Foto: William Farlow.
Eenzelfde thematiek speelt op individueel niveau. Wanneer je – mogelijk beïnvloed door leuzen als 'worden wie je bent' – je leven opvat in termen van een te realiseren identiteit en ideaal, dan is het goed mogelijk dat je alles wat buiten dit 'kader' valt niet ziet of actief negeert. Als we vooral bezig zijn met de verwerkelijking van ons 'ware zelf' of het 'ideale leven' dan bekijk je alles en iedereen steeds vanuit dat licht. En daarmee wordt je slaaf van je eigen identiteitsideaal, inderdaad een automaton dat gewoon maar zijn of haar taken verricht en het zelf of door anderen aangeprate protocol volgt.
Het nihilisme, de ontlediging van heilige tradities die het leven in één vorm proberen te dwingen, is volgens Agamben volop aan de gang. We leven nog wel onder de wet en binnen een sociale orde, bijvoorbeeld de liberaal-democratische, maar dit zijn vormen met een minimum aan inhoud: er is geen overkoepelend verhaal dat de wet, de orde en het leven van betekenis voorziet. Maar dit biedt ook een unieke mogelijkheid. Voor het eerst in de westerse geschiedenis worden we niet als 'vanzelfsprekend' de toekomst in gedreven. Afgezien van abstracte idealen van 'vrijheid' en 'gelijkheid', die als zodanig allerlei mogelijke levensinhoud kan krijgen, leven we in die zin in ieder geval in theorie vrij van idealen en bestemmingen. Wat nog ontbreekt om van het nihilistisch 'gevaar' een 'redding' te maken, is zowel op individueel als op cultureel niveau, het inzicht dat we dergelijke idealen ook niet nodig hebben. Anders dan Dürers engel namelijk, gaan we doorgaans stug door met het formuleren van idealen. De moderne wereld biedt een enorme hoeveelheid aan identiteiten die je kan aanmeten, idealen die je kan volgen, werk dat je kunt doen, (sociale) status die je kunt verkrijgen en spectaculaire ervaringen die je kunt consumeren. Het belooft het gebrek aan hogere oriëntatiepunten te vullen met een schat aan simulacra die de mens nog steeds afhankelijk maken van of zij wel of niet haar ideaalbeeld verwezenlijkt. Maar misschien kan het anders.
In plaats van het leven opnieuw te vangen in een overkoepelend ideaal, in een te verwerkelijken realiteit, moeten we de vraag stellen of er ook een leven in termen van potentialiteit mogelijk is. Dát, zo stelt de Italiaan in La comunitá che viene, een later werk, zou het uitgangspunt van iedere ethiek moeten zijn.
'Ieder gesprek over ethiek zou uit moeten gaan van het feit dat de mens geen essentie heeft of hoeft te verwerkelijken, geen enkele historische of spirituele roeping, geen enkele biologische bestemming. Alleen om die reden kan er zoiets als ethiek bestaan: … als de mens deze of gene substantie had, die of deze bestemming, [zou] er geen enkele ethische ervaring mogelijk zijn – er zouden alleen taken te verrichten zijn.
Juist omdat er geen standaardprotocol voor het leven bestaat, geen universeel geldende normen en waarden, bestaat er zoiets als ethiek.
En weten we dit niet eigenlijk al? We kennen allemaal de momenten waarop het leven opeens een radicale wending maakt. Op slag bevind je je in een situatie waarvan je de spelregels niet kent en waarin je niet meer goed weet hoe je te oriënteren – de dood van een naaste, een nieuwe verliefdheid, een verbroken relatie, verlies van baan of huis. In dat soort situaties volstaat je 'actualiteit', dat wil zeggen de manier waarop je jezelf en het leven al die tijd begreep, niet meer om met het leven mee te bewegen. Deze ervaring, waarin er opeens 'niets' meer over is van de ideeën en idealen waarmee je voorheen je leven inrichtte, kan zo heftig zijn dat je je verdwaald voelt. Anders bezien is het een ervaring met potentialiteit, met het leven voor zover het nog niet binnen je ordening paste, voor zover het überhaupt niet meteen een 'project' of nieuw levensprotocol meegeeft: ademruimte. De enige mogelijke houding ten opzichte van zo'n situatie, is een tijd in die potentialiteit te verkeren, open te staan voor nieuwe ideeën zonder meteen weer een nieuwe identiteit of levensopvatting te formeren. Het vraagt je om een nieuw 'gebruik' van het leven te maken zoals het kind dat uit zichzelf al doet.
Agamben zoekt naar een levenswijze waarin de nadruk altijd op potentialiteit ligt. Is het mogelijk een leven en denken te ontwikkelen, dat zich na een ervaring met potentialiteit niet opnieuw sluit in een nieuwe actualiteit, maar zich voortdurend in termen van deze potentialiteit blijft begrijpen?
Een dergelijke vorm-van-leven betekent niet zozeer dat mensen geen identiteiten mogen vormen of idealen mogen nastreven, of dat normen en waarden van geen enkel belang zijn. Maar het betekent wel dat de relatie ten opzichte van deze identiteiten, idealen en waarden fundamenteel verandert. In plaats van ze als hoogste bestemmingen in het (eigen) leven op te vatten en (het eigen) geluk van hun verwerkelijking af te laten hangen, krijgen ze een veel bescheidener plek in het bestaan. De ervaring van potentialiteit heeft ons de 'anders-mogelijkheid' van onze levens doen inzien. En dit inzicht kan een openheid creëren voor de wereld, voor anderen, voor het zelf en uiteindelijk voor het leven waarin het voortdurende, dynamische ontwikkelingsproces van groter belang is dan de doelen die we erin willen bereiken, de wetten die we erin volgen en de waarden die we erin verdedigen. Dan kunnen we misschien beter zien hoe ieder van ons aan dit dynamisch proces deelneemt, daarin zijn eigen vormen aanneemt en standpunten ontwikkelt. Dan zien we hoe we, wanneer we deze vormen en standpunten al te serieus nemen, verstarren, botsen en breken of, wanneer we onszelf en onze ideeën minder serieus nemen, we ons door elkaar laten raken, meebewegen en genieten. Het is dit open perspectief, niet voor niets nauw verwant aan liefde, dat zijn eigen geluk, vitaliteit en deugdelijkheid met zich meebrengt. En zou ethiek niet inderdaad hierover moeten gaan? Zeker nu we dagelijks geconfronteerd worden met een eindeloze veelheid aan levensvormen, culturen, identiteiten en idealen?
Hierin ligt de positieve waarde van het nihilisme, van de ervaring van de inhouds- en bestemmingsloosheid van de mens. Geconfronteerd met een enorme pluraliteit aan levensvormen, culturen en individuen, kan de ervaring van het nihilisme een nieuw engagement met het leven creëren. In plaats van een nieuw menselijk einddoel te formuleren en iedereen hieronder te scharen, is het misschien tijd om de potentialiteit van de mens als uitgangspunt te nemen. In ieder geval doen we er goed aan om, tegenover een bulderend imperatief je echte, unieke identiteit te ontwikkelen en in stil verzet tegen het geschreeuw van selectieve meningen als ware het universele waarheden, deze spiritueel-filosofische beweging in ere te houden.