Ik ben bevriend met een thrillerschrijver die ervan droomt internationaal door te breken. Om zijn lot te voorspoedigen plaatste hij zijn Nederlandse boeken vast bij de afdeling Engels in de boekhandel. Noem het magisch denken, voor politici en verkopers is het handelen in de beelden van voorspoed vaste prik, van 'Yes we can!' (Obama) tot een 'plicht tot optimisme' (VVD).
In One Simple Idea: How Positive Thinking Shaped Modern Life (2016) stelt de Amerikaanse schrijver Mitch Horowitz de hamvraag: werkt positief denken? Horowitz groeide op in de jaren zeventig in een middenklasse Amerikaans gezin. Zijn jeugdervaringen leidden tot zijn zoektocht naar de zin van positief denken, omdat hij zich er hartstochtelijk aan vastklampte. Zijn vader en moeder overspeelden hun hand door in een net te duur huis te gaan wonen. Vader werd werkloos, de huur werd een zorg, zijn ouders gingen scheiden, en zo brokkelde hun leven langzaam af. De jonge Mitch klampte zich vanaf dat moment hartstochtelijk vast aan de gedachte dat hij opgewekt moest blijven. Van zijn dwangmatig opgewekte tante die devoot geloofde dat je je gemoed kon kiezen en daarmee de werkelijkheid een zetje de juiste kant op gaf, leerde hij no matter what te blijven hopen. 'I can choose to be right or to be happy' – dat had ze neergepend op een kaartje dat ze altijd bij zich hield. Horowitz vond steun in de essays van de filosoof Ralph Waldo Emerson en de Talmud: blijf geloven, blijf hopen op een beter morgen, blijf vooruit kijken. Op latere leeftijd begon hij zich steeds meer af te vragen of positief denken er écht toe doet. 'Cotton-candy theology' of 'philosophy for dummies', sputterde zijn meer ontwikkelde intellectuele geweten tegen, want natuurlijk kun je niet de werkelijkheid met je gedachten beïnvloeden.