De angst voor een hernieuwde crisis – een wereldwijd falen van het globale economische systeem – zit nog diep in ons, getuige het succes van Joris Luyendijks Dit Kan Niet Waar Zijn (2015). We maken ons kwaad over het gedrag en inkomen van bepaalde bankiers en zoeken naar zondebokken. We vinden het schandalig dat de kwetsbaarste groepen – ouderen, jongeren, zieken, armen – weer de grootste klappen hebben gekregen. Maar welk economisch systeem zouden we juist wel willen voor onszelf en onze samenleving? Omdat verandering op globaal niveau politieke consensus en nieuwe wetgeving vereist, bespreek ik hier stappen die we kunnen nemen als individu of als groep gelijkgestemden.
Wat geldsystemen aantrekkelijk maakt voor mij als filosoof is dat ze op ideeën gebaseerd zijn. Geld is een idee. Aandelen, beurzen, verzekeringen, pensioenen, opties en derivaten zijn dat ook. Enerzijds heeft ons globaal economisch systeem gezorgd voor een ongekende welvaart voor miljarden mensen. Anderzijds draagt het bij aan milieuvernietiging, uitbuiting en blijvende armoede. Maar het systeem staat niet voor eeuwig vast; we kunnen het veranderen door nieuwe ideeën te bedenken en deze in de praktijk te brengen. Drie fundamentele inzichten over geld en waarde bieden ons drie strategieën voor verandering.
Eerste inzicht: waarde heeft een dubbele betekenis. We gebruiken het woord 'waarde' zowel voor financiële waarde als voor menselijke waarde(n). Deze twee soorten van waarde functioneren met compleet verschillende mechanismen, maar zijn tegelijkertijd hecht met elkaar verbonden. Om een financiële waarde te bepalen hebben we een overeenkomst en een transactie nodig, en minstens twee personen. Ik kan mijn huis voor drie ton te koop zetten, maar het zal dit alleen waard zijn als iemand het voor dit bedrag ook daadwerkelijk koopt. Op alle andere tijden heeft het huis alleen een virtuele en niet een vaste waarde. Dit geldt ook voor al onze bezittingen, vastgoed en inventarissen; deze hebben altijd een virtuele waarde, behalve op het moment van transactie. Voor menselijke waarden hebben we in principe maar één persoon nodig: ik kan zelf stellen dat ik iets waardevol vind, zoals lekker eten, een elektrische auto, elegante kleding, maar ook vrijheid of zelfontplooiing.
Het financiële systeem zou onze persoonlijke waarden moeten uitdragen, terwijl het nu vaak zo is dat financiële waarden onze persoonlijke waarden dicteren. Hoe zorgen we dat ons economisch systeem aansluit op onze persoonlijke waarden? De simpelste manier is om je persoonlijke consumptie te verbinden met waarden die je belangrijk vindt. Dit wordt steeds makkelijker door certificering van fruit, koffie, cacao, vis, hout, kleding, witgoed enzovoort. Certificering is een mooi idee en een doeltreffend middel – je hoeft het immers niet allemaal zelf uit te zoeken. Je hebt macht als consument en die kun je gebruiken. Een andere manier om je waarden uit te dragen is crowdfunding. Zoals het Ocean Cleanup project van Boyan Slat, waarbij je bijdraagt aan het op wereldschaal verwijderen van plastic uit de oceanen.
De tekst gaat verder onder de foto.