'Tijd duurt.'
- Henri Bergson
Als de Franse filosoof Henri Bergson (1859-1941) in 1913 een lezing in New York geeft, veroorzaakt hij naar verluidt het eerste verkeersinfarct in de stad ooit. Zijn bescheiden karakter ten spijt is Bergson een intellectuele rockster avant la lettre. Tijdgenoot Sigmund Freud klaagt dat hij vast nooit uit zijn schaduw zal treden. De ster van de geboren Parijzenaar rijst zelfs zo hoog dat de Franse regering hem tijdens de Eerste Wereldoorlog als speciaal gezant opnieuw naar de Verenigde Staten zendt om president Wilson ertoe te bewegen zich in de strijd te mengen.
Bergson heeft zijn wereldwijde roem te danken aan L'évolution créatrice uit 1907, waarvan in 1911 de geautoriseerde Engelse vertaling Creative Evolution uitkomt. Hij betoogt daarin dat het ontstaan van biologische soorten een kwestie van ontwikkeling is (evolutie), maar dan wel als een reeks kwalitatieve sprongen, waarbij telkens iets nieuws ontstaat wat niet tot het oude te herleiden valt (creatie). Daarmee deconstrueert Bergson de vastgeroeste tegenstelling tussen evolutietheorie en scheppingsleer en, in bredere zin, die tussen wetenschappelijk en spiritueel wereldbeeld.
Niet iedereen staat te juichen om deze conceptuele hybride. Bertrand Russell beticht Bergson van 'irrationalisme'; het Vaticaan plaatst zijn boek zelfs op de Index, de lijst van verboden werken. In het licht van de huidige trend in de biologie om leven als 'emergent' te begrijpen, dat wil zeggen als een systeem waarvan de eigenschappen niet zijn af te leiden uit – dus 'nieuw' zijn ten opzichte van – elementaire, chemische en fysische processen, lijkt Bergson zijn tijd evenwel ver vooruit te zijn geweest.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.