'De man is uit de mode', schrijft oud-journalist en schrijver Maarten Huygen in zijn onlangs verschenen boek Het nut van de man. Er is volgens hem veel oog voor de schadelijke kanten van mannelijkheid en voor hun oververtegenwoordiging in misdaad, seksueel misbruik en geweld. Maar staan daar ook voordelen tegenover, en wat zijn die dan? Aan de hand van muziek spreekt hij erover met Floortje Smit in de HUMAN-podcast Brainwash (abonneer je via Apple, Spotify, of RSS-feed).


Reken maar dat hij de grap vaker gehoord heeft. Dat het wel een dun boekje moet zijn, zo'n boek over het nut van mannen. 'Hij wordt gemaakt door mannen en door vrouwen. Ook mannen hebben geleerd om te zeggen dat ze geen nut hebben. Daar is ook wel onderzoek naar gedaan, ze hebben moeite met het vertellen van positieve verhalen over de man als soort. Let wel, als soort, dus niet over individuele mannen, dat is een heel ander verhaal. Terwijl er wel veel positieve verhalen zijn over vrouwen als soort. Die zouden beter in staat zijn om een bedrijf te leiden, of een regering. Die zijn eigenlijk in alles beter.'

Mannen bevinden zich meer aan de extremen. Je kunt veel negatieve voorbeelden vinden, maar er zijn ook meer mannelijke genieën, leiders en wetenschappers.

Het is dat eenzijdige beeld van mannelijkheid dat Huygen aanzette tot het schrijven van het boek. 'Je kunt altijd wijzen op mannen die het slecht doen, gewelddadig zijn, achter liggen, die zich aan MeToo schuldig maken. Je kunt veel negatieve voorbeelden vinden, omdat mannen zich meer aan de extremen bevinden. Maar er zijn ook meer mannelijke genieën, leiders en wetenschappers.' Dat toch de negatieve voorbeelden uitgelicht worden, heeft volgens de oud-journalist en schrijver te maken met identiteitspolitiek en emancipatie van de vrouw. 'Het is je afzetten tegen de andere groep. Dat is überhaupt erg in de mode, het eigen succes moet ten koste gaan van de ander, je moet overwinnen.'

Natuurlijk koos Huygen voor de Brainwash-podcast een aantal nummers uit die samenhangen met de thematiek van zijn boek. Dat vinden jongens leuk van Jeroen van Merwijk maakt een karikatuur van – de titel van het nummer zegt het al – datgene dat jongens leuk zouden vinden. 'Het gaat van milde pesterijen tot regelrechte martelingen. Dit nummer vertegenwoordigt dat beeld van mannelijkheid waar we op dit moment zoveel over horen.'

Om het dan maar te hebben over zo'n beeld dat aan de man kleeft: breedsprakigheid. Huygen komt uit een gezin met vijf kinderen: een broer en drie zussen. Al vroeg maakt hij kennis met het fenomeen. 'De mannen in ons gezin waren voortdurend aan het woord over technische onderwerpen. Zeker mijn vader had daar een handje van. Mijn zussen draaiden dan hun ogen weg, en wendden zich af van het gesprek.' Mansplaining, of mannologen noemt hij het, zoals het begrip door NRC-journalist Joyce Roodnat in het Nederlands vertaald werd. Een term die volgens Huygen een plekje in het woordenboek verdient.

'Men denkt altijd dat mannen mannologen tegen vrouwen, maar ze doen dat ook tegen mannen. Ik heb dat ook wel eens gedaan, en mannen doen dat ook tegen mij. Dat ze mij iets uitleggen waarvan ik hetzelfde weet, of zelfs meer. Er zit iets van monomanie in, heel erg diep op een onderwerp in kunnen gaan, dat anderen buitengewoon saai vinden.' Dat is niet alleen maar negatief, zegt Huygen. 'Monomane mensen die zich op een probleem storten en dat willen oplossen, zijn soms heel inventief. Nog steeds lopen mannen ver voor als het gaat om uitvindingen. Wereldwijd is 80 procent van de patentaanvragen door mannen gedaan.'

Dat het ook sociaal bepaald is dat mannen zich in het technisch domein bevinden, onderschrijft ook Huygen. Maar het is geen sluitende verklaring. 'Opvallend genoeg kiezen vrouwen in rijkere, egalitaire landen minder vaak voor bètastudies dan in landen waar vrouwen minder vrijheid hebben, terwijl ze wel op de middelbare school een bètapakket hebben. In een patriarchaal land als Saudi-Arabië is de meerderheid van de bètastudenten vrouw. Blijkbaar, als vrouwen vrijer zijn om te kiezen, kiezen ze toch eerder voor bijvoorbeeld psychologie.'

Terug naar het mannologen. Want ook dat mannen geneigd zijn eerder hun mond open te trekken, is deels aangeleerd gedrag. 'Toen ik rechten studeerde waren er veel vrouwen die heel goed waren, maar nooit wat zeiden tijdens college. Ik heb ook in Amerika gestudeerd, en daar was dat heel anders. Daar voerden vrouwen evenveel het woord als mannen. Over het algemeen geldt dat mannen, ook als ze ergens niet zoveel van af weten, toch het idee hebben dat hun bijdrage waardevol is. Vrouwen stellen veel hogere eisen aan zichzelf en willen goed voorbereid zijn, terwijl juist spontane opmerkingen soms heel waardevol kunnen zijn.'

Het toedichten van eigenschappen als typisch mannelijk of vrouwelijk, brengt de vraag met zich mee of je die zaken überhaupt zo uit elkaar kunt houden. Volgens Huygen wel. 'Als je ervan uit gaat dat al dit soort zaken aangeleerd is, kun je het ook weer afleren. Je kunt dan elke ongelijkheid tussen mannen en vrouwen afleren, omdat ze precies aan elkaar gelijk moeten zijn. De vraag is of dat zo is, want cultuur is hardnekkig en sommige verschillen zijn wel degelijk biologisch. Mannen huilen minder vaak dan vrouwen, omdat ze meer testosteron aanmaken. En zo zijn er nog wel meer zaken.'

'Het is heel moeilijk te bewijzen wat conditionering is en wat gewenst is. Wat mannen en vrouwen willen, en wat hen opgelegd wordt door de cultuur. Dat verschil is heel moeilijk uit te maken. Er wordt dan gezegd dat iets een stereotype is, maar de vraag is of het stereotype de praktijk volgt, of de praktijk het stereotype. Is het feit dat vrouwen vaker parttime werken stereotype of praktijk? Maar dat er fundamentele verschillen zijn tussen mannen en vrouwen, dat is wel duidelijk. Dat kunnen we niet wegvagen.'