om je van externe invloeden te bevrijden, van wat hij de heteronomie noemt, oftewel de dingen die van buiten op je inwerken. Dan zou je op een gegeven moment helemaal vrij zijn in je oordelen en in je denken, behalve dat je altijd aan je zintuigen gebonden bent. De leugen is dat je als een vrij persoon zonder invloeden van buitenaf zou kunnen denken of leven, of je waarde zou kunnen bepalen.'
Wat voor soort invloeden zijn dat?
'Sinds Kant heeft de wetenschap de ene na de andere externe invloed blootgelegd waar we niet of heel moeilijk aan kunnen ontsnappen. Denk aan je driften, je lichamelijke gesteldheid, je opvoeding, hoe je bent opgeleid, je vaardigheden en je talenten, of de kansen die je hebt gekregen. Dus het is een totale illusie om te denken dat je een vrij, rationeel, contextloos wezen zou kunnen zijn.'
Je bent zelf ook kritisch op dat idee van autonomie.
'Ja, het is gevaarlijk. Want een andere implicatie van dat idee is dat je het helemaal zelf moet doen, dat je het aan jezelf te wijten hebt als het niet lukt, en dat je er geen hulp bij nodig zou moeten hebben. Maar dat wil niet zeggen dat de autonomie in z'n geheel overboord moet.'
Met zijn beroemde 'durf te denken' roept Kant op tot autonomie. Op welke momenten merk je dat je niet durft te denken?
'Je kan het merken in hoe je denken is gevormd door je verleden. Ik kom zelf regelmatig een vroegere versie van mezelf tegen, waarbij ik me nu realiseer hoe ik toen gevormd werd. Bijvoorbeeld toen ik een vak volgde bij filosoof Paul van Tongeren, waarbij ik sterk heb geïnternaliseerd wat er werd gezegd, alsof het van mezelf is. Toen hij Denker des Vaderlands werd, kwam er een boekje uit met interviews waarin hij zijn denken uiteenzet. Ik las het en realiseerde me: oh, dus daar heb ik mijn denken over ethiek en betekenis vandaan, ik was alleen vergeten dat ik het van hem had!'
In je boek kom je dan tot deze paradox: 'door het navolgen van de ander, kom je tot jezelf.'
'Helemaal op jezelf weet je niet wat je moet doen, dat kan niet bestaan. Hoe kunnen we samen met anderen verder komen? Dat spreekt me erg aan. Ik geloof niet in het vinden van je ware zelf. En als je die dan hebt: wat dan? Misschien ben ik iemand met een interesse in ethiek en betekenis, maar vervolgens word ik geconfronteerd met een wereld vol datatechnologie, wat frictie brengt. Dus in dialoog met de wereld krijgt het inhoud en gewicht. Dat is mijn beschrijving van hoe ik probeer autonoom te zijn, en ik hoop dat anderen zich daar een beetje in kunnen herkennen.'
Kun je als individu je autonomie bevechten, of heb je collectieve actie nodig?
'We kunnen niet zonder het collectief. Als je autonomie niet wil definiëren als iets wat het individu in zijn hoofd realiseert, dan heb je elkaar er praktisch voor nodig. Vanuit de technologie worden we als collectief behandeld en in categorieën gestopt. Als collectief moet je daarmee om leren gaan. Als iedereen in z'n uppie gaat proberen om autonoom te zijn, kom je in de Kantiaanse knoop terecht waarbij we als egoïsten over de planeet te denderen.'
In plaats daarvan nodig je ons uit om te dansen met autonomie, en een relatie aan te gaan met de werkelijkheid. Hoe ziet dat eruit?
'Als je begint met de vooronderstelling dat je van alle kanten beïnvloed wordt, dan wil je daar zicht op krijgen. Ik denk dat je aandacht moet hebben voor de buitenwereld: wat er gebeurt in de media, of met de mensen om je heen, en hoe werken die op mij in? Voor mij is dat geen vervelende vraag, maar juist een soort eerste dans. Als je daar eenmaal zicht op hebt, dan kun je het beter in eigen hand nemen.'
'Als ik geen enkel idee heb van hoe mijn Twitterfeed invloed heeft op mijn overtuigingen of mijn humeur, en ik er gedachteloos in meega, dan kan ik het niet in kaart brengen. Pas als je dat wel hebt gedaan, kun je er een relatie mee terug aangaan, en bedenken: wat wil ik eigenlijk, ben ik het er mee eens, en kan ik hier iets aan veranderen? Je weet niet precies wat de uitkomst gaat zijn: het is een continue beweging. Jij verandert iets, dan zij veranderen hun voorwaarden, en pas jij weer iets aan. Het is een open dans die je met elkaar aangaat. Ik zie het graag positief en blijf nieuwsgierig naar wat de ander doet. Samen probeer je tot iets moois te komen.'
Het boek Autonomie. Een zelfhulpgids van Miriam Rasch ligt vanaf vandaag in de boekwinkels.