Vorige week zaterdag mocht ik samen met medeauteurs Lisa Doeland en Naomi Jacobs ons boek Onszelf Voorbij – Kijken Naar Wat We Liever Niet Zien voor het eerst presenteren, als afsluitende act van een geslaagde dag Brainwash Festival. Filosoof Arjen Kleinherenbrink, die eerder die dag zelf een pleidooi gaf voor 'ding-denken', leidde het gesprek met kritische vragen over de essays die in het boek gepubliceerd zullen worden.
Een rode draad door onze essays is een oproep tot confrontatie met die dingen die soms gewoonweg onprettig zijn. In een globale en genetwerkte wereld ligt het nieuws, fake en echt, dagelijks in vrachtwagenladingen op onze stoep en worden we continue belaagd met dingen die niet fijn zijn om te weten – economische en politieke crises, klimaatveranderingen, het afvalprobleem, oorlog, ziektes, terreur. Toch vinden we het klaarblijkelijk moeilijk deze dingen écht onder ogen te zien.
De verschrikkingen zijn vaak zo groots en ongrijpbaar dat we, door gebrek aan controle en grip, onze blik van de weersomstuit dan maar naar binnen, op onszelf, richten. We proberen weer controle te krijgen over ons eigen leven, door onze microkosmos gepassioneerd en vol overgave vorm te geven. We eten zo gezond mogelijk, scheiden ons afval netjes in verschillende zakken, telen groente in stedelijke moestuintjes, doen braaf elke dag aan mindfulness.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.
Foto: Christopher Campbell.
Buiten deze talloze 'microkosmosjes' van het individu raast de wereld genadeloos verder. Geopolitieke spanningen zijn om te snijden, nieuwe crises liggen op de loer, de klimaatveranderingen zijn haast niet meer te negeren. In ons boek werpen wij alle drie de vraag op of de controle die wij dagelijks proberen te krijgen over ons individuele leven in dit licht bezien niet eerder een schijncontrole is, een antidepressivum dat onze angsten en onzekerheden moet onderdrukken.
Een van de meest prikkelende vragen die Kleinherenbrink ons voorlegde, was de overweging of het in het kader van alle verschrikkingen waarmee de huidige mens wordt geconfronteerd niet gewoon veel lékkerder is om weg te kijken en die dingen te doen die maken dat we onszelf prettig voelen. Als de wereld ten einde komt, waarom dit einde dan niet tegemoet treden met een laatste, uitzinnige knal?
Dit roept de vraag op hoe we de hedendaagse tendens van het 'naar-binnen-kijken' kunnen duiden. Zijn we inderdaad bezig met die dingen die ons oprecht heel gelukkig maken? Of leiden de verscheidene vormen van schijncontrole – van geshopte selfies en vakantiekiekjes tot het kopen van biologische producten – wellicht tot vormen van schijngeluk?
Doeland citeert in haar essay T.S. Eliot's The Hollow Man (1925), geschreven in de roerige tijden van het interbellum. 'This is how the world ends. Not with a bang but a whimper.' Rijst de vraag waar wij anno 2017 staan. Vormen wij een oorverdovende 'laatste knal' in het oog van een onzekere storm, of zijn wij vervallen in een zacht gedrein?
Het boek wordt begin komend jaar verwacht.