De filosoof van de blik en het gelaat van de ander, zo staat de Litouwse-Franse filosoof Emmanuel Levinas (1906-1998) bekend. Daarmee zette hij de filosofie op z'n kop. God, of de wereld, waren eeuwenlang onterecht als uitgangspunt genomen. Maar voor Levinas spreken de dingen niet tot ons, doen geen beroep op ons, en is het de face-to-face ontmoeting van de ander waar onze verantwoordelijkheid mee begint.
Als Joodse man overleefde Levinas de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog ternauwernood, dankzij zijn positie als tolk Duits en Russisch in het Franse leger. De conventies van Genève beschermde hem tegen deportatie. Zijn familie, die was achtergebleven in zijn geboorteland Litouwen, kon niet ontsnappen en werd uitgemoord.
De horror van de herinneringen aan de nazi-tijd zijn een belangrijke invloed geweest op de vorming van de filosofie van Levinas. Als westerse filosoof geeft hij kritiek op een van de belangrijkste uitgangspunt van de westerse filosofie. Het probleem is dat het subject, het ik, als vertrekpunt wordt genomen. Doordat het denken zo vastzit in de ratio van het ik, wordt dat allesoverheersend en raakt de ander daarin al snel vergeten.
Met de gruwelijkheden van de holocaust vers in het geheugen, zegt Levinas dat we de rollen moeten omdraaien en aan de andere kant moeten beginnen. Dus niet bij het ik dat de wereld beschouwt, maar bij de ander die mij bij het ontmoeten van mijn blik verantwoordelijk maakt. De ander is niet reduceerbaar tot mijzelf.
Levinas gebruikt de term 'alteriteit' om de positie van de ander te benaderen vanuit de positie en het perspectief van de ander. Zodra we de ander proberen te begrijpen, brengen we het perspectief van de ander terug tot onze eigen begrippen, in termen die ons bekend zijn. Met alteriteit maakt Levinas ruimte voor de ander als vreemd, onbekend, of ongewoon. Dat is een van mijn inspiratiebronnen voor verbinding, wat ik ook in mijn werk probeer te realiseren.
De tekst gaat verder onder de video.