Ik zag de speech van Nasrdin Dchar bij De Wereld Draait Door. Hij deed een oproep aan de kijker om deel te nemen aan een mars ter bevordering van de eenheid en saamhorigheid in Nederland, waarbij mensen van de Bijlmer naar het Museumplein liepen, om tot slot feest te vieren.
Gereformeerde dominees
Wat me in het bijzonder opviel was zijn speech op televisie, die me deed denken aan de gereformeerde dominees uit mijn jeugd. Ik groeide op in Zuid-Afrika en ik ging iedere zondag naar de gereformeerde kerk. Het was opvallend hoe Nasrdin Dchar op diezelfde manier tot ons sprak als die dominees. Compleet met de pauzes, met het galmen, met de ernst. De gelijkenis was ongelofelijk. Wat ik me vooral herinnerde van deze preken was hartstocht, maar ook een gebrek aan relativering. Ze maakten nooit grapjes en waren altijd bloedserieus. Dit was precies de indruk die ik kreeg terwijl ik naar Dchar keek. Alsof hij de pijn van ongerechtigheid, van ondraagzaamheid in Nederland iedere dag persoonlijk ervaart. Hij sprak met een dodelijke ernst.
Toneelspel
Dat zette me aan het denken. We hebben hier te maken hebben met een acteur. Iemand wiens taak het is om het publiek een rad voor ogen te draaien. Hoe echt was Dchar dan eigenlijk in zijn redevoering? Stel dat dit allemaal fictie of een act was? Dit roept de vraag op of de leugen van toneelspel gerechtvaardigd is als het gaat om het overdragen van een morele boodschap. Het was wat de Romeinse consul Cicero, een groot redevoerder, de versierselen van stijl noemt. Aristoteles noemt het pathos.
Martin Luther King in Selma
Ik wil hier graag een analyse bij pakken van de speeches van dr. Martin Luther King in de film Selma, waar we hem in actie zien. De film gaat over de Amerikaanse burgerrechtenbeweging en de beroemde marsen in Alabama in 1965. Dit leidde onder andere tot afschaffing van rassendiscriminatie en de stemrechtwetgeving in Amerika. Het meest interessante deel van de film is de slotscène, waarin dr. Martin Luther King zijn beroemde 'How long? Not long!' speech gaf, gelijk na de Selma mars in Montgomery, de hoofdstad van Alabama. In die scène zijn die versierselen van stijl, waar Cicero het over heeft, evident. Het is onmogelijk om die scène te zien en niet mee te gaan met King's trillende stem, het gejuich van de massa en natuurlijk de belofte van het betere leven. De camera toont hem van onderen, wat hem grootsheid geeft. Met een trillende stem zegt hij: "But we know the truth en we know we will go forward to that truth, to freedom." Je ziet shots van King en het enorme publiek. Je krijgt een brok in je keel. Het heeft een bepaalde dichterlijkheid. Je ziet shots van dr. King afgewisseld met shots van het publiek met wonderlijke pianomuziek op de achtergrond. Nog een laatste keer hoor je dr. King speechen, afgesloten met een triomfantelijke 'Halleluya!'.
Een brok in de keel
Dat is dus de taal van de dominee. Bedoeld of onbedoeld, bij De Wereld Draait Door leek de retorische stijl van Nasrdin Dchar precies op die van de hartstochtelijke dominee. Hij nam dit mee in zijn pleidooi voor de mars van verdraagzaamheid. En geef hem maar eens ongelijk! Passie en ernst vormen een potente combinatie. Je krijgt er, net als de toehoorders in de film Selma, gegarandeerd een brok in de keel van.
Lege boodschap
Maar klopt het allemaal wel? Of er een houtsnijdend argument aanwezig is, zoals bij dr. Martin Luther King, is niet meteen evident bij de speech van Dchar. De boodschap, 'Nederland is voor iedereen', is even voordehandliggend als gedroomd. Hoe zou Nederland voor iedereen moet worden? Dat is een lastigere vraag. Dat is complexer, ongrijpbaarder. Dat is vraag die juist zelf heel hard om een antwoord vraagt. De uitspraken die Dchar doet zijn leeg. De boodschap is makkelijk en oppervlakkig. Het enige wat we nu krijgen, eigenlijk in het hele politieke debat in Nederland, zijn galmende dominees.