'Om inzicht te geven in hoe het is om in een dictatuur en in angst te leven, vertel ik vaak over Hassan uit Libië,' zegt Can. 'Ieder jaar liet Muamar Kadhafi een van zijn zoons ophalen en liet deze vervolgens doodmartelen. Ieder jaar opnieuw, min of meer op dezelfde dag, om de familie extra hard te treffen. Zo zijn vijf van zijn kinderen gestorven.' Het is een verhaal dat hij had willen vertellen in zijn Vrijheidscollege, dat door de coronacrisis voorlopig opgeschort is.
Je begrijpt pas wat vrijheid is als je in onvrijheid hebt geleefd. Het zijn de woorden van journalist Sinan Can. Voor zijn documentaires trekt hij dwars door conflictgebieden en geeft hij mensen die leven onder verstikkende regimes een gezicht. De reizen deden hem inzien hoe bijzonder en uniek democratie is.
Can maakte documentaires als Onze missie in Afghanistan, De verloren kinderen van het Kalifaat en Voorbij de grenzen van Saoedi-Arabië. Tijdens zijn vele reizen wordt hij geconfronteerd met de kapotte levens die veroorzaakt worden door oorlogen en het leven in een dictatuur. 'In Nederland kunnen wij ons niet voorstellen hoe het is als 's nachts een kind van jou wordt opgehaald en doodgemarteld, om fluisterend met elkaar te moeten praten, om te leven met corrupte bestuurders en als je zelfs familieleden niet kan vertrouwen.'
Wat ook voor Can zelf eerst niet voor te stellen was, krijgt door de levensverhalen van de mensen die hij treft steeds meer een menselijk gezicht. Hij ziet hoe het is om niet vrij te zijn, om op je hoede te moeten zijn, om op te moeten passen wat je zegt. 'Verschrikkelijk. De overgang naar vrijheid in Nederland maakte het contrast alleen maar groter en het gevoel zwaarder. Je begrijpt pas wat vrijheid is, als je ook onvrijheid hebt meegemaak. Voor mij is het alles: de zuurstof van het leven en de brandstof van de ziel.'
Die ervaring maakt dat Can het belangrijk vindt om te vertellen hoe er in sommige niet-westerse landen naar vrijheid wordt gekeken. In een democratie leven is niet overal vanzelfsprekend. 'Voor mij was dat altijd een ver-van-mijn-bed-show, maar dan kom ik in die landen en denk ik: wat wij hebben in Nederland is bijzonder, belangrijk en menswaardig. In het Midden-Oosten wordt wel gedacht dat democratie een westerse uitvinding is, die daar niet past. Nu zie ik in dat vrijheid en democratie het niet alleen het koesteren waard zijn, maar het ook waard om voor te vechten.'
De Arabische lente leek een ommekeer, stelt Can. Dictators werden afgezet, er zou democratie, vrijheid en gelijkwaardigheid komen. '9 jaar later kunnen we vaststellen dat de 'lente' is mislukt.' Toch ziet Can dat er steeds meer bewegingen zijn die democratie willen omarmen en een kans geven. Het idee groeit dat bijna niet zo kan zijn dat democratie een slechtere bestuursvorm is dan een dictatuur. 'Het zijn voornamelijk vrouwen en jongeren die deze opvatting delen, moet ik zeggen. Wat ik ook wel begrijp. Veel vrouwen hebben daar weinig rechten, dus dan heb je natuurlijk ook veel meer om voor te strijden.'
Toch vindt Can het niet onbegrijpelijk dat er vanuit het Midden-Oosten soms met scheve ogen naar het westen wordt gekeken. In een eerder Vrijheidscollege beschrijft Can de westerse inmenging in de Arabische conflicten. Landen die praten over wereldvrede blijken ook de landen te zijn die de meeste wapens verkopen in de wereld.
Daarnaast gaan volgens de journalist economische belangen en mensenrechten ook niet altijd even goed door één deur: 'Als Nederland doen wij gretig zaken met Saoedi-Arabië, terwijl daar stelselmatig mensenrechten worden geschonden. Als je aan de ene kant met een vingertje wijst dat landen hun mensenrechten moeten verbeteren, wat heel goed is, dan moet je aan de andere kant de situatie niet in stand houden door zaken te doen met diezelfde landen. Hoe integer ben je dan?'
Hetzelfde geldt voor het opvangen van vluchtelingen, waar wij ons toch een beetje tussenuit proberen te worstelen, volgens de journalist. 'Een democratisch land dat om mensenrechten geeft, zou ook daarin haar verantwoordelijkheid moeten nemen', zegt Can, die pleit voor een stevige internationale aanpak. 'Als je de problemen echt zou willen aanpakken, dan zou je als internationale gemeenschap moeten zeggen: alle landen die buitenproportioneel geweld gebruiken en mensenrechten schenden, gaan we sanctioneren. Alleen durven we dat niet, in de angst onze eigen economische belangen te verliezen. Het is niet gek dat mensen in het Midden-Oosten je dan hypocriet vinden.'
Op de plekken waar Can zijn documentaires maakt, probeert hij met zijn team ook iets na te laten. Na een documentaire over Afghanistan, begon de journalist een inzamelingsactie voor het opbouwen van twee weeshuizen in het land. In Aleppo liet Can een school opknappen met ingezameld geld na het maken van zijn tweeluik Sinan Zoekt De Klas Van Elias. Zijn volgende droom is het realiseren van een weeshuis in Irak.
'Ik zou heel graag een kinderdorp willen stichten, waar ik in eerste instantie vijftig kinderen opvang. Kinderen met verschillende geloven, sekses, sektarische en etnische achtergronden en waar ook plek is voor minder valide kinderen. Eigenlijk alles door elkaar, net als de wereld, die ook een grote brij aan verschillende kleuren en geuren is', vertelt Can. 'Ik hoop dat als die kinderen een tweede kans krijgen, dat ze ook anderen een tweede kans zullen geven.'
meer weten?Meer weten over de Vrijheidscolleges, de sprekers of de nieuwe data van de colleges? Hou dan vrijheidscolleges.nl in de gaten.