"Kom op, Trump is democratisch gekozen, daar ga je toch niet tegen demonstreren?" Dat hoorde ik zaterdag 21 januari toen ik meeliep in de Women's March in Amsterdam. Maar dat een groot aantal mensen Trump steunt, maakt protest niet minder zinvol. Dat een demonstratie de loop der dingen niet zomaar kan omdraaien, maakt protest niet minder belangrijk.
Bij protest denk je al gauw aan een tegenbeweging: je laat zien waar je tegen bent. In dit geval tegen Trump, tegen ongelijkheid, tegen racisme, tegen seksisme. Maar protest komt van het Latijnse 'pro' (voor) en 'test', wat afstamt van testari (getuigen). Je getuigt publiekelijk waar je vóór bent. Dat was tijdens de Women's March duidelijk zichtbaar. Op veel van de borden en spandoeken stonden woorden als 'respect', 'gelijke rechten', 'hope', 'we can', 'we will' en 'women's power'.
Het is een tegenbeweging die laat zien waar zij vóór is. Het is een manier om aan de wereld te tonen dat er gigantisch veel mensen zijn die in rechtvaardige waarden blijven geloven, in waarden die steeds vaker door opkomende politici met de voeten worden getreden, belangrijke waarden die verdedigd moeten worden.
Het is altijd zinvol om dit aan de wereld te tonen.