'Waarheid moet niet worden aangeleerd, maar worden gezocht.'
-
Socrates

De Griekse filosoof Socrates (469-399 v. Chr.) was net een horzel. Het liefst begon hij met iedereen die maar wilde een diepgravend vraaggesprek waarbij hij als een irritante vlieg om zijn gesprekspartners heen bleef zoemen. Hij vuurde onophoudelijk de ene kritische vraag na de andere op ze af, net zolang totdat zijn gesprekspartners moesten toegeven dat al hun initiële ideeën over het desbetreffende onderwerp op valse aannames berustten.

Ieder antwoord van zijn gesprekspartners werd door Socrates beantwoord met een tegengestelde stelling, net zo lang totdat ze zichzelf klemzetten en moesten toegeven dat hun antwoorden en overtuigingen op schijnzekerheden en onjuiste vooroordelen waren gebaseerd.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Socrates zou de nieuwsgierige mens als Homo Curiosus typeren.

Ben jij een Homo Ludens, Homo Deus, of toch meer een Homo Economicus? Naar de essentie van de mens wordt al eeuwen gezocht door vele grote denkers. Doe de test hier en kom erachter wat voor Homo jij bent!​

Een goed voorbeeld is te vinden in Symposium waarin Plato, de Griekse filosoof en leerling van Socrates, een feest beschrijft waarop de aanwezige gasten beurtelings een lofrede houden op Eros, de Griekse god van de liefde en erotiek. Nadat de tragedieschrijver Agathon heeft gesproken, neemt Socrates het woord en wendt hij zich tot Aghaton. Vriendelijk maar kritisch neemt hij vervolgens alles wat Agathon zojuist over Eros heeft gezegd onder de loep. Het gesprek tussen Socrates en Agathon eindigt als volgt:

'En hadden we niet vastgesteld dat men begeert wat men mist en niet heeft?'

'Ja.' antwoordde Agathon.

'Dus mist Eros schoonheid en heeft hij die niet.'

'Dat moet wel.'

'En? Iets wat schoonheid mist en in geen enkel opzicht schoonheid bezit, noem jij dat mooi?'

'Natuurlijk niet.'

'Ben je het er dan nog mee eens dat Eros mooi is, als dat zo is?'

Agathon had gezegd: 'Het schijnt, Socrates, dat ik niet wist waarover ik het had.'

Socrates beschouwde zichzelf als een verloskundige, het beroep van zijn moeder. Door onvermoeibaar vragen te blijven stellen en (schijn-)zekerheden in twijfel te trekken, wilde hij de waarheid die volgens hem in ieder van ons sluimerend aanwezig is naar buiten brengen. Met scherpe vragen probeerde hij mensen aan te sporen om hun overtuigingen en vooroordelen kritisch tegen het licht te houden, zodat ze vooral zélf zouden gaan nadenken.

De kennis waar Socrates naar op zoek was, was die van algemeen geldende begrippen. Hoewel Socrates nooit een eigen filosofie heeft bedacht, ontwikkelde hij wel een eigen filosofische methode: die van de socratische dialoog. Dat zag er als volgt uit: eerst bevroeg hij alle aannames en overtuigingen van zijn gesprekspartner over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld over de liefde, rechtvaardigheid, of vrijheid. Socrates' adagium 'ik weet dat ik niets weet' vormde daarbij steeds het uitgangspunt: nooit stelde hij zich in een vraaggesprek op als een alwetende leraar maar hij bleef juist altijd nieuwsgierig en bevroeg zo nodig ook altijd zijn eigen veronderstellingen.

Zodra Socrates' gesprekspartners in begonnen te zien dat hun overtuigingen voor een groot deel op ongegronde aannames berustten, spoorde Socrates hen aan om die valse aannames los te laten. Vervolgens probeerde Socrates samen met zijn gesprekspartners algemeen geldende kennis over het onderwerp te vinden door de methode van inductie toe te passen: door een groot aantal dingen van dezelfde soort waar te nemen (zoals rechtvaardige handelingen of mooie dingen) kunnen we een definitie van een algemeen begrip zoals rechtvaardigheid of schoonheid afleiden. De gemeenschappelijke kenmerken van rechtvaardigheid of schoonheid worden dan in het algemene begrip samengevat. Vervolgens ging Socrates weer terug naar de individuele gebeurtenissen en ervaringen om te toetsen of die algemene definitie op de individuele gevallen van toepassing was. Zo eindigde hij zijn zoektocht met de methode van deductie.

Socrates wordt wel gezien als de allereerste Westerse denker en als een vooruitloper op de tijd van de Verlichting, omdat hij als eerste benadrukte dat mensen vooral voor zichzelf moesten gaan nadenken en niet klakkeloos opvattingen en ideeën van anderen over moesten nemen. Helaas liep het niet goed af voor Socrates. In 399 v. Chr. wordt hij door de rechters van Athene veroordeeld tot de doodstraf, omdat hij als een bedreiging werd gezien door invloedrijke Atheners die er baat bij hadden dat gevestigde opvattingen in stand werden gehouden. Socrates werd veroordeeld voor godslastering en het verderven van de jeugd, en moest dit met de dood bekopen door het drinken van de gifbeker.