Het is 18 maart wanneer het vraaggesprek met Stine Jensen (49) plaatsvindt, de dag na de Tweede Kamerverkiezingen, de dag vooral dat de VVD van Rutte wéér won, D66 een stunt leverde en links zo'n beetje verpulverd werd. De affaire 'Positie Omtzigt: functie elders' zou twee weken later plaatsvinden.
De eerste keer dat ze zich activistisch opstelde, herinnert ze zich nog goed, net als toen ze met een ferme mening in de problemen kwam. Niet erg, zegt filosoof Stine Jensen, want zo leer je je eigen falen te onderzoeken. Ze memoreert haar vaders lijfspreuk: Durven is even je evenwicht verliezen, niet durven is jezelf verliezen. Dit interview verscheen eerder in Human Inc, het magazine van het Humanistisch Verbond.
Wat zegt deze uitslag over de gemoedstoestand van de Nederlander?
'Er is wel én niet iets veranderd door deze verkiezingen. Niet: de VVD is nog steeds de grootste, er is geen enkele afrekening geweest op vrij fatale fouten als de toeslagenaffaire, wat verbluffend is. En wél: Nederland is met de komst van JA21 en de winst van Forum voor Democratie nóg meer naar rechts opgeschoven. Waarom gaan mensen daarvoor? Reikt het belang niet verder dan eigen huisje-boompje-beestje, of is er meer aan de hand? Als dat eerste zo is, is dat voor een samenleving heel gevaarlijk – de sociaal-democratische overheid zoals we die kennen, of eigenlijk kénden, corrigeerde het egocentrisme nog enigszins. Deels snap ik de sterke versplintering van het politieke landschap ook wel weer: de wereld ís groot geworden, er zijn heel veel mediakanalen die ons beïnvloeden. Ik weet soms ook niet zo goed waar de waarheid precies ligt. Of wat de feiten zijn.'
Met de coronacrisis is een nieuwe kritische burger opgestaan: de Willem Engel-aanhanger. Die zal zeggen: te kritisch mag niet in Nederland, want dan word je meteen weggezet als wappie.
'Maar dat is niet waar. In Nederland wordt mondigheid juist bij uitstek getraind en gecultiveerd. Dat vinden wij van hóge waarde, bij jonge kinderen al. Als je denkt aan Immanuel Kant en aan de Verlichting, dan is dat: je mondigheid ontwikkelen. Een geslaagd kind is een kind dat zich durft uit te spreken en zijn mening geeft.'
Is dat niet vooral een stedelijk verschijnsel?
'In de Happy Child Index staan Nederlandse kinderen op nummer één, en als je vraagt waarom, zeggen ze zelf: 'Omdat we onze mening mogen geven.' Voor zover ik er zicht op heb, heeft Nederland een van drukste mediadebatculturen van Europa. Jinek, Op1, Nieuwsuur, De Vooravond; het is een aaneenschakeling van gasten die hun mening mogen laten horen. De Noren kijken daar echt van op, hoor. De Duitsers ook, die hebben zo'n heel rustig discussie-programma en daar zitten allemaal deskundigen wier deskundigheid ook als zodanig ervaren wordt. En Zweden kent een meer angstige, terughoudende cultuur waarin je elkaar liever niet te sterk confronteert.'
Kunnen we stellen dat Nederlanders goed zijn in debat?
'Nou, dat is niet gezegd. Het écht kritische interview, een halfuur lang de onderste steen boven krijgen, is meer uitzondering dan regel. Nieuwsuur deed dat goed in aanloop naar de verkiezingen, maar dat viel dan ook meteen op.'
Hoe uitgesproken ben jij zelf?
Weifelend: 'Soms ben ik wel uitgesproken. Ja. Jawel.'
Haha.
'Ja, dan moet ik dus meteen diep nadenken waaróver ik me dan zo uitspreek. Meestal ben ik bereid me te laten overtuigen dat iets níét zo is. En die bereidheid om te twijfelen wil ik ook vasthouden. Denken is van mening durven veranderen. Dat zou de basishouding moeten zijn: ergens helemaal van overtuigd zijn en dan iemand spreken die je laat zien dat er ook nog ruimte achter is. Dat is toch ook alleen maar léúk?'
Waar sprak je je de laatste keer ferm over uit?
'Over kunst en cultuur, want die worden echt te grabbel gegooid. De eerste keer dat ik me activistisch opstelde herinner ik me ook nog goed: dat was met de actiegroep Beperkt Houdbaar, samen met Sunny Bergman en Myrthe Hilkens. De aanleiding was een bikiniposter van H&M die door de hele stad hing. Toen heb ik een stuk geschreven voor NRC over de jarretellisering van de samenleving. Wat toen ik ontdekte, is dat je bij ferme meningen meteen een podium krijgt. Ineens werd ik door ie-der-een gebeld, het kwam zelfs in de Tweede Kamer terecht.'
Vond je dat prettig?
'Nou … ik stond heel erg achter wat ik zei en had geen twijfels, maar ik ontdekte ook dat er ongemakkelijke allianties ontstonden: Jeroen Dijsselbloem (PvdA) ging met ons mee, maar de conservatieve ChristenUnie óók. Dat is de hoefijzertheorie: aan de polen vinden de uitersten elkaar weer.'
Ben jij ooit met een geprononceerde mening in de problemen gekomen?
'Ja tuurlijk, je maakt soms ook fouten met je kritiek. Weinig mensen memoreren hun falen, maar je leert ervan om je eigen verwarring te onderzoeken. Historicus en publicist Geerten Waling bleef eens aanhoudend aan de kaak stellen dat ik ooit samen met een groep wetenschappers de Franse socioloog Tariq Ramadan heb verdedigd, die uiteindelijk een wolf in schaapskleren bleek te zijn, de ene na de andere #metoozaak, echt vreselijk. Ik had hem weliswaar verdedigd in een ander tijdvak, maar Waling had in retrospectief wel een punt. Alleen: hij gíng maar door, hij zat me echt te pesten op Twitter. Toen heb ik hem uitgenodigd voor een kop koffie.'
Maar was dat omdat je je eigen verwarring wilde onderzoeken of omdat je gewoon van die continue publieke aanvallen af wilde?
'Beide, maar ik dacht ook echt: shit, hij heeft een punt. Ik héb die vent verdedigd. Dat is het gevaar van stevig opiniëren, de tijd kan je altijd in de staart bijten.'
Hoe liep het af?
'Met de ontdekking dat we dichter bij elkaar lagen dan we dachten. Wat ik dus heel waardevol vind. We hadden ook voor eeuwig vijanden kunnen blijven, maar wat heb je daaraan?'
Had je toen ook spijt van je eerdere opvattingen?
'Ja, natuurlijk. En dat is maar goed ook – daar zit je geweten, je overpeinzingen. Mensen die nergens spijt van hebben begrijp ik niet: kun je werkelijk zo tevreden zijn met jezelf ? Ik was in dit geval onzorgvuldig geweest, had me laten inpakken – daar mag je best over nadenken.'
Voor de huidige generatie is kleur bekennen zeer belangrijk. Voormalig Op1-presentator Talitha Muusse zei in een interview: 'Als je op een invloedrijke positie zit en je bent bijvoorbeeld niet proactief antiracistisch, dan doe je gewoon niet genoeg. Je kunt niet aan de zijlijn staan en zeggen: goed bezig, jongens. Nee, je moet méédoen.' En Desmond Tutu zei: 'If you are neutral in situations of injustice, you have chosen the side of the oppressor.'
'Dat is heel interessant, maar het is niet helemaal mijn positie. Ik ben daar ook helemaal niet mee opgevoed. Bij ons thuis werd de waarde van neutraliteit juist benadrukt. Mijn opa was onderhandelaar tussen de Duitsers en de Denen in het leger, en hij moest zijn neutraliteit in de oorlog in ieder geval veinzen om die onderhandelingen te kunnen doen. Dus diplomatie, het vermógen tot neutraliteit, is een grote kracht.'
Als functionaris, ja.
'Maar ook in het dagelijks leven. Je mening opschorten en eerst bereid zijn te luisteren is iets wat je moet leren, een houding die je moet oefenen. Neutraliteit is een plek om te bewaken, het is dáár waar mensen vrij mogen nadenken. Iedereen vliegt altijd zo snel van oordeel naar oordeel. Ik ook. Er hoeft maar iets te zijn op de school van mijn dochter of ik denk, jezus, moet dat zó? Terwijl je eigenlijk amper weet waar je het over hebt.'
Talitha Muusse heeft het over posities van macht. Zij zegt: 'Als je dan nóg je snuit houdt, houd je het probleem in stand.'
'Dat klinkt mij nogal marxistisch in de oren: je bent óf goed, óf fout.'
Volgend jaar word je vijftig. Als ik jou vraag: ben je tevreden tot nu toe, wat zeg je dan?
Denkt na. 'Jeetje. Ben ik tevreden…'
Specifieker: wat beschouw je als je grootste triomf?
Denkt nog wat meer na. Dan: 'Nou, ik ben er trots op wat ik op werkgebied heb bereikt. Mijn ouders zijn geëmigreerd uit Denemarken toen ik tien maanden was. Ze spraken de taal niet maar toch is het hen gelukt de sprong naar de middenklasse te maken, compleet met een Volvo en een zeilboot. De boodschap voor mij en mijn tweelingzus was: onderwijs is heel belangrijk. En de andere boodschap was: doe iets waar je passie zit. Zelf was mijn vader voor zekerheid gegaan, wat in zijn geval logisch is, maar toen ik filosofie en literatuur wilde studeren, zei hij meteen: doen. Zijn lijfspreuk kwam van Kierkegaard: Durven is even je evenwicht verliezen, niet durven is jezelf verliezen. Waag 'm maar, die sprong. Want dát is leven. Nou, ik heb dat gedurfd, en daar ben ik trots op.'
En je grootste mislukking?
'Het is me niet gelukt om als vader en moeder bij elkaar te blijven voor Vicky. Dat is pijnlijk, verdrietig. Ik had een groot gezin willen hebben en dat is niet gelukt. Tegelijkertijd weet ik dat deze vorm, ik en één kind, bij me past. Het gaat goed zo. En toch voelt het als falen. Er is geen enkel kind ter wereld dat zijn ouders níét bij elkaar wil zien. Dat voel je gewoon.'
Wanneer voel je dat?
'Als ze om een broertje of zusje vraagt. Ik bied allerlei reparaties aan, een hond en zo, maar dat is niet hetzelfde.'
Begrijp je waarom het destijds fout is gegaan?
'Zéker, ik val binnen alle CBS-statistieken. Alice Munro zegt het mooi. Zij zegt: 'Scheiden is een heel normale ramp.' Zo is het echt: het gaat over botsende karakters, over andere verwachtingen, dat soort normale dingen. Niettemin is het een ramp.'
Verwijt je jezelf daarin iets?
'Ik verwijt mezelf niets, maar dat is ook omdat het daarna béter is geworden. De relatie die ik nu heb is goed, er werd veel eerder over gevoelens gecommuniceerd. Mijn vriend is therapeut, dat scheelt misschien. Bovendien: mijn ouders zijn heel laat gescheiden, omdat ze voor de kinderen bij elkaar wilden blijven. Wij zijn gescheiden toen Vicky heel jong was, twee pas, maar haar vader heeft nu een goede relatie, ik heb een goede relatie, en zij heeft dus goede blauwdrukken van relaties om zich heen. Dus die heel normale ramp heeft zich vroeg voltrokken, en daarna is alles weer rustig geworden.'
Je nieuwe boek heet Faalmoed. Gaat dat ook hierover?
'Faalmoed gaat over zelfreflectie, beginnen te filosoferen vanuit persoonlijke en maatschappelijke mislukkingen. Ik zag allerlei bekende vrouwen ineens boeken uitbrengen rond het thema vijftig. Connie Palmen over vijftig jaar schrijverschap, Heleen van Royen over vijftig zijn én moeder en minnares. Toen dacht ik: hé, is vijftig worden soms een rite de passage? In de media wordt het in ieder geval geplugd als een big turning point. Onze cultuur hangt erg aan tientallen: dertig, veertig, vijftig, dat vieren we. Natuurlijk gebeurt er iets bij vijftig: je weet dat je meer achter je hebt dan dat er nog gaat komen. Wat er ook gebeurt: het is niet zozeer het fysieke verval dat knaagt, het is meer dat je eerst nog tien, twintig zijwegen zag en nu moet concluderen dat er nog maar één of twee zijn. Tegelijkertijd zie je dat er heel veel opgewekte boeken verschijnen waarin je tot grote activiteiten wordt opgezweept als je de vijftig bereikt. In Barbara van Beukerings boek Niet achter de geraniums bijvoorbeeld staan allemaal fantastische vrouwen, zoals Hedy d'Ancona en zo, en die zíjn toch actief!'
Je zegt het met een zucht.
'Nou ja goed, de lat ligt wel hoog inderdaad. In de yoga, en daar hou ik nogal van, ligt de focus meer op zijn dan op doen. Het is inspirerend hoor, dat bedoel ik niet, maar in zielenrust ligt volgens mij de grootste troef van vijftig worden. Het iets meer weten, iets meer genieten, iets meer achteroverleunen. Wat ik ook interessant vind: onze westerse samenleving ziet ouderdom als waste. Het is een last, het kost geld, het voegt niks toe, en alleen als je heel erg nadrukkelijk meedoet en daar een boek over schrijft, dan is het goed. Ouderdom als wijsheid, als positieve waarde in samenwerking met andere generaties, is helemaal uit. Dat is zonde.'
Je bent filosoof, maar ook yogi. Op spirituele zaken wordt vaak neergekeken door de eerste groep. Hoe verhoud jij je daartoe?
'Heel goed. De samenleving is wat dat betreft wel veranderd, hoor. Ooit werd yoga een beetje afgedaan als zweverig, maar nu gaat zelfs Michelle Obama in yogahouding langs scholen om kinderen te inspireren. Logisch ook: er zijn té veel mensen met burn-outs en rugklachten om dat lijf niet serieus te nemen. Zelf doe ik aan kundalini, een heel dynamische vorm van yoga. Alleen al rondjes draaien op je bekken is helend, grondend. Probeer maar.'
Dit interview verscheen eerder in Human INC. Leden van het Humanistisch Verbond ontvangen het blad gratis, drie keer per jaar. Nieuwsgierig naar het magazine? Vraag nu een gratis exemplaar aan.