Op het eerste gezicht lijkt de aantrekkingskracht van het avontuur gelegen in de belofte van vrijheid. We willen dat er onverwachte dingen op ons pad komen en zo breken met de sleur van alledag. Bij nadere beschouwing blijkt het tegenovergestelde het geval. In een avontuur is elke gebeurtenis namelijk betekenisvol. Zoals ik eerder op Brainwash betoogde, heeft dit er mee te maken dat er in een avontuur altijd een doel centraal staat, zoals het geval is bij een verre reis, waarbij ieder voorval op een of andere manier bijdraagt aan de ervaring van jezelf vinden.
Niet alleen positieve, maar ook negatieve ervaringen kunnen levenslessen zijn. Zelfs iets ogenschijnlijk onbelangrijks als ontbijten of in het openbaar vervoer zitten kunnen door hun avontuurlijke context betekenis krijgen. De dagelijkse sleur is precies een sleur omdat niet alle momenten betekenisvol zijn. Het dagelijks leven is structuurloos, terwijl het avontuur een doelmatige structuur heeft.
In zijn roman Walging maakt de Franse filosoof Jean-Paul Sartre het tegenovergestelde van een avontuur voelbaar. Het is geschreven in de vorm van een dagboek, dat de doelloosheid van het leven onderstreept door ontbrekende pagina's, en de uitvoerige beschrijving van dagen waarop er helemaal niets gebeurt. De gebeurtenissen staan niet zonder meer in dienst van de voortgang van het verhaal, en het enige waar de hoofdpersoon naartoe gaat, is de realisatie dat het leven nergens naartoe gaat. De hoofdpersoon komt dan ook tot de conclusie dat avonturen niet bestaan.
Tekst loopt door onder de foto.