De belangrijkste loterij hebben we al gewonnen: met het lot dat je trekt voor de plek waar je wordt geboren. Je geboorteland bepaalt in grote mate je kansen voor de toekomst, zonder dat je er zelf invloed op kan uitoefenen waar je ter wereld komt. Ga maar na: je geboorteplek bepaalt of je veilig bent, toegang hebt tot onderwijs en gezondheidszorg, en een goed functionerende markt.

1. Open je portemonnee, of open je grenzen

Rechtvaardigheidstheorieën gaan uit van het idee dat alle mensen gelijkwaardig zijn. Dat is het basisminimum waar we mee beginnen. Daarna maken we ineens een sprong: naar de gelijke rechten van burgers die beschermd worden door de staat. Maar er wordt eigenlijk nooit uitgelegd hoe je van 'alle mensen ter wereld' komt naar 'de staat en de burgers die daarbij horen'. Ons filosofische idee van de rechtvaardigheid van de staat wordt dus in feite niet uitgelegd, maar is gebouwd op een onuitgesproken aanname dat de staat rechtvaardig is, en dat daar een bepaalde groep burgers bij hoort. Het probleem is dat als je daar buiten valt, je geen recht hebt op de bescherming van de staat. Het weigeren van arme mensen aan de poort van rijke landen die anders een mensonwaardig bestaan leiden, geeft daarom wrijving, omdat de gelijkheid van alle mensen niet wordt erkend.

Iedereen die nadenkt over rechtvaardigheid, zou na moeten denken over het adresseren van ongelijkheid. Het rijke deel van de aarde heeft een verplichting tot herverdeling. Want: waarom wij wel en zij niet? Dit kan worden samengevat in een slogan gericht aan rijke landen: open óf je portemonnee, óf je grenzen. Op het moment dat je als rijk land niet wilt dat arme mensen binnenkomen, heb je de plicht om er voor te zorgen dat zij in hun eigen land een menswaardig bestaan kunnen leiden. Het rijke gedeelte van de aarde heeft dus een herverdelingsverplichting. We moeten ons afvragen: hoe kunnen we de ongelijkheden in de wereld beter adresseren?

De tekst gaat verder onder de foto.

Vluchteling in het opvangkamp Moria op Lesbos. (Foto ANP, Arie Kievit)

2. Als integratie niet slaagt, is dat niet alleen het probleem van het individu, maar ook van de samenleving

Integratie is van een kenmerk van de maatschappij ('De Nederlandse samenleving is geïntegreerd of niet') naar een kenmerk van het individu verschoven ('Mohammed is geïntegreerd of niet'). Binnen een samenleving zou iedereen zich op een gelijkwaardige manier moeten kunnen ontplooien. Zo begrepen functionalistische sociologen zoals Émile Durkheim het idee van integratie. Maar dat is langzaam veranderd. Nu wordt integratie begrepen als een kenmerk van het individu, wat er voor zorgt dat integratie een ander begrip is geworden. Het wordt gebruikt om aan te geven of iemand bij het land hoort, of niet: 'Mohammed is wel in Nederland, maar hoort er niet bij'. Individuen worden dus begrepen als ongeïntegreerd.

Op maatschappelijk niveau werkt het inburgeringsbeleid niet: het lukt maar 25% van de mensen om de inburgering te voltooien. De meeste mensen kunnen niet op eigen kracht de taallessen vinden. Dit raakt kwetsbare groepen als analfabeten of alleenstaande vrouwen. Mensen in een achterstandspositie blijven daarom in een achterstandspositie.

We denken onvoldoende na over het sociale of maatschappelijke aspect van dit beleid. Nu vragen we ons alleen nog maar af of iemand het Nederlanderschap heeft 'verdiend'. Uiteindelijk zal dit Nederland op de lange termijn ook niet goed doen. Als grote groepen het inburgeringsproces niet voltooien, hebben zij niet alleen een probleem, maar dan heeft de samenleving ook een probleem.

3. Het is niet waar dat goed inburgeren de staat te veel geld kost

Een bezwaar dat vaak wordt aangedragen, is dat het veel geld gaat kosten om mensen goed in te burgeren. Uiteindelijk is dat niet waar. Natuurlijk kost investeren in een nieuwe groep mensen in eerste instantie geld, maar dat zal zich later weer uitbetalen. Je voorkomt daarmee dat mensen in de bijstand terechtkomen, vereenzamen en psychische schade oplopen. Dit zijn redenen die voor grote maatschappelijke kosten later zorgen.

Nederland doet eigenlijk weer hetzelfde als met gastarbeiders uit de jaren '60. We zijn te laat met het aanbieden van societal know-how: praktische tips voor hoe Nederland werkt, bijvoorbeeld in termen van de democratie en het politieke systeem. Als je dat nu meteen goed zou aanpakken, heb je later veel minder kosten. Het probleem is dat politici vaak bezig zijn met een verkiezingsperiode van maar 4 jaar, terwijl integratieprocessen een langetermijnvisie vereisen over periodes van 20 tot 30 jaar.

Luistertip: Saman Amini - Dunne Lijn


Dunne Lijn van Saman Amini komt uit de toneelvoorstelling Nobody Home, waarin drie jongens op een grappige en scherpe manier over hun ervaringen met integratie in Nederland vertellen. Zij waren kinderen toen ze met hun ouders als vluchtelingen meekwamen naar Nederland en traden als volwassen mannen op met hun verhaal. Het nummer geeft een kijkje in het leven en gevoel van een jongen in de puberteit die opgroeit in Nederland en daar een nieuw thuis van maakt.

meer weten?

Tamar de Waal was te gast bij Brainwash Zomerradio van Human, waarin presentator Floortje Smit aan de hand van muziek denkers interviewt over hun ideeën en leven. Abonneer je op onze podcast.