Tegenslag, verraad, verlies: de Romeinse keizer Marcus Aurelius doorstond het allemaal. Het geheim voor zijn succesvolle leven vond hij in de praktische wijsheid van de stoïcijnse filosofie. Psychotherapeut en schrijver Donald Robertson leidt daar makkelijk toepasbare psychologische technieken uit af, die de moderne mens helpen sterker te worden in het tumult van het leven.

We denken vaak dat de retorica vooral werd gebruikt om anderen te manipuleren, maar we vergeten gemakkelijk dat we ook onszelf manipuleren; niet alleen als we spreken, maar ook als we taal gebruiken bij het denken.

De stoïcijnen waren zeker wel geïnteresseerd in de manier waarop taal anderen kan beïnvloeden, maar hun belangrijkste interesse ging uit naar de manier waarop we onszelf beïnvloeden, door onze eigen gedachten en gevoelens, en door onze woordkeuze. We overdrijven, generaliseren, laten informatie weg en gebruiken schuttingtaal of bloemrijke metaforen: 'Ze is altijd al een kreng geweest!' 'Die rotzak heeft me helemaal afgebrand!' 'Mijn nieuwe baan is echt een ramp!' Mensen menen dat dit soort overdrijvingen het natuurlijke gevolg zijn van heftige emoties als frustratie en woede. Maar stel nu eens dat ze de oorzaak zijn van die emoties, en dat ze die bestendigen? Als je er goed over nadenkt zul je ontdekken dat dergelijke taal emoties oproept. Het ongedaan maken van de effecten van deze emotionele retoriek door een meer objectieve beschrijving van de gebeurtenissen vormt dan ook de basis van de oude stoïcijnse therapie van de hartstochten.

[...]

In de wijze waarop wij over gebeurtenissen spreken en denken, gaan allerlei waardeoordelen schuil die vorm geven aan onze gevoelens. Shakespeares Hamlet roept uit: 'Niets is goed of kwaad, maar ons denken maakt het zo.' De stoïcijnen zouden daarmee instemmen. Ook zij meenden dat er geen goed en kwaad bestaan in de wereld buiten ons. Alleen dat wat onder onze controle valt kan 'goed' of 'slecht' worden genoemd, waarmee deze begrippen identiek worden aan 'deugd' en 'ondeugd'. Wijsheid is het objectief begrijpen van de gebeurtenissen, die in dit concrete geval indifferent zijn. De stoïcijnen beschrijven dat wel als het blijven bij onze eerste indruk van de dingen en die niet beladen met waardeoordelen.

Filosoof Epictetus geeft daar talloze voorbeelden van. Als je schip is vergaan op zee zou je moeten zeggen 'Mijn schip is vergaan', zonder daar een oordeel of klacht aan toe te voegen in de trant van 'Waarom moest mij dat overkomen? Het is verschrikkelijk!' Als iemand snel klaar is met douchen, zou je niet met afschuw moeten reageren doordat je ervan uitgaat dat hij zich niet goed heeft gewassen. Je zou gewoon moeten concluderen dat hij snel heeft gedoucht. Als iemand veel wijn drinkt, zou je niet moeten zeggen dat hij verkeerd bezig is, maar eenvoudig moeten zeggen dat hij veel wijn drinkt.

In navolging van Epictetus zegt Marcus Aurelius dat hij zichzelf feitelijk zou moeten voorhouden dat iemand hem beledigd heeft, zonder daar het waardeoordeel aan toe te voegen dat die ander hem probeerde te kwetsen. Als je bij de feiten blijft en daar niets onnodig aan toevoegt, kun je afrekenen met veel angsten en zorgen in het leven.

Buste van Marcus Aurelius

Zeno muntte de technische term phantasia kataleptike voor de stoïcijnse methode om gebeurtenissen objectief te beschrijven en onderscheid te maken tussen oordeel en feit. De Franse filsoof Pierre Hadot vertaalt dat begrip als 'objectieve representatie'. Letterlijk betekent dit een indruk die greep houdt op de werkelijkheid en verhindert dat we worden weggeblazen door onze emoties. Het concept verankert onze gedachten in de werkelijkheid. Filosoof Zeno illustreert het zelfs met het lichamelijke gebaar van het dichtklemmen van een vuist – van mensen die de dingen nuchter bekijken zeggen we tot op de dag van vandaag dat ze 'greep hebben op de werkelijkheid'.

Epictetus zegt dat je als stoïcijn wel kunt zeggen dat iemand 'naar de gevangenis is gestuurd', maar dat je jezelf niet moet verliezen door dat vreselijk te vinden en te klagen dat Zeus iemand op onrechtvaardige wijze heeft bestraft. Als aspirant-stoïcijn zou je om te beginnen jezelf kunnen oefenen in het objectief beschrijven van gebeurtenissen zonder gebruik te maken van emotioneel geladen taal. Als zijn leerlingen zich niet zouden laten meeslepen door valse en emotionele indrukken, zouden ze volgens Epictetus geworteld blijven in de objectieve representatie die ze in eerste instantie waarnemen.

Door bij de feiten te blijven kun je angst vaak al verminderen. Cognitieve therapeuten gebruiken soms het neologisme 'catastroferen' om een houding aan te duiden waarbij we ons blindstaren op het worstcasescenario. Met dit woord willen ze hun cliënten duidelijk maken dat we voortdurend geneigd zijn om waardeoordelen toe te kennen aan de gebeurtenissen buiten onszelf. Ze maakten van het zelfstandig naamwoord 'catastrofe' een werkwoord om duidelijk te maken dat het beoordelend kijken naar gebeurtenissen in feite een actieve handeling is. Catastroferen is een vorm van retorische overdrijving, een hyperbool. Zo is het verlies van je baan op zichzelf geen ramp; als je er passief naar kijkt zie je niet hoe erg het is. We catastroferen zo'n gebeurtenis actief door haar als een ramp te beschouwen en er een waardeoordeel aan toe te kennen dat vaak niet in verhouding staat tot de werkelijkheid.

In de cognitieve therapie leren we dat wij de controle hebben over, en verantwoordelijkheid moeten nemen voor de waardeoordelen die ons gestrest maken. Moderne cognitieve therapeuten adviseren hun cliënten om gebeurtenissen op een nuchtere wijze te beschrijven, zoals de stoïcijnen dat al deden. Als ze hun cliënten leren om hun waarneming van de situatie te relativeren door nare angstgevoelens terug te brengen tot iets wat veel realistischer en minder beangstigend is, noemen ze dat 'decatastroferen'.

Zo gaf Aaron T. Beck, de grondlegger van de cognitieve therapie, cliënten met angststoornissen het advies om 'decatastroferende scenario's' te schrijven, waarin ze een stressvolle situatie zo feitelijk mogelijk moesten weergeven, zonder sterke waardeoordelen of woorden die emoties opriepen, bijvoorbeeld: 'Ik ben ontslagen en ik ben nu op zoek naar nieuw werk' in plaats van 'Ik ben mijn baan kwijt en ik voel me machteloos; het is verschrikkelijk!' Denk er maar eens over na: is het niet zo dat we bij tegenspoed sterk geneigd zijn om te overdrijven, en emotioneel geladen taal gebruiken om de gebeurtenissen te beschrijven, zowel in ons eigen leven als in het geval van anderen?

Decatastroferen wil zeggen dat we de waarschijnlijkheid en de ernst van iets vervelends wat ons is overkomen opnieuw proberen in te schatten en in een meer realistisch kader trachten te plaatsen. Beck vroeg aan zijn cliënten: 'Is het werkelijk zo erg als u denkt?' Onze neiging tot catastroferen zet ons op het spoor van 'stel je voor'. Stel je voor dat waar ik bang voor ben ook gebeurt? Dat zou vreselijk zijn! Decatastroferen betekent dat je 'stel je voor' vervangt door 'wat maakt het uit'. Wat maakt het uit als dit of dat gebeurt? Dat is toch niet het einde van de wereld? Ik kan het best aan.

[...]

Soms is een herinnering aan de stelregel van Epictetus dat 'het niet de dingen zijn die ons van streek maken' al genoeg om ons te helpen cognitief afstand te nemen van onze gedachten, zodat we ze gaan zien als hypothesen in plaats van als feiten. Er zijn echter nog veel meer cognitieve distantiëringstechnieken die worden gebruikt in de moderne cognitieve gedragstherapie, zoals:

• Beknopt je gedachten opschrijven als je ze voelt opkomen, en ernaar kijken op papier.

• Je gedachten op een whiteboard schrijven en er letterlijk 'van een afstandje' naar kijken.

• Je gedachten vooraf laten gaan door zinnen als 'Op dit moment constateer ik dat ik denk dat …'

• Over je gedachten spreken in de derde persoon – bijvoorbeeld: 'Donald denkt nu …' – en doen alsof je de gedachten en overtuigingen bestudeert van iemand anders.

• Op een afstandelijke manier de voor- en nadelen van een bepaalde mening evalueren.

• Met gereserveerde nieuwsgierigheid de frequentie van bepaalde gedachten noteren door een rekenmachine te gebruiken of streepjes te zetten.

• Van perspectief wisselen en steeds anders naar een bepaalde situatie kijken, zodat je je aanvankelijke zienswijze gaat relativeren. Bijvoorbeeld: 'Hoe zou ik tegen mijn total loss gereden auto aankijken als ik Marcus Aurelius was?' 'Als dit mijn dochter overkwam, wat zou ik haar dan adviseren?' 'Hoe denk ik over deze gebeurtenissen als ik er over tien of twintig jaar op terugkijk?'

[...]

Het aanvaarden van de methode van distantiëring om de situatie te beschrijven waarin je verkeert, is een fundamentele eerste stap bij het leren van andere stoïcijnse technieken. Het leidt tot een volgende stap: nadenken over de vraag over welke vermogens en deugden we beschikken om beter om te gaan met de situatie, of jezelf afvragen hoe een wijs mens in die situatie zou handelen. Of je dat nu 'cognitieve distantiëring' of 'katharsis' noemt, je kunt sterke waardeoordelen en uiterlijke gebeurtenissen van elkaar scheiden door de extreme gehechtheid aan dingen los te laten. Het kan zijn dat je dat in het begin nogal moeilijk vindt. Dan kan Epictetus' beroemde gezegde – 'Het zijn niet de dingen die ons van streek maken, maar het is ons oordeel over de dingen' – een goede gids voor je zijn.

Dit is een voorpublicatie uit Leer denken als een Romeinse keizer. Succesvol leven met Marcus Aurelius, geschreven door Donald Robertson. Kijk hier verder op de site van de uitgever.