December komt eraan. Maand van korte dagen, feestdag op feestdag, verplichte gezelligheid. En eten. Véél eten. De pepernoten, speculaasplakken, kerstpuddingen, amandelstaven, kransjes, cakes en chocoladeletters rukken ieder jaar – zo lijkt het toch – al eerder op. Begin oktober lagen de eerste verwijzingen naar de decembermaand al in de winkel. De feestelijke etenswaren tuimelen in on- en offline reclames over elkaar heen. Hebben we hier in het Westen normaliter al een overdaad aan eten in de supermarkten liggen, daar komt dit voedselorgasme in december doorgaans tot een hoogtepunt.
Wanneer we naar de klassieke filosofie kijken is het opmerkelijk hoe weinig aandacht filosofen hebben geschonken aan eten. Opmerkelijk, want voedsel neemt toch een aanzienlijke rol in ons dagelijks leven in. Toch leek menig filosoof zich eerder het hoofd te breken over veel abstractere zaken, zoals de menselijke geest, of liefde, of het goede. Jammer, want het lijkt erop dat we in een tijdperk van misselijkmakende overdaad, crashdiëten, schimmige online voedselgoeroes, jojo-en, pro-ana, bizarre lichamelijke ideaalbeelden, de haastige voedsel-to-go cultuur en 'suikerziekte' best wat filosofische grond zouden kunnen gebruiken.
De tekst gaat verder onder de foto.