Hoe te herdenken? We legden de vraag voor aan filosofen Maarten Doorman, Daan Roovers en René ten Bos.
Maarten Doorman: In de discussie rond Dodenherdenking zie je twee trends terugkomen. Oorspronkelijk werden alleen de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdacht, sinds 1961 herdenken we alle Nederlandse oorlogsslachtoffers sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. De vraag die terugkeert is of we dat niet moeten uitbreiden. Met ook slachtoffers die niet de Nederlandse nationaliteit hebben, bijvoorbeeld. Daarnaast is er de kwestie wie je nou wel en wie je nou niet slachtoffer noemt. Zijn niet ook Nederlanders die aan de kant van de bezetter stonden, in zekere zin slachtoffer?
Daan Roovers: Ik vind zo'n herdenking van vluchtelingen op het Rembrandtplein een mooi initiatief, maar je moet het niet vermengen met de Nationale Dodenherdenking op de Dam. Doe het op een andere plaats en liefst ook een andere tijd. De grotere sociale verbanden waarin wij leven, worden gevormd en bijeengehouden door collectieve herinneringen, dus vind ik het belangrijk met het oog op die collectieve achtergrond om de officiële herdenking in tact te laten. Als je aan die herinneringen gaat morrelen, verliezen ze hun waarde.
René ten Bos: Je moet niet teveel op een hoop willen gooien. Natuurlijk trek ik me het lot van vluchtelingen aan, maar 4 mei gaat vooral over de Tweede Wereldoorlog, en dan met name over de Holocaust. Nijmegen, waar ik woon, is zwaar getroffen tijdens de oorlog. Ik heb wel mensen gesproken die zich dat nog kunnen herinneren, en voor hen betekent het veel als op 4 mei om 19:30 uur de Waalbrug dichtgaat, voor de herdenking. Ook vrienden van mij gaan daar naartoe. De inhoud van die herdenking moet je beschermen, er moet een zekere vormvastheid zijn. In de discussie over de invulling van Dodenherdenking zie je al een soort leegte ontstaan.