Het is half september, en het academisch jaar is weer begonnen. Dit jaar had voor mij als docent op een universiteit een nieuwe ervaring in petto: ik mag lesgeven aan een groep theaterwetenschappers.
Met die theaterwetenschappers las ik een deel uit Not for Profit (2010) van de Amerikaanse filosoof Martha Nussbaum. Daar stelt Nussbaum dat het schrappen van de geesteswetenschappen en de kunsten uit het onderwijs vanwege bezuinigingen, een grote klap toebrengt aan de democratie. We hebben de kunsten namelijk nodig om goede burgers te worden.
Nussbaum betoogt dat twee zaken centraal staan in onze opleiding tot burger: argumentatie en empathie. Die argumentatie kunnen we leren via de filosofie - de moeder aller (geestes)wetenschappen. Via de filosofie leren we de argumenten van anderen serieus nemen en op waarde schatten, en ze kritisch te onderzoeken. Een cruciaal onderdeel voor een goed functionerende democratie, stelt ze.
De empathie leren we via kunstenonderwijs. Door kunst te bestuderen en actief deel te nemen aan het maken van kunst, leren we de perspectieven van anderen te ervaren in een bijzonder intieme vorm: via literatuur of theater nemen we soms bijna letterlijk het perspectief in van een verteller die heel anders is dan wij, en door samen muziek te maken stellen we ons kwetsbaar naar elkaar op. Op die manier leren we niet alleen dat andermans argumenten valide kunnen zijn, maar ook dat hun ervaringen en gevoelens op die van onszelf lijken. Empathie is het gevolg. Onmisbaar om elkaar in een democratie als gelijken tegemoet te reden.
Voor theaterwetenschappers gesneden koek, zou je denken. Maar zij hebben de steun van Nussbaum misschien nog wel het hardst nodig, in tijden waar hun opleiding wordt weggezet als 'pretstudie', die maar beter geschrapt kan worden omdat het niet 'rendabel' of 'winstgevend' is, en niet opleidt tot een 'echte baan'.
Volledig ten onrechte, zou Nussbaum zeggen. Juist geesteswetenschappers leren door hun kennis van de kunsten en de theorie en filosofie die daarbij hoort bovenstaande eigenschappen van argumentatie en empathie. Waarschijnlijk veel meer dan een econoom, jurist of tandarts. Tijd dus om liever meer theaterwetenschappers op te leiden, dan minder.