Ik sta op het Malieveld in Den Haag. "Respect my existence or expect my resistance", roep ik in de microfoon. En: "gelijk is gelijk". De menigte doet me na. Ik voel me een suffragette. Honderd jaar geleden rond deze tijd streden de suffragettes voor kiesrecht. Nu, anno 2017, is de mensenmassa een stuk diverser: een deel mannen, zwarte en witte vrouwen samen, en ook kinderen. De sfeer is gemoedelijk. Maar weer strijden we tegen een systeem waarin mannen en als mannelijk gelabelde waarden de meeste macht hebben.
Dit was mijn eerste protest. Ik ben dan wel activist, maar ik gebruik meestal andere vormen. Wel of niet protesteren blijft een dilemma voor mij. De kracht van protest ligt in het betwisten van de zittende macht, opkomen voor je rechten en het communiceren van je boodschap met anderen (het publiek op straat, via de media en aan de politiek). Doe je dat niet, dan zullen politici, ook de meest progressieve, niet weten wat er leeft.
Tegelijkertijd leer je niets. Je leert niet waarom sommige mensen en politici in Nederland niet vóór goede behandeling van iedereen zijn, waarom ze verdeling prediken. Je verbindt je weer niet met hen.
Toch ging ik afgelopen zaterdag naar de Women's Marches. Omdat ik weet dat er ook een grijze massa is die deze boodschap hoort. Deze grijze massa, niet weergegeven door de media, is genuanceerd. Niet heel erg voor, niet heel erg tegen. Grijs. Zelf ben ik niet zo: ik zet alles op alles voor radicale gelijkheid en universele liefde. Maar de grijze massa is mijn bondgenoot.
Dare to be Grey zet zich in tegen polarisatie in de samenleving en is een pleidooi voor meer aandacht, ook in de media, voor genuanceerde meningen.