Manchester by the Sea - Roadside Attractions/Amazon Studios
Alweer een paar jaar geleden verscheen Drive (2011) waarin we een naamloze chauffeur met weinig illusies volgen in een donkerdere, maar minder zware vertelling. Ook in dit verhaal lijkt de achteloosheid en het nodeloze geweld de kijker er niet van te weerhouden deze atypische held te omarmen. De chauffeur is in zijn monotone en zwijgzame spel wederom moeilijk te lezen. Hij spreekt alleen als het van wezenlijk belang is, en dit is voor hem bijna nooit het geval.
De twee films behoorden tot de mooiste films die ik afgelopen jaren gezien heb. Zonder nodeloos te psychologiseren, schetsen ze karakters die doen denken aan het hoofdpersonage uit De Vreemdeling (1942) van Albert Camus. In deze roman is de protagonist een jonge Algerijn, een onverschillige, afstandelijke Einzelgänger. Hij leidt geen betekenisvol bestaan; als hij al een gelukkig mens is, dan is dat vooral wanneer hij vrij is en er niet van hem verlangd wordt aan sociale verwachtingen te voldoen. Als het bericht hem bereikt dat zijn moeder overleden is, toont hij geen verdriet, en later in het verhaal vermoordt hij een Arabier zonder duidelijke reden.
De Vreemdeling is een sleutel tot het wereldbeeld van Camus. Het leven is absurd, zei de Franse filosoof, het is geen middel naar een hogere betekenis waar wij naar op zoek zijn, het leven is het doel op zich. Alle ideologieën en grote verhalen over het leven houden ons van leven af. De hoofdpersonen in zijn boek – en in de films hierboven – zijn helden van het absurdisme: ze willen leven ondanks de zinloosheid van hun leven. In een scène waar de spanning een hoogtepunt bereikt, zegt Lee tegen zijn ex-vrouw, die in tranen tegenover hem staat: 'You don't understand, there is nothing there.' Lee leeft niet, hij overleeft in zijn betekenisloze wereld.
Camus greep de tijd waarin hij leefde, de wreedheid van de Tweede Wereldoorlog, met twee handen aan, zonder in nihilisme te vervallen. Het absurdisme was zijn antwoord zonder antwoorden. De Franse filosoof Gilles Deleuze, een tijdgenoot van Camus, toonde aan dat films na de Tweede Wereldoorlog verschilden van die daarvoor. Het vooruitgangsidee en het humanisme waren door de gruwelijke daden van de mens verloochend en failliet verklaard. In films na 1945, dwalen karakters rond zonder helder doel en worstelen ze met hun bestaan. Personages zijn imperfect, zoekend en minder voorspelbaar. Het is de mens uit onze tijd die rondwandelt zonder absolute antwoorden.